Kameroen

Een vulkaan aan de rand van de oceaan: al vele millennia lang draagt het uitgestrekte woud op de flanken van Mount Cameroon zorg voor mens en dier. Al heeft het fragiele ecosysteem het de laatste tijd bijzonder zwaar te verduren. Kleinschalige initiatieven en ecotoerisme proberen daar wat aan te doen.

Een vulkaan aan de rand van de oceaan: al vele millennia lang draagt het uitgestrekte woud op de flanken van Mount Cameroon zorg voor mens en dier. Al heeft het fragiele ecosysteem het de laatste tijd bijzonder zwaar te verduren. Kleinschalige initiatieven en ecotoerisme proberen daar wat aan te doen.

Natuur
Stranden
Stad en dorp
Traditionele ruiterfeesten
Algemene informatie
Praktische informatie

Douala, havenstad en toegangspoort tot Kameroen, is druk en drukkend: hectische straten vol voortsnellende mensenmassa’s, overvolle minibusjes en brommers, blauwe uitlaatgassen en de geur van gegrild vlees. Taxi’s slalommen tussen de ezelskarren, de putten in het wegdek en de straatventers op de avenue de la Liberté. Een zijstraat in de levendige Akwabuurt verbergt een oase van rust.

Koloniale tijden

In wat nu Douala heet, voer ontdekkingsreiziger Fernando Po in 1472 als eerste Europeaan de monding van de Wouri op. De Portugees verbaasde zich over de enorme hoeveelheid garnalen in de rivier, en doopte de stroom Rio dos Camarões, Garnalenrivier.

Latere kolonisten, Britten, Nederlanders, Fransen en Duitsers, noemden de vreemde driehoek op de internationale tekentafels van de scramble for Africa Cameroun, The Cameroons of Kamerun. Als gevolg van het Europese pokerspel is dit het enige tweetalige land in Afrika: een meerderheid spreekt Frans, een vijfde Engels. Of liever, een soort Engels.

Pidgin telt amper 2500 woorden, maar klinkt met zijn stortvloed afkortingen en verbasteringen onverstaanbaar. Toch is het dialect, in een land met ruim 250 etnische groepen en evenveel Afrikaanse talen, wijdverspreid.

Het was Bismarck die koningin Victoria in snelheid nam en met de Afrikaanse stamhoofden een verbond afsloot, zodat Kameroen Duits protectoraatgebied werd. Geïnspireerd door de hill stations in Brits India verplaatsten de Duitsers in 1901 hun hoofdstad naar Buea, duizend meter hoog op de flank van Mount Cameroon.

Von Puttkamer, een koloniale gouverneur met heimwee, bouwde er das Schloss, een kasteel met torentjes en een uiendak dat nu dienst doet als presidentieel buitenverblijf. En dat net zoals de andere koloniale gebouwen waarin nu overheidsdiensten zijn ondergebracht, streng verboden te fotograferen is.

Ecotoerisme

Alle dragers en gidsen Cameroon Ecotourism Organisation (Mount CEO) waren vroeger jagers. Door ecotoerisme wil deze organisatie de biodiversiteit beschermen en het leven van de plaatselijke bevolking verbeteren.

Mount Cameroon, die uit de oceaan oprijst tot 4095 meter hoogte, kent vele microklimaten en endemische planten. Toch is de berg geen nationaal park, maar een bos dat dorpelingen en houtvesters gebruiken.

Zelfs zonder uitbarsting is Mount Cameroon, de hoogste top van West-Afrika, een indrukwekkende verschijning. Het is een vriendelijke berg want nog nooit kostte een uitbarsting mensenlevens. Als de lavastroom een dorp bedreigde, veranderde hij plots van richting of stopte.

Er leven nog chimpansees op de flanken van Mount Cameroon, maar ze zijn uiterst schuw. Zodra ze mensen horen, laten ze zich uit de bomen vallen en verdwijnen in de dichte bodembegroeiing.

Rond 2200 meter maakt het regenwoud plaats voor savanne. Gitzwarte lavastromen van honderd meter breed lopen kilometers lang loodrecht door het gras, als gestolde braaksporen van een vuurspuwend monster. Via een zwartgeblakerd maanlandschap bereik je de rokende kraters, een keten van twaalf zwavelwolken brakende kegels.

Onder je ligt Little Mount Cameroon, in de mist schemeren enkele eilanden en de kust van Limbe, Kameroens levendigste badplaats aan de Golf van Guinee.

Biodiversiteit

Via de Botanische Tuin van Limbe introduceerden Duitse wetenschappers sedert 1892 tropische planten uit Azië of Amerika die het goed deden op de Afrikaanse bodem: bakbananen, rubber, koffie, cacao, thee, palmen voor de olie. Meer dan 30.000 soorten staan er in deze plantentuin, één van de opmerkelijkste in Afrika.

“Zeventig tot negentig ton bush meat, wild uit het woud, wordt er per maand op de markten van hoofdstad Yaoundé verhandeld. Nieuwe houthakkerswegen geven jagers steeds dieper in de jungle toegang. Als de jacht aan dit tempo blijft duren, zijn de meest bedreigde soorten binnen de vijftien tot vijftig jaar uitgestorven.”

De inleiding aan het primatenweeshuis, vroeger een dierentuin, klinkt allesbehalve optimistisch. Maar hier kan je de endemische dril, één van de meest bedreigde Afrikaanse primaten, bewonderen, naast mandrils, chimpansees en gorilla’s.

Op het zwarte zand van Limbe trekken vissers hun piroques, boomstamkano’s met een plastic zeil, op het strand. Kopers verdringen zich rond elke verse boot met de oogst van twaalf uur op. Vissers herstellen hun netten, enkele toeristen op het strand drinken een glas wijn. De onbewoonde eilanden voor de kust kleuren zilver in het tegenlicht, boven de vulkaan pakken donkere wolken samen. Geen nieuwe uitbarsting, maar het begin van het regenseizoen.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content