Tieners met het rijk alleen

© Saskia Vanderstichele

De examens zijn in aantocht en dus zit onze jeugd studerend thuis. Alleen thuis, betekent dat vaak. Heel wat (jonge) tieners hebben een eigen sleutel en laten zichzelf vlotjes binnen. Maar is dat wel een goed idee ? “Zelfstandigheid is belangrijk, maar ze hebben ook een luisterend oor nodig.”

“Kwart over vier, Pauline komt uit school. Er is niemand thuis, het is stil in huis. Ze draait een plaatje. (…) Niets aan te doen. Ze krijgt het heus wel voor elkaar. Ze is al dertien jaar. Pauline, Pauline.

Het liedje van Bram Vermeulen dateert uit 1980, maar is actueler dan ooit. Waar de ‘sleutelkinderen’ uit de jaren tachtig en negentig soms wat meewarig werden bekeken, vinden we het nu normaal dat kinderen, zeker vanaf het middelbaar, vaak alleen thuiszitten. Daar worden ze zelfstandig van, luidt het. “Het is belangrijk dat kinderen leren omgaan met vrijheid”, zegt kinder- en jongerenpsychiater Peter Adriaenssens. “Vanaf twaalf jaar kun je daar stapsgewijs mee beginnen. Hen eens een halfuur alleen laten als je boodschappen gaat doen en nadien een uur of anderhalf uur na school, is prima. We mogen geen ‘drone-ouders’ worden die hun kind continu in de gaten houden.”

Dat beaamt ook kinderpsychiater Lieve Swinnen. “Kinderen moeten verantwoordelijkheid leren opnemen. Twaalf jaar is een goed moment om daarmee te beginnen. Uit onderzoek naar de leeftijd waarop kinderen veilig alleen in het verkeer kunnen, bleek dat de meeste kinderen vanaf hun twaalfde vrij goed risico’s inschatten. Om alleen thuis te zijn, moet je dat ook kunnen.” Daarom is het beter om lagereschoolkinderen zo weinig mogelijk alleen te laten, vindt Swinnen. “Ik heb dat zelf ondervonden. Toen we onze oudste zoon heel even alleen lieten, voor een korte boodschap, zat hij met zijn vinger tussen de tuinstoel. Jonge kinderen zien bepaalde gevaren en risico’s nog niet en raken snel in paniek.” Al zijn de verschillen tussen kinderen groot, vindt Adriaenssens. “Neem een klasfoto van dertienjarigen : een deel van hen ziet eruit als zestienjarigen, het andere deel lijkt amper elf. Dat geldt ook qua mentale ontwikkeling : sommige jonge tieners kunnen al goed verantwoordelijkheid opnemen, andere zijn het nog volop aan het leren. Het is dus belangrijk om je kind goed in te schatten.”

Maar ook twaalfjarigen en oudere tieners zitten beter niet elke dag alleen thuis, vindt Swinnen. “Ouders hebben vaak het idee dat ze dat kunnen, elke avond, woensdagmiddag en vakantiedag alleen thuiszitten. Maar dan missen jongeren een luisterend oor. Vaak hebben ze de behoefte om hun verhaal te doen. Het klopt dat veel tieners thuis amper iets vertellen, maar af en toe moeten ook zij kunnen ‘bijtanken’. We beschouwen tieners te vaak als minivolwassenen, maar dat zijn ze niet. Zeker tot hun zestiende hebben ze regels en grenzen nodig. En dus ook een grote beschikbaarheid van ouders. De meeste tieners verkiezen een nest met aanwezige ouders, waar ze zelf kunnen in- en uitvliegen wanneer ze dat willen. Alleen thuis zijn vinden ze heerlijk voor een avond of een middag, maar het mag geen constante zijn.”

CREATIEF MET OPVANG

Ook volgens Adriaenssens kunnen tieners geregeld enkele uren alleen overbruggen. Maar twaalfjarigen die het hele weekend alleen zijn, lijkt hem verre van ideaal. “Al besef ik dat veel ouders geen andere keuze hebben. Wees maar eens een alleenstaande moeder die op zaterdag werkt : dan kun je bijna niet anders. Ik wil ouders dus geen schuldgevoelens aanpraten. Maar soms kun je wel op zoek gaan naar creatieve oplossingen. Zijn er vrienden of familie die kunnen bijspringen ? Misschien staan andere gezinnen open voor een beurtrol : de ene vakantiedag blijven alle kinderen bij gezin a, dan bij gezin b.” Maar ook politici moeten zich bezinnen, vindt Adriaenssens. “Als maatschappij hechten we veel belang aan regels en we eisen dat de nieuwe generatie die respecteert. Toch laten we onze jongeren zo vaak alleen. Neem nu het ouderschapsverlof : een goed systeem, maar je kunt het maar opnemen tot twaalf jaar. Nochtans hebben tieners evenveel nood aan hun ouders. We moeten onze arbeidsorganisatie dus herbekijken.”

In veel gezinnen is er één voordeel : als de ouders moeten werken, zijn er nog oudere broers en zussen die een oogje in het zeil kunnen houden. Maar ook dat is niet altijd ideaal, weet Adriaenssens. “Dan wordt er vaak onbewust een hiërarchie geïnstalleerd. Ouders bedoelen het goed als ze hun oudste kind de opdracht geven om ‘wijs’ te zijn. Maar voor de jongere broer of zus betekent dat vaak dat er een nieuwe baas in huis komt. Dat kan tot onprettige ervaringen leiden. Het is belangrijk om daar open over te praten met je kinderen. Je moet erop kunnen rekenen dat ze het zullen vertellen wanneer er iets misloopt. Maar in veel gezinnen zijn er een of meerdere kinderen die daar moeilijk over communiceren. Veel kinderen willen niet zeuren. Ze weten dat hun ouders liever thuis zouden zijn maar nu eenmaal moeten werken, en ze willen hen niet tot last zijn.”

LIEFST SAMEN ALLEEN

Goede communicatie is cruciaal, weet ook Johan Meire, onderzoeker bij de vzw Kind & Samenleving. “Als je kind alleen thuiszit, geef je beter genoeg info : waar ben je, hoe laat ben je terug, naar welke nummers kan het kind bellen… Vraag je kind ook eens wat het doet als het alleen thuis is, en wat het zou wíllen doen. Niet alles is mogelijk, maar misschien vinden jullie een middenweg.” Meire deed diepte-interviews bij dertig kinderen tussen zeven en vijftien, en bij hun ouders, over hoe ze de tijd beleven die ze als gezin doorbrengen. “Veel ouders zijn bang dat hun kinderen alleen maar gamen en snoepen als ze alleen thuis zijn, maar dat valt best mee. De meeste kinderen krijgen daar na een tijdje genoeg van. TV en computer blijven wel toppers, maar kinderen vinden het bijvoorbeeld ook fijn om te knutselen en te tekenen.” Al zijn er ook kinderen die zich snel vervelen als ze alleen zijn. “Dan is het niet slecht om een briefje achter te laten met wat concrete bezigheden, van klusjes tot leuke tips, zoals een specifiek programma op tv of een gezelschapsspel, als er meerdere kinderen thuis zijn.” De momenten die kinderen alleen thuis doorbrengen, zijn zowel voor de ouders als voor de kinderen meestal een verplicht nummertje, weet Meire. “Er zijn ouders die er bewust voor kiezen om hun kinderen zelfstandiger te maken. En er zijn tieners die er echt van genieten. Maar dat blijft een minderheid. De meeste ouders doen het omdat het niet anders kan, en de meeste kinderen zitten er niet op te wachten. Als het af en toe gebeurt, zijn die momenten bijzonder, waardoor kinderen ze wel fijn vinden. Maar het mag niet te lang duren. Niet omdat ze zich dan eenzaam zouden voelen – daarover heeft geen enkel kind geklaagd – maar omdat ze minder mogelijkheden hebben. Gaan spelen bij een vriendje ? Dat kan meestal niet, want mama en papa zijn er niet om hun fiat te geven. En jonge tieners vinden alleen zijn ook vaak eng, zeker ’s avonds.”

Als je kinderen zelf laat kiezen, vinden ze het vooral leuk om ‘samen alleen’ te zijn, vertelt Meire. “Op hun kamer een strip lezen terwijl moeder de krant leest en vader in de keuken staat, daar genieten kinderen van. Ze hebben dan autonomie, maar voelen zich toch geborgen. Misschien een tip voor ouders, met het oog op qualitytime : je hoeft heus niet elke avond een gezelschapsspel te spelen met je kroost. Zolang je er maar bent als ze je nodig hebben.”

Tekst Stefanie Van den Broeck & Foto’s Saskia Vanderstichele

“Het fijnste aan alleen zijn ? Geen gezaag om je oren”

“Tieners vinden alleen thuis zijn heerlijk voor een avond of een middag, maar het mag geen constante zijn”

“Op een dag lag de cavia dood in zijn hok: op zo’n moment wil je niet alleen zijn”

“Toen ik mijn sleutel vergat, kroop ik in het huisje in de tuin”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content