Huis van Oranje

Op 10 juli 1584 werd Willem van Oranje op de trappen van het Prinsenhof in Delft vermoord door Balthazar Gerards. Tot op heden getuigen de kogelgaten in de muur van de dood van de Vader des Vaderlands. Tegenwoordig maken de trappen en kogelgaten deel uit van het Museum Prinsenhof. Het museum is geheel gewijd aan Willem van Oranje, zijn strijd tegen de Spanjaarden en de tijd waarin hij leefde.

Nadat Willem van Oranje aan zijn einde was gekomen kon het graf van de familie Oranje dat in Breda lag niet bereikt worden. Hij werd daarom in de Nieuwe Kerk in Delft begraven, het begin van een traditie die tot op de dag van vandaag voortleeft. Alle leden van het Koninklijk Huis worden begraven in deze Nieuwe Kerk.

De naam Nieuwe Kerk is trouwens nogal misleidend. Met de bouw van de kerk werd immers al in 1396 begonnen. Precies honderd jaar later was Delft een kerk rijker. Omdat er al een nog oudere kerk – de Oude Kerk uit 1246 – bestond kreeg het gebouw de naam Nieuwe Kerk. De huidige torenspits van bijna 109 meter dateert uit 1872. De oude, veel minder hoge spits, werd vernield door de bliksem.

Het praalgraaf van Willem van Oranje kan je bezichtigen, maar de Koninklijke grafkelders daarachter zijn niet toegankelijk voor het publiek.

De Nederlandse Koninklijke familie heeft een grote rol gespeeld in het leger. Dat begon al met Maurits, de zoon van Willem van Oranje en veldheer. Meer recent was de nauw band tussen prins Bernhard en het leger algemeen bekend. Het Legermuseum in Delft bezit enkele interessante met het leger verbonden objecten van het Koninklijk Huis. Maar in het museum is veel meer te zien: een overzicht van de militaire geschiedenis van de prehistorie tot op heden.