Hoe zou het nog zijn met…?

In drie decennia werden talloze bekenden in Knack Weekend geïnterviewd. Een aantal onder hen maakte een glansrijke carrière, anderen leken verdwenen. Uit die laatste groep selecteerden we er zes die terugblikken op hun uitspraken.

In drie decennia werden talloze bekenden in Knack Weekend geïnterviewd. Een aantal onder hen maakte een glansrijke carrière, anderen leken verdwenen. Uit die laatste groep selecteerden we er zes die terugblikken op hun uitspraken.
Jessie De Caluwe: denk aan jezelf!

Na een rijkgevulde carrière, stopte Jessie De Caluwe in 2007 met televisiepresentaties, maakte nog enkele muziektheatervoorstellingen en vier cd’s met muziek en poëzie. Maar ze was vooral bezig als communicatiecoach en stemregisseur. De jongste tijd leidt ze een beetje een teruggetrokken leven in een klein dorpje in Marokko, op wandelafstand van de Atlantische Oceaan.

In een interview met Anne Geerts uit 1991 stelde ze dat ze haar bruisende energie haalt uit de momenten die ze voor zichzelf heeft, “door mij niet te laten leven, maar zelf te bepalen wanneer, waar en wat ik eet, hoelang ik in bed blijf, of ik alleen wil zijn of juist wil gaan dansen. Ik kan me noch in mijn privéleven, noch in mijn werk laten leiden door anderen, want als je altijd aan anderen denkt, word je daar zelf slachtoffer van. Want je doet toch nooit datgene wat goed is op het juiste ogenblik en voor de juiste persoon. Daarom is een gezonde vorm van egoïsme nodig.”

Hoe denkt ze daar 22 jaar later over?

“Voor een ‘meisje’ van 35 vind ik dat nog steeds een zeer wijs antwoord. En ik denk er nog net hetzelfde over. Elke belangrijke beslissing in mijn leven heb ik volledig zelf genomen, zelfs al werd daar soms meewarig op gereageerd. Dat wil zeggen: gefrons kreeg ik vooral van mensen die me niet écht kennen. Ik heb een handvol zeer hechte vrienden. Gelukkig voel ik zéér snel aan wanneer iets juist zit, of wie het goed met me voorheeft. Dat is buikgevoel, je laten omringen door mensen met het hart op de juiste plaats en af en toe een risico nemen. Bang zijn helpt niet. Het verlamt je alleen maar. Leren vertrouwen in wat komt, ik heb het moeten leren, leer het nog steeds en geef het door aan anderen. Of zoals ik ooit meekreeg van een vrouw van 87: de gouden tijden liggen voor je, niet achter je. En zo is het maar net.”

Frans Boenders: ontvankelijk voor het geluk

Na 32 jaar dienst ging Frans Boenders (inmiddels 70) op zijn 57ste met pensioen als producer bij Radio 3, maar doceerde nog wel kunstgeschiedenis aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth en was hoofdredacteur van Kunst & Kultuur.

In een interview met Anne Geerts over geluk keek hij wat kritisch naar de rage om via joggen en powertraining een soort übermensch te worden, terwijl dat volgens hem alleen tot ongeluk en opgekropte agressie leidt.

Hoe denkt hij nu dan wel over geluk ?

“Geluk is ook afstappen van het krampachtige zoeken naar geluk en gewoon ontvankelijk zijn voor de kleine dingen. Het is nu al drie weken erg vroeg donker en daar kun je eindeloos over zeuren, maar je kunt er ook mee lachen. Vergeet ook niet dat alle bezit je tot last is en dat hoe meer je hebt, hoe meer zorgen je krijgt, en die zorgen versmallen dan weer je bewustzijn. Ik heb dertien jaar geleden mijn huis en mijn inboedel aan mijn vrouw gelaten. Ik bezat niets meer, behalve mijn pensioen en genoeg opdrachten om van te leven. Sindsdien huur ik bewust een plek waar ik op elk moment weer weg kan. Natuurlijk zijn er mijn 10.000 boeken en daaraan ben ik gehecht, maar ik hang er niet aan vast. Als die gestolen worden, begin ik gewoon opnieuw.”

“En ach, dat joggen. Ik ga dagelijks vroeg naar de gym in Kruishoutem, als er nog geen hond is. Gewoon om mijn lichaam wat op peil te houden. Maar ik maak er geen nieuwe religie van, zoals dat vandaag met koken gebeurt. Ik begeleid enkele keren per jaar een reis omdat ik graag praat en graag doorgeef wat ik meen te kennen. Dat reizen geeft me de gelegenheid om andere landen te zien evolueren. Tussendoor hou ik lezingen, schrijf poëzie en maak monografieën over schilders en beeldhouwers die anders niet aan de bak komen.”

Paul Jacobs: thrillers en memoires

Paul Jacobs (64) was tot in het begin van deze eeuw een gevierd radioproducer bij de VRT, onder meer bekend van programma’s als De taalstrijd, Het vermoeden en De rechtvaardige rechters. Op zijn 56ste nam hij loopbaanonderbreking, in 2009 ging hij met pensioen. Sindsdien schrijft hij elk jaar een boek: zijn vijfde thriller, Dood van een egoïst, verschijnt dit voorjaar bij Houtekiet.

In een interview met Jacky Huys uit 1992 stelde hij dat hij er geen behoefte aan had om iets van zich af te schrijven, dat zijn grote voorbeeld De magiër van John Fowles was. En nu schrijft hij thrillers….

“Ja, waarom thrillers? Het is een kwestie van jeugdsentiment, denk ik. Als jonkie heb ik mezelf helemaal ondergedompeld in de sfeer van die gezellige, beschaafde Angelsaksische detectives uit de gouden jaren dertig: Agatha Christie, Dorothy Sayers, John Dickson Carr, en nu ik vijftig jaar later de tijd heb, wou ik het zelf wel eens proberen. Het is een karwei, twee maanden nadenken en acht maanden schrijven, maar het is het liefste wat ik doe. Elke middag probeer ik om twee uur achter mijn computer te zitten, en als ik een paar dagen niks heb gedaan, voel ik me schuldig.”

“De rode badkuip, mijn eerste roman, zat volgens kenners nog half in de sfeer van Dan Brown, met ingewikkelde codes en vernuftige bandieten, maar stilaan begin ik mijn eigen voetspoor te volgen. Wie weet waar ik nog allemaal uitkom.?En voor ik het allemaal vergeet en al mijn radiofans overleden zijn, schrijf ik momenteel mijn autobiografie, een dik woord voor al wat ik me nog voor leuks herinner uit mijn eerste vijfenzestig jaar. De ondertitel heb ik al: Een leven met boeken en andere vrienden. Uiterst verbazend, zelfs voor mezelf.”

Petra Polak: lekker niet ambitieus

Petra Polak stamt uit een muzikale familie en bracht met haar groep Pitti Polak in 1992 een succesvol debuutalbum uit. Er kwamen er nog twee, maar sinds ruim zeventien jaar is het een beetje stil geworden rond de zangeres, die in 1994 aan Stijn Meuris toevertrouwde dat ze zelden een blad voor de mond neemt, graag den aap uithangt, en dat wil blijven doen. Succes of geen succes.

Een nog altijd enthousiaste Polak geeft toe dat er een wat abrupt einde kwam aan haar carrière. “Ik was zwanger, mijn vader was net gestorven, en een van de dochters sliep slecht: ik was dringend aan een pauze toe en die bleef gewoon duren. Ook omdat ik dacht: het is nu aan andere mensen. Want ambitieus ben ik nooit geweest. Ten slotte was het allemaal een beetje uit nieuwsgierigheid begonnen, en voor ik het wist, kwam ik als twintigjarige op televisie. Terwijl ik het best naar mijn zin had in het nieuwe huis met een grote tuin, een man die oude motorfietsen opknapt en voor mij zelfs een mobylette uit 1948 weer aan de praat heeft gekregen.”

“En wat mijn aard betreft, kan ik alleen zeggen dat het klopt dat ik vroeger lak had aan alles. Met ouder worden evolueer je vaak naar het extreme, maar dat is bij mij niet gebeurd. Ik probeer altijd diegenen die me dierbaar zijn in gedachten te houden. Maar dat van de aap uit te hangen is wel degelijk gebleven. Ik heb hier nu twee Luikse meisjes op stage, waarbij zij Nederlands leren en wij Frans, en dat geeft constant aanleiding tot zotte kuren en een soort toneelspel. Dus dat is een constante gebleven, net zoals ik al heel lang aan dezelfde school verbonden ben waar ik aan twaalfjarigen lesgeef. Laat ons stellen dat mijn publiek wat kleiner is geworden, maar ik wel mijn onnozele zelf ben gebleven.”

Betty Mellaerts: de weg naar de vrijheid

Betty Mellaerts werkte al jaren voor de radio toen ze ook op televisie het programma Kunstzaken begon te presenteren. In haar goede voornemens voor 1988 in Knack Weekend meldde ze dat ze een evenwicht wilde behouden tussen beroep en privé. Haar lag vooral de gulden middenweg, ook nadat ze in 1999 haar ontslag aanbood bij de VRT en ging freelancen.

“Ik ben daarin niet veranderd, ik ben eerder een bemiddelaar dan een ruziestoker, ik luister graag naar argumenten alvorens te oordelen. Maar ik denk nu wel al eens vaker aan mezelf in plaats van eeuwig anderen te willen behagen, wat behoorlijk uitputtend kan zijn. Ik heb ondervonden dat ik beter functioneer als ik een beetje afstand neem van de drukte. Ik ben van nature eerder een solitair dan een sociaal mens, beperk me liever tot een kleinere groep dan mij in de massa te begeven.”

“Lezen is een passie gebleven en sinds ik zelfstandige ben, en daardoor de Grote Vrijheid verworven heb, kan ik mijn werkritme beter regelen. Een halve dag vrij nemen is oké, zolang ik mijn deadlines maar haal. Dat kan niet zo goed onder een baas.”

“Het bekend zijn had zo zijn voordelen, maar daar ben ik naïefweg ingerold, het was zeker nooit een ambitie op zich. Nu ik wat van het publieke toneel afgestapt ben, voel ik me eigenlijk prima. Ik geef nog wat les, verzorg soms presentaties in het literaire milieu, en werk net een boek af dat in het voorjaar verschijnt en waarin ik het leven reconstrueer van twee onbekende vrouwen. Zowel het opzoekingswerk daarvoor als het schrijven is een eenzame bezigheid. Het past me als gegoten.”

Antje De Boeck: intensiteit zit mijn hart

Actrice Antje De Boeck was de jongste jaren iets minder vaak op het scherm te zien, maar inactief was ze nooit. Ze combineert op de scène muziek, theater en voordracht, vaak aan de zijde van haar man, muzikant en componist Rony Verbiest. Met journalist Peter Van Dyck sprak ze bijna tien jaar geleden over de intensiteit waar ze in haar leven niet onderuit kan.

“Door omstandigheden ben ik door de muziek aangetrokken, en tijdens een soloproject Colometa voelden de muzikanten zich zeer door mijn optreden aangesproken. Van het een kwam het ander, en die combinatie heeft een enorm verrijkend effect op me gehad. Ik dacht dat ik redelijk zelfverzekerd in het theater stond, maar kwam als een klein kind in de muziek terecht. Ik help bij het interpreteren en bij de muziek, buig me over melodie en tempi, en voel me goed bij dat werk, dat ook veel met montage te maken heeft. Luister maar naar The Time of the Doves.”

“Dat ik daar zo in opga, komt natuurlijk ook door de intensiteit waarmee ik altijd al geleefd heb, en waarvoor mijn moeder altijd waarschuwde: ze vond dat ik leefde wie eine Kerze, die an beiden Seiten brennt. Ik besef dat wel en ik weet dat ik me ervoor moet behoeden. Omdat ik er altijd weer ten volle voor wil gaan, of het nu om mijn eigen rol gaat, of niet. Want ik kan me ook opbranden voor een ander. Omdat die intensiteit in mijn hart zit, er zonder niets echt is. Een intensiteit die alomtegenwoordig is en evenzeer geldt voor het opgaan in het spel van mijn zoon als die basket speelt, als voor het huishouden. Als ik bij een optreden mijn man kan helpen door cd’s te verkopen of wat dan ook, kan ik niet op mijn gat blijven zitten kletsen met de madame van de bar. Omdat ik betrokken ben.”

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content