Gambia

Gambia balanceert tussen een slavenverleden, doortrapte handelaars en een prachtige natuur. De wulps kronkelende stromen, voeren je met een bede glimlach door een apart stukje Afrika.

Gambia balanceert tussen een slavenverleden, doortrapte handelaars en een prachtige natuur. De wulps kronkelende stromen, voeren je met een bede glimlach door een apart stukje Afrika.

Wat moet je zien?
Actieve vakantie in Gambia
Algemene informatie
Praktische informatie

Je komt er zonder jetlag, en kan er genieten van een redelijk westers comfort en tegelijk van een authentieke Afrikaanse sfeer. Door de kleinschaligheid van Gambia kan je in één week het rivierlandschap, de eindeloze stranden en het gevarieerde volk verkennen.

Smeltkroes

Met zijn beperkte oppervlakte is Gambia het vierde dichtstbevolkte land in Afrika. Het is een smeltkroes van verschillende volken. De mensen zijn zich erg bewust van elkaars afkomst en specificeren ze meestal tot welke volksstam ze behoren.

De bevolking wordt opgedeeld in een vijftal stammen, waarvan de voornaamste de Mandinka zijn. Naast het Engels, dat de officiële taal is, wordt Mandinka ook het meest gesproken.

De toeristen komen hier bijna allemaal voor een strandvakantie op de goudkleurige stranden van de 50 kilometer lange kust. Dat is jammer want het groene rivierlandschap is prachtig.

De rivier Gambia is de irrigatiebron van het land dat officieel The Gambia heet. Ze ontspringt in het Foeta Djallonplateau in Guinea, waarna ze eerst door Senegal stroomt eer ze dit land binnendringt op haar dwangmatige weg naar de Atlantische Oceaan. Ze trekt als een brede glimlach door Gambia, waarnaar vaak verwezen wordt als The Smiling Coast. Het zoete rivierwater zorgt voor een subtropische weelde.

Slavenhandel

De Gambia-rivier is de best bevaarbare rivier van West-Afrika, en was voor de slavenhandelaren de ideale handelsweg om hun koopwaar te vervoeren. Op MacCarthy Island ligt de historische slavenplaats Georgetown. Het stadje met zijn verschillende markten is ook nu nog het handelscentrum voor het oostelijk deel van het land.

De verwaarloosde ruïnes van het vroegere slavenhuis staan nog overeind. Als je het dakloze vervallen gebouw bekijkt met de in de muur verankerde ijzeren ringen om de slaven te ketenen, kan je je levendig de slavenscènes voorstellen.

Onderstebovenboom

In tegenstelling tot de meeste Afrikaanse landen vind je in Gambia geen heuvels. Het hoogste punt ligt op 46 meter. Een tochtje langs de sorghum-, rijst- en couscousvelden in de ochtendkoelte of net voor zonsondergang is een heerlijke ervaring.

De immense bomen wekken ontzag: mahonie, palmen, de kapokboom en de bizarre baobab, die een omtrek van 9 meter kan krijgen. Door zijn vorm wordt hij ook wel ‘flessenboom’ of ‘onderstebovenboom’ genoemd.

Tropisch woud

Als je wil ontdekken hoe het tropisch woud er vroeger uitzag, kan je terecht in het Abuko Nature Reserve, vlak naast de Lamin-stroom. Met zijn honderd hectare tropisch bos is het een minuscuul parkje in vergelijking met de wildparken aan de oostkust van Afrika.

De koele vochtige sfeer onder het dichte bladerdak staat in schril contrast met de zinderende hitte van de savanne buiten het park. Door de weelderige begroeiing vang je nauwelijks een glimp op van de 277 vogelsoorten, de apen, slangen en kleine zoogdieren die hier leven.

Het kleine Bijilo-natuurpark langs het strand is interessanter. Slingerpaden leiden je langs torenhoge bomen. Omdat de begroeiing hier meer open is, zie je gemakkelijker de verschillende apensoorten, neushoornvogels en watervogels. In deze oase van rust waan je je even ver van de bewoonde wereld.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content