Barbados

Waar kun je in de tijdspanne van een paar uur surfen in de Atlantische Oceaan en schildpadden voederen in de Caribische Zee? Een trektocht door beschermd natuurgebied maken en een oude suikerplantage bezoeken? En daarna onder de sterren de calypso dansen? Op Barbados, een tropisch eiland als een compromis.

Barbados is 34 kilometer lang, met een maximumbreedte van 23 kilometer. Maar het is verbazend wat een verscheidenheid aan vegetatie, landschappen, mensen en sfeer daarop samengeperst werd. Tegenover de drukte en de overbevolking aan de zuidkust, staan in het noorden en het oosten van het eiland natuurpracht en een relatief verlaten woestheid.

Almond Beach Village ligt aan de westkust, rijk aan exotische Bounty-stranden langs een bijna rimpelloze Caribische Zee. Dit is de favoriete speeltuin van glitterandi als Spielberg, Pavarotti, Mick Jagger en Demi Moore die er logeren in legendarische hotels als Sandy Lane, Cobbler’s Cove of The Colony Club. Barbados is ook een gereputeerd golfersparadijs.

Als de Bajans zelf er even tussenuit willen, dan gaan ze naar de noordoostkust, een gebied dat niet voor niets het Scotland District genoemd wordt. Hier geen tropische begroeiing, maar rollende diepgroene heuvels besprenkeld met schapen en koeien, zeer Engelse parochiekerkjes omringd door verweerde zerken en dramatische kusten, waar de golven hoog tegen de rotsen opspatten.

Sam Lord

In het weekend komen veel surfers naar de Soup bowl in de buurt van het vissersplaatsje Batsheba, zo genoemd omdat de branding er zo schuimig is. Maar op weekdagen is dit oogverblindend witte strand zo goed als verlaten. Van Bathsheba gaat het langs smalle, kronkelende, vaak ongemarkeerde wegen naar Sam Lord’s Castle.

Sam Lord was een 19de-eeuwse planter met een merkwaardig talent om precies te krijgen wat hij wou. Zijn koloniaal landgoed is dan ook rijk aan antiek meubilair, kunstwerken, omslachtig versierde pilaren en plafonds. Tegenwoordig is het oude, enigszins vervallen ogende huis het hart van een Mariott resort met 260 kamers, uitgestrekte tuinen en een spectaculair strand.

Barbados is rijk aan dit soort pittoreske bezienswaardigheden: oude wachttorens, zoals Gun Hill Signal Station, vanwaar je een schitterend uitzicht over een groot deel van het eiland hebt, Codrington College, het oudste seminarie in de westelijke hemisfeer, dat in Oxford niet zou misstaan hebben, mocht er geen imposante palmenrij heen leiden.

In het vredige kerkhof van St. John’s Church, hoog boven een rots, het wat mysterieuze 17de-eeuwse graf van ene Ferdinando Paleogus, afstammeling van de laatste Griekse keizer Constantijn de Grote. Hoe raakt zo’n mens hier in hemelsnaam verzeild, vraag je je onwillekeurig af.

In Flower Forest, een van de schitterende botanische tuinen die het eiland rijk is, bloeien de vuurrode Flame trees en de fragiele, oranje Pride of Barbados. Ook in Barbados wordt het ecotoerisme steeds populairder. Het National Trust organiseert bijvoorbeeld een trektocht door het laatste stukje ongerept regenwoud dat het eiland rijk is.

A blessed Sunday

Anders dan de rest van het eiland, dat eerder landelijk oogt, vertoont Bridgetown stedelijke trekken. Er is de dure Broadstreet waar mensen van de aanmerende cruiseschepen graag tax free juwelen kopen. Maar er is ook de overdekte Cheapsidemarkt met fruit en groenten en in Tudorstreet doen de Bridgetowners hun boodschappen.

Speightstown is de tweede stad van Barbados, maar lijkt op een moerasnederzetting deep south Louisiana: eenvoudige houten huizen met overgroeide balkons en big mama’s die op straat hun bescheiden oogst verkopen. ’s Zondags zie je diezelfde mama’s onder een deftige hoed en met een bijbel in de hand ter kerke trekken, waarbij ze je in het voorbijgaan minzaam a blessed Sunday toewensen.

Bron: Weekend Knack

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content