Geschiedenis

De eerste bewoners in de buurt van Nice kwamen er 400.000 jaar geleden. De resten van prehistorische nederzettingen in Terra Amata zijn hiervan het bewijs. Tussen de 4de en de 5de eeuw voor Christus richtten de Grieken er een handelsnederzetting op. Die werd Nikaia gedoopt, wat overwinning betekent.

Op het einde van de eerste eeuw voor Christus kwamen ook de Romeinen er zich vestigen. Vlakbij Nikaia stichtten ze Cemenelum (Cimiez) dat ze uitriepen tot provinciehoofdstad. Tot de 10de eeuw na Christus kreeg Nice invasies van Germaanse stammen en Moslims over zich.

In 947 werd de provincie Provence waartoe Nice behoorde, herenigd. Waarna ze zich in 1032 aansloot bij het heilige Romeinse rijk. Daarop werd de provincie achtereenvolgens ingepalmd door Fransen en Catalanen, het huis van Anjou, het Italiaanse huis van de Savoie, terug Fransen, Sarden, nog maar eens Fransen en Oostenrijkers.

Toen die laatsten in 1860 uit Noord-Italië wegtrokken, kwam Nice definitief in Franse handen. In de 19e eeuw ontpopte de stad zich tot een toeristische trekpleister. Het was in het begin vooral in trek bij de Engelse aristocratie die er net als Queen Elisabeth graag overwinterde in het milde klimaat.

Tussen 1860 en 1911 bleek Nice de snelst groeiende stad van heel Europa. Nieuwe wegen en treinverbindingen werden aangelegd en de stad onderging een facelift. De palmbomen, de acacia’s en de eucalyptus gaven Nice een exotisch tintje. Ook de belle epoque en neoklassieke gebouwen verfraaiden Nice. Op kunstenaars zoals Cézanne en Van Gogh oefende Nice een speciale aantrekkingskracht uit.

In de eerste wereldoorlog bleef Nice buiten schot. In de jaren ’20 herontdekten kunstenaars en schrijvers zoals Ernest Hemingway de stad. In 1922 stond de luxueuze Train Bleu die vanuit Calais en Parijs naar de Côte d’Azur reed, voor de eerste keer op de rails. Bovendien opende het eerste casino van de Azurenkust zijn deuren in Nice.

Begin van de tweede wereldoorlog hoorde Nice bij de vrije Vichy-zone. Toen Duitsland in november 1942 Frankrijk binnenviel, werd de stad bezet door de Italianen. In augustus 1944 bevrijdden de geallieerde troepen Nice dat daarna opnieuw uitgroeide tot een modaine badstad.

Toen Algerije in 1962 onafhankelijk werd van Frankrijk, breidde de bevolking verder uit door een toestroom van Noord-Afrikaanse vluchtelingen. In de jaren ’80 en ’90 beleefde Nice politieke crises.

Zo werd Jacques Médecin die er 24 jaar lang burgemeester was, twee keer veroordeeld wegens belastingontduiking. Met de opkomst van het extreemrechtse Front National kreeg het imago van Nice en de hele Côte d’Azur een fameuze deuk.

De bescheiden charme van Nice bleef slechts moeizaam overeind en Nice slaagde er nauwelijks in nieuwe toeristen aan te trekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content