Wat moet je zien?

Bretagne heeft een vreemde, ruwe en kleurrijke kustlijn van meer dan 1000 kilometer lang. Wind, zee en wolken zorgen er voor een uniek natuurspektakel. Pittoreske vissersdorpjes, versterkte stadjes, historische monumenten en tal van prehistorische overblijfselen…in Bretagne val je van de ene verbazing in de andere.

Liefhebbers van de prehistorie moeten in Bretagne zeker de menhirs van Carnac bezoeken. Deze hoge rechtop staande stenen kunnen tot 7 meter hoog zijn en wegen ongeveer 350 ton. Ze dateren van het Neolithicum, de periode tussen 2000 en 3000 voor Christus.

Naar de bedoeling van deze stenen kunnen we alleen maar gissen. Volgens sommigen hebben ze iets te maken met de zonnecultus van de Kelten, anderen beweren dat ze een functie hadden bij de verering van de doden. Nog anderen spreken dan weer over een religieuze betekenis.

Bretonse legendes komen met heel andere verklaringen op de proppen. De stenen zouden gemaakt zijn door reuzen, die de enorme gevaartes konden optillen. Op stormachtige avonden als de golven tegen de rotsen beuken, zien streekbewoners wel eens woeste ruiters galopperen tussen de stenen, op zoek naar geesten van overledenen.

Bekomen van alle griezelige verhalen kan op het schiereiland Quiberon, met zijn wilde, prachtige kusten en zijn zachte, bijna subtropische klimaat. Quiberon is ook de naam van de belangrijkste stad. Een zeer levendige plaats met een breed zandstrand en een jachthaven. Aan de oostzijde van de Baai van Quiberon is het heerlijk om aan watersport te doen. Aan de westzijde kan het echter gevaarlijk zijn. Daar beuken de golven van de Atlantische oceaan op de kust. De metershoge golven spatten hier op de rotsen uit elkaar. Le Côte Sauvage heeft zijn naam niet gestolen.

Vanuit de haven kan je naar Belle-Île varen. Dit eilandje, waarvan de naam voor zich spreekt, heeft een ruwe kustlijn met hoge kliffen, kleine stranden in de inhammen en een zacht glooiend binnenland. Op het eiland maak je onvergetelijke wandelingen langs de Côte Sauvage. De kolkende Atlantische Oceaan hult de mooiste plekjes, de rotspunten van Goulphar en Port-Coton, bijna constant in een waternevel.

Wil je het geweld van de natuurelementen ontvluchten, dan kan dat in La Baule, het prestigieuze kuuroord dat eind 19e eeuw werd opgericht. Het ligt middenin een dennenbos, dat beschutting geeft tegen de hevige wind en heeft een prachtig strand. Over een lengte van zeven kilometer is het heerlijk flaneren over de boulevard, die langs de kust loopt.

Fauna, flora en architectuur

Wandelen kan ook op het schiereiland Crozon, alweer een ruige streek met mooie kusten in het westen van Bretagne. Maar je kunt er ook zalig nietsdoen of je uitleven op of in het water. Natuurliefhebbers zullen versteld staan van de veelzijdigheid van flora en fauna. In deze biotoop vind je zelfs een aantal beschermde dieren- en plantensoorten.

Naast al dat natuurschoon vallen ook architecturale elementen op. De ouderwetse, charmante villa’s aan zee staan in contrast met de ruige dorpjes aan de Cap de la Chèvre. De bochtige wandelpaadjes lopen langs menhirs, dolmens, fonteinen, kruisbeelden, kastelen, forten, kalkovens en molens.

Bezoek een scheepskerkhof

Andere architecturale bezienswaardigheden vind je in Quimper, de meest Bretonse stad van Bretagne. In het oude stadsdeel kan je de kathedraal van Saint-Corentin en het Musée d’art Breton bezoeken. De huizen langs de stadsomwalling, de kaden van de Odet en de werkplaatsen van de faïencerie trekken ook veel toeristen.

In Quimper is het ‘scheepskerkhof’ indrukwekkend. Bij laag tij zie je op de slibbanken de wrakken van vergane vissersschepen liggen. Uit eerbied weigeren de Bretons hun vaartuigen te laten slopen door mensenhanden. Ze laten de natuur haar gang gaan en de schepen verrotten door het water en de wind.

Vogels kijken

Wie graag vogels observeert, kan aan de Côte d’Emeraude zijn hart ophalen. Vooral Cap Fréhel met zijn weidse panorama’s trekt zeer veel vogels aan. Dit beschermde natuuurgebied met zijn hoge, steile rotswanden vormt een ideaal broedgebied voor talrijke vogelsoorten. De rotsen zijn begroeid met kruiden, gras, mos en bloemen. Deze begroeiing zorgt voor opvallende kleurencombinaties met de zee op de achtergrond. Sommige rotsblokken hebben vanwege hun grillige vorm een naam gekregen. Oplettende wandelaars zullen zeker ‘de hoed van Napoleon’ of ‘de varkenskop’ herkennen. De kaap wordt geflankeerd door twee vuurtorens. Een ervan dateert uit de 17e eeuw, de tweede is toegankelijk voor bezoekers. Bij mooi weer is het uitzicht adembenemend.

Met de overzetboot kom je op het Île De Bréhat, ook wel eens het bloemeneiland genoemd. Daar is het heerlijk wandelen en fietsen. De fietsen kan je huren bij de inwoners. Wil je deze wilde kust vanuit een ander oogpunt bekijken, doe dan een boottocht rond het eiland, beslist een aanrader.

Aan de roze granietkust van Ploumanach waan je je op een andere planeet. In dit unieke en indrukwekkende landschap staan rotsblokken op elkaar gestapeld. Het wandelpad, le Sentier des Douaniers, loodst je veilig door deze rotsformaties. Trek wel een halve dag uit voor deze wandeling. Ook de omgeving van de vuurtoren en het Parc Municipal zijn de moeite waard.

Wie graag oesters eet, moet zeker afzakken naar het vissersdorp Cancale, waar ook een grote jachthaven is. Bij eb kan je de grote oesterkwekerijen bezoeken. Aan de kraampjes en in de restaurantjes kan je naar hartenlust proeven, verser zul je ze nergens anders vinden. De stranden bestaan hier meestal uit keien.

Oude steden

Het meer dan duizend jaar oude stadje, Dinan, kleeft hoog aan een heuvel. Om die reden kreeg het van Victor Hugo de naam het ‘Zwaluwnest’. Vanaf de Tour de l’Horloge, een klokkentoren uit de 15e eeuw, heb je een prachtig uitzicht over de stad, waar heel wat te bezoeken valt. Langs de oude kasseistraten vind je prachtige vakwerkhuizen. In het binnenhof van de abdij heerst rust en sereniteit. De citadel en de vestingwallen met Engelse tuin zijn ook een aanrader.

Een andere oude stad is Saint-Malo, gesticht in de vijfde eeuw door een monnik. Aan de grote toegangspoort staat een kasteel, dat nu het stadhuis en de bibliotheek huisvest. Binnen de stadsmuren vind je verder de kathedraal St.-Vincent, die al velen imponeerde. Het hoogtepunt van een bezoek aan Saint-Malo zal voor de meeste bezoekers wellicht een wandeling op de versterkte muur zijn.

Zo’n 35 km van Saint-Malo staat het middeleeuwse fort La Latte. De Bretonse vooraanstaande familie Goyon bouwde het op een smalle, rotsachtige landtong in de veertiende eeuw. In de loop van de geschiedenis namen verschillende bezetters het fort in bezit en rond 1500 werd het zelfs met de grond gelijk gemaakt, maar later herrees het terug in al zijn glorie. Ook in de Franse Revolutie speelde het een belangrijke rol als gevangenis voor de contrarevolutionairen. Gelukkig gaat het er vandaag iets vreedzamer aan toe aan de Côtes d’Emeraude. Het fort is helemaal gerestaureerd in zijn oorspronkelijke staat en zeker een bezoekje waard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content