Tommy Hilfiger helpt Afrika

© Renske De Maesschalck

Knack Weekend ging op reportage in Oeganda en zag hoe de Promise Collection levens heeft veranderd.

De Amerikaanse ontwerper Tommy Hilfiger heeft met de opbrengsten van zijn Promise Collection de Millennium Villages in Oeganda gesteund. Wij gingen ter plaatse kijken welke veranderingen zijn doorgevoerd dankzij deze collectie.

In 2000 werd de Millennium Declaration ondertekend door de regeringsleiders van 189 landen. Hun doel: wereldwijd armoede kordaat aanpakken tegen 2015. Om dit doel te bereiken, werden er acht Millennium Development Goals (MDG’s) neergepend.

Uit de Millennium Declaration vloeide in 2002 het Millennium Project voort, een praktisch plan om de MDG’s te bereiken. Als mogelijke oplossing trad het project Millennium Villages naar de voorgrond. Dit project wordt gerealiseerd in samenwerking met de ngo Millennium Promise, opgericht door econoom Jeffrey Sachs in 2005. De ngo krijgt niet alleen de steun van wetenschappelijke instellingen – zoals het Earth Institute van de Columbia University – en overheden, maar ook van industriĆ«le zwaargewichten zoals Tommy Hilfiger.

Tommy Hilfiger en de Millennium Promise

De Amerikaanse ontwerper heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de Millennium Villages. Het spreekt voor zich dat de dorpen nood hebben aan financiĆ«le hulp. Zo werd er berekend dat er per persoon jaarlijks 110 Amerikaanse dollar nodig is om alle MDG’s te bereiken. Dat geld komt van lokale en nationale overheden, maar ook van nationale en internationale donors waaronder de Tommy Hilfiger Foundation.

De samenwerking tussen Tommy en de Millennium Promise ging van start in 2009, toen hij twee miljoen dollar doneerde aan het project. In 2010 kreeg de ontwerper de titel van ‘Millennium Development Goals (MDG) Global Leader’. In 2012 ging hij nog een stap verder met de Promise Collection, een speciaal ontworpen collectie waarvan de opbrengsten volledig naar het Oegandese gebied Ruhiira gaan, een van de Millennium Villages in Afrika.

De Amerikaanse ontwerper is duidelijk heel nauw betrokken bij het project. Zo heeft hij het Ruhiira gebied in Oeganda, samen met ambassadrice Katie Holmes, meermaals bezocht. “Iedereen zou sterk onder de indruk zijn van de moeilijkheden waarmee de mensen in Ruhiira dagelijks geconfronteerd worden. Tegelijkertijd ben ik ongelooflijk geĆÆnspireerd door het gemeenschapsgevoel en de hoop op een beter leven dat sterk aanwezig is onder de bevolking”, aldus Tommy Hilfiger. Ook David Siriri, de teamleider van de Rhuriira dorpencluster, is heel blij met de samenwerking: “Tommy Hilfiger is een heel belangrijke partner voor ons en is persoonlijk sterk betrokken bij de projecten.”

Sceptici kunnen zich afvragen waar het geld concreet naartoe gaat. Om duidelijk te maken hoe de dorpen positief geƫvolueerd zijn dankzij de financiƫle hulp van de Millennium Promise, werden wij uitgenodigd om zelf een kijkje te gaan nemen.

Samen met 12 andere journalisten, zes winnaars van de Twitter wedstrijd en drie mensen van Tommy Hilfiger stap ik op het vliegtuig richting Entebbe, Oeganda. Na een korte nacht in een hotel nabij de luchthaven, rijden we door naar Mbarara. Vandaar zullen we elke dag een uurtje rijden naar de Ruhiira dorpencluster in het Isingiro district in het zuidwesten van Oeganda. Vooraleer we het veld verkennen, worden we uitgebreid ingelicht over de huidige situatie en de veranderingen die reeds hebben plaatsgevonden in de dorpen sinds de start van het project in 2006.

“Het is de bedoeling dat de inwoners tegen 2015 volledig op hun eigen benen kunnen staan en dat de plaatselijke overheden de nodige verantwoordelijk nemen zodat de situatie positief kan blijven evalueren”, aldus Samuel Mayer, CEO van Millennium Promise.

De acht MDG’s in de praktijk

Wat zijn nu die acht doelstellingen en hoe werden die in de praktijk gebracht in Rhuriira?

Ten eerste is er het uitwissen van extreme armoede en honger. Rhuriira werd in de eerste plaats gekozen omdat een hoog percentage van de kinderen zwaar ondervoed was. Dit probeerden ze op te lossen door nieuwe gewassen te introduceren, plaatselijke boeren van een startkapitaal te voorzien en op elke basisschool een vaste middagmaaltijd te introduceren.

Dit hangt heel nauw samen met een volgende doelstelling: het voorzien van kwalitatief basisonderwijs voor jongens en meisjes. Het percentage kinderen – vooral vrouwen – dat vroegtijdig stopte met school was onrustwekkend hoog en onderwijs is een belangrijk onderdeel van de kans op een beter leven. De dagelijkse maaltijden hebben hierin een essentiĆ«le rol gespeeld want kinderen moeten nu niet meer overhuis onder de middag en kunnen langer op school blijven.

Wij bezochten de Nyakamuri basisschool die voorzien is van een eigen groentetuin en een bomenplantage voor inkomsten. Het project heeft hen ook een efficiĆ«nt kookfornuis en stromend water bezorgd. “Het lijken misschien details, maar deze zaken zijn van groot belang geweest. Kinderen hebben nu de tijd om te leren omdat ze geen kilometers meer moeten lopen om aan water of voedsel te komen”, aldus David Siriri.

Daarnaast zijn er ook computers aangekocht, werd er huisvesting voorzien voor de leerkrachten en zijn er gestandaardiseerde examens en beursprogramma’s geĆÆntroduceerd. Ten slotte werden ook zonnepanelen voorzien, zodat er ’s avonds gewerkt kan worden. Dit heeft ervoor gezorgd dat het aantal leerlingen van 170 naar 585 is gestegen. Het project heeft natuurlijk niet enkel deze school geholpen. In totaal zijn er 12 basisscholen die hun leerlingenaantal serieus hebben zien stijgen in de voorbije zes jaar.

Er werden voor vrouwen ook extra inspanningen gedaan op middelbare scholen via de ‘Connect to Learn’ beurs en via Women Empowerment scholen. Op deze manier willen ze vrouwen – en hun ouders – stimuleren om meer aandacht te besteden aan onderwijs. “Het is belangrijk voor deze vrouwen om in te zien dat ze meer mogelijkheden hebben in het leven dan trouwen of kinderen krijgen”, vertelt de directrice ons.

Gezondheid

We bezoeken ook een gerenoveerd health center, waar vrouwen kunnen bevallen of zich kunnen laten testen op hiv of malaria. Er zijn verschillende health centers opnieuw geopend onder het toeziend oog van de Millennium Promise. “Vroeger was er slechts 1 verpleegster in dit centrum en die stond in voor een gebied van 7000 mensen. Het spreekt voor zich dat veel mensen gewoon niet kwamen. Dankzij een grondige renovatie van het gebouw en het aanwerven van verpleegsters en vroedvrouwen, kan 89 procent van de vrouwen hier bevallen”, zegt David. Ook ziektes zoals hiv en malaria kunnen opgespoord en behandeld worden.

Deze ziekenhuizen zijn openbaar en volledig gratis. Momenteel worden ze gesteund door de Millennium Promise, maar vanaf 2015 zal de overheid moeten instaan voor de financiĆ«le hulp. Er wordt samengewerkt met de lokale overheden, maar het is natuurlijk de vraag of die zich aan hun beloften zullen houden. “Wij stellen een plan op en proberen de overheid te overtuigen van de voordelen waarvan ze zullen genieten als ze blijven investeren in deze gebieden. Als ons werk erop zit, kunnen we alleen maar hopen dat de overheid zich zal blijven inzetten”, aldus Sam Mayers.

Naast de health centers, is er ook een systeem van health workers ingevoerd die aan huis gaan bij mensen die niet in het ziekenhuis geraken. Wij mochten een dag meelopen met een health worker en zagen hoe een ziek kindje getest werd op malaria. De resultaten bleken – gelukkig – negatief. De test duurde slechts enkele minuten, dus het zou niet nodig geweest zijn om daarvoor naar het ziekenhuis te gaan. Op deze manier kan er dus snel en efficiĆ«nt gewerkt worden.

Duurzaamheid

Het sleutelwoord van dit project is duurzaamheid. Een goed voorbeeld daarvan krijgen we te zien bij boer Paul. Zoals de meeste boeren was hij volledig afhankelijk van zijn bananenplantage. Aangezien bijna iedereen zo’n plantage heeft, is er van concurrentieel voordeel geen sprake. Daarom werden de landbouwers opgeleid om ook andere gewassen te telen en aan veeteelt te doen. Bij wijze van startkapitaal ontving boer Paul een koe, waarvan het eerste kalf aan een andere boer werd gegeven. Ondertussen heeft hij vier koeien, enkele geiten, mangoplanten en een groentetuin. Voor energie wordt ook gezorgd dankzij een systeem van biogas.

Duurzaamheid vinden we ook terug in de gemeenschappelijke zonnepaneleninstallatie – die zo’n 20 gezinnen voorziet van stroom – en in de waterpompen die zuiver water vanuit de vallei naar de dorpen sturen. Verder is er ook een bank, een bibliotheek en een radiostation geopend want knowlegde is power, nietwaar?

“De hoofdingrediĆ«nten van duurzaamheid zijn een samenwerking met de overheid, een gemeenschapsgevoel en een uitgebouwd economisch systeem”, zegt Sam Mayers. “Er zijn altijd veel sceptici die vinden dat het geld verspild wordt, maar wij proberen ervoor te zorgen dat het uitgebouwde systeem niet aan diggelen valt na 2015. Net zoals een ondernemer in Europa startkapitaal nodig heeft, hebben ook de plaatselijke handelaars en boeren daar nood aan. Boer Paul is het beste bewijs dat het systeem werkt: die ene koe, zijn er ondertussen vier geworden en ik ben er zeker van dat zijn boerderij goed draaiende zal blijven nadat we weg zijn.”

Mayers benadrukt verder dat de lokale bevolking goed is opgeleid om alles zelf verder op te volgen. “Er heerst een sterk gemeenschapsgevoel en de mensen zijn heel enthousiast over de veranderingen dus ik zie niet in waarom dat zou veranderen als wij weg zijn.”

Renske De Maesschalck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content