Ik kom terug naar huis en ik neem mee: meer aandacht voor de kleine dingen

Tijdens haar vakantie besefte Nathalie Le Blanc dat nieuwe plekken onze nieuwsgierigheid prikkelen, maar dat we ons thuis nog amper verbazen over kleine dingen. Met een boek in de hand ontdekte ze manieren om die nieuwsgierigheid een jaar lang vast te houden.

Vakanties zijn wonderlijke dingen. Perfect om je batterijen op te laden, een boek te lezen en wat gaten in je cultuur op te vullen. Maar even belangrijk is dat ze je anders naar de wereld doen kijken. We gaan zitten voor een zonsondergang, Instagrammen onze cappuccino en wandelen een charmant kerkje in. Nieuwe plekken prikkelen onze nieuwsgierigheid. Terwijl ik thuis snel snel door de supermarkt stuif, struinde ik onlangs eindeloos door een Stockholmse COOP, verwonderd over de hoeveelheid soorten ingelegde haring en harde koekjes. Ik nam zelfs een foto van een roze blik ansjovissen.

Hond

De eerste weken na een reis zindert mijn opmerkzaamheid nog na, maar lang duurt dat niet en dat is jammer, vindt Alexandra Horowitz. Deze New Yorkse psychologe merkte dat haar hond helemaal anders door de stad beweegt dan zij. Niet alleen is hij maar 30 centimeter hoog, hij laat zich leiden door zijn neus. De auteur besefte daardoor dat ze waarschijnlijk veel mist en zich als een slaapwandelaar door de stad beweegt. Dus gaat ze voor haar boek Met andere ogen met elf verschillende mensen op pad.

‘We gebruiken onze ogen, maar onze blik is vluchtig. We zijn niet verblind, maar hebben oogkleppen op.’

Een geoloog wijst meer dan zestig verschillende soorten steen aan in amper een paar straten en toont Horowitz de schelpfossielen in een kalksteengevel. Onder opgeraapte blaadjes en op brandkranen vindt een veldbioloog tientallen insecten en na een wandeling met een in wilde dieren gespecialiseerde collega, die vertelt dat haar stad ’s nachts een dierenparadijs is, concludeert Horowitz dat de stad niet natuurloos is, maar eerder een soort geconcentreerde natuur. Ze bestudeert de alomtegenwoordige letters met een typograaf, stelt diagnoses van voorbijgangers met een arts en dwaalt met een kunstenares af van haar route om verborgen plekjes te vinden en daar met iedereen die ze tegenkomen een praatje te maken. Ze leert dat je perfect iemands bewegingen kunt voorspellen als je op zijn of haar hoofd let, dat voetgangers net zoals een school vissen of een zwerm vogels een gecoördineerde dans doen en dat mensen die op hun gsm kijken, die dans verstoren.

‘Het beeld dat onze ogen produceren is zo levendig, dat we aannemen dat er geen andere manier is om de wereld te begrijpen’, schrijft Horowitz. Op een wandeling met haar haar zoontje doet ze een kwartier over een paar honderd meter, omdat alles, van een opvallende schaduw tot een waterkraan, boeiend is als je achttien maanden bent. Ze gaat ook op wandel met een sound designer en ontdekt dat wij mensen een opvallend stille diersoort zijn en dat verkeer niet alleen geluid maar ook een bries produceert.

Oogkleppen

Horowitz mocht ook mee met de blinde Arlene Gordon, die de stad op geluid en tast doorkruist. Gordon reist al jaren de wereld rond en vraagt aan haar reisgenoten om de bestemming te beschrijven. ‘Stuk voor stuk zeggen ze dat ze veel meer zien omdat ze met mij optrekken.’

We kijken, maar we zien niet, schrijft Horowitz. ‘We gebruiken onze ogen, maar onze blik is vluchtig. We zijn niet verblind, maar hebben oogkleppen op.’ En vaak hebben we vandaag met onze gsm ook nog eens een oogklep in de hand. Horowitzs boek is een charmant pleidooi voor meer aandacht. Dus wie mij volgt op Instagram: verwacht vanaf nu ook foto’s van perziken op de vrijdagmarkt, van de spin in mijn jasmijnplant en van de file op de E40.

Met andere ogen – Manieren om meer waar te nemen, Alexandra Horowitz, uitg. Balans, 317 p., 2014.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content