Carcassonne

Een levendige geschiedenis, een mediterraan ritme en een erg gevarieerde en verrassend groene omgeving: de troeven van het Zuid-Franse Carcassonne. Met twee noteringen op de lijst van het Werelderfgoed van de Unesco erbovenop.

Een levendige geschiedenis, een mediterraan ritme en een erg gevarieerde en verrassend groene omgeving: de troeven van het Zuid-Franse Carcassonne. Met twee noteringen op de lijst van het Werelderfgoed van de Unesco erbovenop.

Enkele boeken van Thea Beckman, Monthy Pythons Holy Grail of de paar middelbare schoollessen geschiedenis over de donkere Middeleeuwen volstaan als voorbereiding op de middeleeuwse Cité van Carcassonne, dat door de Unesco als Werelderfgoed is geklasseerd.

Zodra die Cité vanachter een scherpe bocht opdoemt, komt de geschiedenis vanzelf tot leven. Erin rondlopen maakt indruk, zeker de wandeling tussen de dubbele rij verdedigingsmuren die de stad omringen. De binnenste bevat restanten van de Romeinen, in de dertiende eeuw werden er funderingen ónder gebouwd, zodat de gracht dieper kon worden uitgegraven. De buitenste muren werden in diezelfde periode toegevoegd.

’s Avonds laat, als de dagtoeristen verdwenen zijn en de winkeltjes met plastic zwaarden, houten bouwpakketten of middeleeuwse wandtapijten al een paar uur gesloten, is de Cité op haar mooist: stappen klinken gedempt in de kleine straatjes, vanuit de verte roepen nog een paar vrolijke Franse stemmen en de eeuwenoude stenen worden prachtig verlicht.

Het voelt onbeschermd om buiten de muren te stappen, via de Pont Vieux over de Aude richting de nieuwe stad. Hoewel ook dat relatief is: de Bastide Saint-Louis werd gebouwd in de dertiende eeuw volgens een orthogonale structuur: zoals New York, maar dan een paar eeuwen eerder.

De twee windrichtingen

In Carcassonne waait het driehonderd dagen per jaar, maar slechts vanuit twee richtingen: van over de Middellandse Zee – de zogenaamde marin – of vanuit het noordwesten – le cers. De stad ligt immers in een soort tunnel, gevormd door de Pyreneeën en de Corbières aan de ene en de Montagne Noire aan de andere kant.

De langgerekte vlakte waar deze tunnel deel van uitmaakt, verbindt de Middellandse Zee met de Atlantische Oceaan en was duizenden jaren lang de snelweg van de relatief dichtbevolkte streek.

In de zeventiende eeuw kwam daar een revolutionaire watersnelweg bij: het Canal du Midi, sinds 1996 ook op de lijst van het Unesco Werelderfgoed. Het kanaal snijdt Carcassonne doormidden, maar dat was bij de eerste versie, afgewerkt in 1861, niet het geval: als het kanaal de kortste weg tussen de twee zeeën zou volgen, bleek het zo’n twee kilometer buiten de stad te liggen.

Bouwheer Paul Riquet was bereid de loop te verleggen, maar vroeg daarvoor een financiële inspanning van de stad, die dat weigerde. Pas later zag Carcassonne de commerciële vergissing in en liet het traject alsnog omleggen. De haven werd ingehuldigd in 1810.

Als je via de binnenwegen van Carcassonne naar carnavalsstad Limoux rijdt, ontdek je rijen en rijen wijngaarden die intensief onderhouden worden. Even voorbij Limoux echter begint de weg meer te kronkelen. Dit is de Aude Haute Vallée, een Ardennenachtig gebied waar gekajakt wordt, gekuurd, forellen gevangen en everzwijnen bejaagd.

Nog verderop liggen de Corbières, met statige verdedigingsburchten op hoge rotsen. Zij tonen letterlijk het strategische belang van de streek. Pas in de zeventiende eeuw, toen de grens tussen het huidige Spanje en Frankrijk vastgelegd werd, verloren ze hun functie.

Zo’n vijftig kilometer ten oosten van Carcassonne, ligt Narbonne aan de Côte d’Azur. Ten noorden van de stad rijzen de Zwarte Bergen op, een beboste streek die ook verantwoordelijk is voor de waterbevoorrading van het Canal du Midi.

Maar Carcassonne is zelf ook groen: vooral in de vroege avond komen wandelaars, joggers, fietsers en petanquespelers afgezakt naar de oevers van de Aude. Een paar kilometer ten zuidoosten van de stad werd het Lac de la Cavayere uitgegraven en tonnen strandzand aangevoerd, zodat een groot domein ontstond om te wandelen, waterfietsen, minigolfen of beachvolleyballen.

God en Zuid-Frankrijk

Hoeveel burchten, kastelen en ruïnes er ook mogen staan, Carcassonne is en blijft een stadje in het zuiden van Frankrijk, en is dus de ideale plaats voor bon-vivants. De zaterdagmarkt op de place Carnot in de Bastide zet de toon: getaande oudjes verkopen er elke week de opbrengst van hun tuin, huisvrouwen komen snel de laatste ingrediënten voor het middageten halen en restaurantkoks selecteren eigenhandig de kersen en meloenen voor het dessert van de dag.

Op diezelfde zaterdagen organiseren een paar cafés in de buurt degustaties van wijnen, aperitieven en (streek)specialiteiten, die ook door de plaatselijke bewoners stevig gesmaakt worden. Het is heerlijk kuieren in de omgeving van de markt, er is de winkelstraat rue George Clemenceau, tweedehandskleding en design in rue Albert Tomey en originele cadeaus en exclusieve ontwerpen in Esprit du sel in rue de la République.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content