Japan wil winkelwijken exporteren

Worden de bekende Japanse modedistricten Harajuku en Ginza binnenkort nagebouwd in het buitenland?

Japan wil in heel de wereld Japan-geĆÆnspireerde winkelwijken openen als onderdeel van het Cool Japan programma dat de Japanse cultuur over de grenzen moet promoten.
In oktober opende meer dan een dozijn Japanse kledingbedrijven een kleine winkelwijk in Singapore; Harajuku Street Style genaamd. Het project was bedoeld om de slechte economie van Japan na de nucleaire ramp te redden. Nu maakt het Japans ministerie voor Economie bekend dat het van plan is dit soort projecten ook in andere landen te organiseren. Volgens retail experte Katelijn Quartier kan het concept ook in ons land aanslaan.

Onder de vlag van het Cool Japan programma wil de Japanse overheid verschillende shoppingbuurten in het buitenland lanceren die genoemd worden naar bekende Japanse modedistricten zoals Ginza en Harajuku. In de buitenlandse winkels zouden exact dezelfde spullen te vinden zijn als in de shops in de Japanse wijken.

Gespecialiseerde shops en kleine boetieks
Vooral in AziĆ« en Europa is de Japanse cultuur bijzonder populair dankzij verschillende animatiefilms, magazines en stripboeken. Ook Japanse designartikelen en kleding kunnen buiten Japan op veel bijval rekenen en Japans geĆÆnspireerde streetstyles duiken steeds vaker op in de modekaternen van internationale magazines. Ondanks die grote populariteit is het voor gespecialiseerde shops en kleine boetieks zoals die in de Harajukubuurt moeilijk om naar het buitenland te exporteren. Ze missen vaak de nodige fondsen en kennis om te groeien op de internationale markt.

Het Japans ministerie voor Economie wil daarom grote bedrijven en winkelcentra gespecialiseerd in export linken aan deze kleine Japanse handelaars om ze te helpen hun kleine populaire shops ook in China, India en Zuid-Oost Aziƫ op te starten. Het project omhelst niet enkel kledingmerken maar ook winkels die anime actiefiguurtjes en strips verkopen, net als typische Japanse fastfoodketens en bars. Op de duur wil de Japanse overheid heuse shoppingwijken nabouwen in het buitenland en richt daarvoor de pijlen ook op de Verenigde Staten en Frankrijk. Japan hoopt hiermee niet enkel de Japanse cultuur te exporteren en de economie te versterken maar ook het toerisme naar Japan te bevorderen.

Een geĆÆsoleerd winkelgegeven “Ik geloof er wel in”, zegt retail experte Katelijn Quartier. “Het exporteren van een hele winkelwijk met alles erop en eraan lijkt een beetje groots opgevat, maar Japanners hebben al gekkere dingen gedaan. Bovendien zijn Europeanen wel aangetrokken tot kunstmatige winkelconcepten, kijk maar naar het succes van Maasmechelen Village. Ik zie het echter enkel werken wanneer het een soort geĆÆsoleerd winkelgegeven wordt; iets waar mensen een dagje voor uit zullen trekken.” Een organische integratie lijkt Quartier niet waarschijnlijk. “Als Japanners werkelijk een volledige buurt of winkelwijk willen implementeren in ons retaillandschap dan zal dat waarschijnlijk ook inclusief de architecturale omgeving zijn en die verschilt totaal van de onze.”

Het Cool Japan project zou de export van Japanse popcultuur, mode en spelletjes een boost moeten geven. De overheid wil deze markt tegen 2020 uitbreiden naar zo’n 11 biljoen yen, of 100 miljard euro. De voornaamste Japanse exportgebieden zijn momenteel gemotoriseerde voertuigen en high-tech producten. Yusuke Kawamura, hoofdadviseur van het Daiwa Institute of Research, vindt dat dit moet veranderen. “Het is noodzakelijk dat ook onze cultuur geĆ«xporteerd wordt om op die manier onze buitenlandse invloed te vergroten”, zegt Kawamura. Hij staat volledig achter het hele Cool Japan project. “Jonge mensen in het buitenland zijn echt fan van de Japanse popcultuur en mode. Het idee van volledige shoppingwijken te exporteren is dus een bijzonder goed idee, want vooral de producten die verkocht worden in kleine boetieks zijn populair. Grote ketens trekken minder aandacht. Via dit project kan de overheid kleine shops helpen om ten volle te profiteren van hun populariteit” vindt Kawamura.

Wie dit project geen kans op slagen geeft kent de namaakcapaciteiten van de Japanners niet. Neem nu het Huis Ten Bosch project uit 1992, dat een getrouwe replica is van een Nederlands dorp met allerlei Nederlandse gebouwen nabij Nagasaki. Voor het themapark liet bedenker Yoshikuni Kamichika meer dan 6 kilometer kanalen graven en zo’n 400.000 bomen en 300.000 bloemen importeren. Ook de bakstenen, gebruikt voor de perfecte replica’s van Nederlandse gebouwen, zijn van Nederlandse makelij. Als we mogen afgaan op de nauwkeurigheid die bij dit project aan de dag werd gelegd mag de wereld zich opmaken voor een heuse Japanse shop-implementatie.

Katrin Swartenbroux

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content