Geschiedenis

In 969 is de hoofdstad van Egypte officieel gesticht door de Fatimiden, een Noord-Afrikaanse dynastie. Al gaat de geschiedenis van Caïro terug tot de Romeinse tijd, toen het fort van Babylon er gebouwd werd als symbool van de Romeinse macht. Bij de officiële stichting kreeg de stad de naam Al-Qahirah, de overwinnende. Iets later, in 988, werd de beroemde Al-Azhar-universiteit er gesticht. Die maakte van Caïro het centrum van de islamitische wereld.

Vanaf het begin van de tweede helft van de veertiende eeuw ging het bergafwaarts met Caïro. Eerst kreeg de stad af te rekenen met de pest en andere epidemieën, daarna werd zijn handelsmonopolie op het vlak van kruiden verbroken. Bovendien kwam de stad vanaf 1517 onder Turks bewind, waardoor de bevolking sterk gereduceerd werd.

De eerste stappen richting modernisatie werden gezet onder Mehemet Ali, die regeerde tussen 1769 en 1849. Hij wordt dan ook de ‘vader van het moderne Egypte’ genoemd. Al was het pas met de komst van Ismael, de kleinzoon van Mohammed Ali, halfweg de 19de eeuw, dat Caïro terug open bloeide. Op dat moment begon de ontwikkeling van het moderne stadsdeel, dat tot dan toe een moerasachtig gebied was.

Aangezien Ismael Caïro wou renoveren zoals Parijs nodigde hij voor die uitbreiding internationale architecten uit. Het moderne deel bestaat dus uit brede lanen en grote ronde pleinen, zoals in een Europese stad. Bovendien werd in die periode het Suez-kanaal gegraven en voor de scheepsvaart opengesteld. Daardoor werd Caïro wereldberoemd, zowel bij zakenlieden als toeristen.

Maar niet alles aan de vernieuwing was rozengeur en maneschijn. Door het prijskaartje van de modernisering zat Caïro diep in de schulden. Bovendien kwam de stad vanaf 1882 in Britse handen. Langzaam werden alle schulden terugbetaald en aan de bezetting – en de koloniale overheersing – kwam een eind met de revolutie in 1952. Daardoor verhuisden heel wat Egyptenaren van het platteland naar de stad en ontstonden nieuwe wijken als Nasr City op de westelijke Nijl-oever. Ook de oostelijke oever werd ingenomen door woningen, al zijn het daar vooral sloppenwijken.

Ondanks de pogingen van Hosni Moebarak lijdt Caïro nog steeds onder overbevolking, armoede en vervuiling. Van de acht toegangspoorten schieten er nog drie over: Bab al-Foutouh, Bab al-Nasr en Bab Zoueila.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content