Hoe hoogsensitief zijn we écht? Twee hoogsensitieve auteurs houden de hype tegen het licht

7281121 © Professor Elke Van Hoof en Fleur van Groningen.

Heel Vlaanderen is hoogsensitief. Of zo lijkt het wel, aan het tempo te zien waarin de boeken over het thema over de toonbank vliegen. Auteurs Fleur van Groningen en professor Elke Van Hoof, beide hoogsensitief, houden de hype tegen het licht. ‘De vraag is: wat levert zo’n label op?’

Heel Vlaanderen is hoogsensitief. Of zo lijkt het wel, aan het tempo te zien waarin de boeken over het thema over de toonbank vliegen. Auteurs Fleur van Groningen en professor Elke Van Hoof, beide hoogsensitief, houden de hype tegen het licht. ‘De vraag is: wat levert zo’n label op?’

Een vriendin met hoogsensitiviteit, dat wil Fleur van Groningen dat haar boek Leven zonder filter voor de lezer is. ‘Toen ik 9 jaar geleden ontdekte dat ik hoogsensitief ben, vond ik praktische informatie bij auteurs als Elaine Aron. Maar ik had ook nood aan iets anders, aan iemand die me het gevoel gaf dat ik niet de enige was. Een vriendin die het ook is, eigenlijk. In mijn wereld vond ik die niet, daarom heb ik mijn ervaringen voor anderen neergeschreven.’ Veel mensen blijken nood te hebben aan zo’n vriendin, want het boek vliegt over de toonbank. Was Fleur recent op zoek gegaan naar praktische informatie, dan was ze waarschijnlijk uitgekomen bij het boek Hoogsensitief, van professor Elke van Hoof. Dat kwam vorig jaar uit en is ondertussen aan zijn zesde druk toe. Er lag blijkbaar een gevoelige snaar klaar om geraakt te worden. Dat het onderwerp een beetje een hype lijkt, ligt volgens Elke Van Hoof aan onze maatschappij. ‘Mensen hebben nood aan diversiteit, en aan inclusie, maar de maatschappij wil eenheidsworst. Iedereen moet hetzelfde zijn en liefst ook in de pas lopen. Als er een afwijking vastgesteld wordt, moet die zo snel mogelijk bijgestuurd worden. Ik denk dat mensen zich daartegen verzetten. Dat ze voelen dat ze op sommige vlakken anders zijn, en zich daarom roeren. Ze zijn op zoek naar iemand die hen bij de hand neemt en uitlegt hoe dingen in elkaar zitten. Vandaar dat deze boeken én het idee van hoogsensitiviteit zo populair zijn. Ze geven een mogelijkheid om anders te zijn, maar toch nog ergens bij te horen.’

Het is sexyer om te zeggen dat je hoogsensitief bent, dan dat je borderline of een burn-out hebt

Sinds Leven zonder filter verscheen, kreeg Fleur van Groningen van veel lezers te horen dat ze eindelijk verwoordt wat zij al lang voelen. ‘Dat is op zich fijn, maar het betekent niet dat onze ervaringen helemaal gelijklopen.’ Toch is dat het mooie aan het boek van Fleur, knikt Elke Van Hoof. ‘Je helpt mensen om woorden te vinden om over zichzelf te praten.’

Het juiste label

15 tot 20% van ons zou hoogsensitief zijn, zeggen sommige auteurs, maar dankzij verfijndere meetinstrumenten en na recent onderzoek stelt Elke Van Hoof dat dit aantal toch een stuk lager ligt. ‘Uit mijn research bleek dat zo’n 10 tot 12 % van de bevolking hoogsensitief is. Die sterk verschillende cijfers hebben volgens mij te maken met de verwarring tussen hoogsensitiviteit en hooggevoeligheid. Wie hoogsensitief is, heeft het vermogen om meer informatie dan gemiddeld uit de context op te nemen en die diepgaand te verwerken. Daarom merk je vaker subtiele verschillen of patronen op. Zintuiglijke en andere prikkels komen sterker binnen in de hersenen, met het risico op overprikkeling. We weten al sinds de vorige eeuw dat dat fenomeen bestaat, toen de Duitse psychiater Klagens ontdekte dat de thalamus in de hersenen bij sommige mensen anders werkt. Bij hooggevoeligheid is het stresssysteem hypervigilant. Dat wil zeggen dat je in een permanente staat van alertheid leeft omdat er een potentiële dreiging is. Dat kan door trauma ontstaan, maar we zien het ook bij mensen met autismespectrumstoornissen, borderline, bipolaire stoornissen en bij alle stress gerelateerde problemen. Ik schat dat zo’n 30% van de bevolking om uiteenlopende redenen hooggevoelig is en dat speelt volgens mij een rol bij de hype rond hoogsensitiviteit. De beleving van overprikkeling bij hooggevoeligheid lijkt op de overprikkeling bij hoogsensitiviteit, maar onder het oppervlak heeft dat een totaal andere oorzaak.’

Van Groningen: ‘We kennen dat onderscheid niet, ook omdat er veel zelfdiagnose gebeurt. Zelf ben ik naar mijn psycholoog gestapt toen ik het concept ontdekte en daar bleek dat ik inderdaad hoogsensitief was. Dat gaf een dubbel gevoel. Ik was opgelucht, omdat ik eindelijk een verklaring had voor hoe ik me voelde en niet alleen bleek te zijn. Maar ik voelde ook weerzin tegenover dat label. Omdat ik niet van etiketten hou, en ook omdat ik bij het rondsurfen op internet mensen tegenkwam die vonden dat hoogsensitiviteit hen een beetje superieur maakte. Of die concludeerden dat ze hoogsensitief waren omdat ze moesten huilen bij een nummer van de Backstreet Boys.’

Van Hoof: ‘Dat is ook om bij te huilen natuurlijk.’

Van Groningen: ‘Uit wanhoop, ja. (lacht) Ik was op zoek naar duidelijke, praktische informatie over wat er met mij aan de hand is en hoe ik ervoor kon zorgen dat mijn leven, dat op dat moment vrij ambetant was, fijner werd. Dat hoogsensitieve etiket heeft mij dus geholpen, maar wat ik niet toejuich, is dat mensen zich achter een label verstoppen en het als excuus gebruiken. Sorry dat ik zo doe, sorry dat ik dit niet aankan. Ze verwachten dat iemand anders het voor hen oplost. Ik ben liever zelfstandig. Ach, sommige mensen willen ook gewoon medelijden, of aandacht.’

Fleur van Groningen.
Fleur van Groningen.© Diego Franssens

Van Hoof: ‘De vraag is: wat levert een label op? En dan moeten we luidop durven te zeggen dat het sexyer is om te zeggen dat je hoogsensitief bent, dan dat je een borderline persoonlijkheidsstoornis of een burn-out hebt. Ik heb in mijn praktijk al mensen gehad die begonnen te schelden toen ik vaststelde dat hun probleem niet hoogsensitiviteit was. Andere cliënten waren dan weer blij dat ze het niet bleken te zijn. De juiste conclusie is belangrijk. Het is mijn job om mensen beter te leren omgaan met hun klachten, maar dan moeten die klachten wel juist omschreven zijn.’

Een non-issue

Hoogsensitiviteit is misschien sexy, maar er wordt vaak ook nog lacherig over gedaan, vindt Fleur van Groningen. ‘Het wordt niet altijd serieus genomen, misschien door de vele boeken over indigokinderen en de regenbogen die daarbij horen. Ik vraag me af of specialisten het vandaag al in hun opleiding meekrijgen.’

Van Hoof: ‘Er zijn steeds meer artsen die het kennen en binnen het ontwikkelings- en temperamentsonderzoek is het begrip mainstream. Maar eigenlijk is hoogsensitiviteit een non-issue. Het is geen aandoening of stoornis, maar een persoonlijkheidskenmerk. Je verwacht toch ook niet dat je huisarts zegt: ‘Je bent extravert, ga eens met een psycholoog praten.”

Van Groningen: ‘Het probleem ontstaat, in mijn ervaring, als je omgeving totaal geen rekening houdt met je hoogsensitiviteit en als je zelf niet leert te communiceren over je noden en grenzen. Dan word je ongelukkig en depressief, je krijgt stress en gezondheidsklachten. Als je ouders je laten voelen dat je niet normaal bent, groei je op met zelftwijfel en dat weerhoudt je ervan om jezelf graag te zien. Belangrijk, want hoe meer je in het reine bent met jezelf, hoe rustiger je naar andere mensen toe kunt reageren en hoe minder je van slag bent bij tegenslag. Mijn achtergrond is complex. Misbruik als kind, pesten op school, opgroeien in een sekte, dat zijn heftige dingen voor een jong mens. Ik liep heel wat emotionele bagage op en mijn hoogsensitiviteit maakte dat moeilijker. Ik vermoed ook dat we in een tijd leven waarin onze noden niet automatisch ruimte krijgen. Alles gaat steeds sneller, er zijn sociale media en we moeten continu bereikbaar zijn. Dat zorgt ervoor dat mensen overprikkeld raken, zeker als ze daar extra gevoelig voor zijn.’

Van Hoof: ‘Context is cruciaal, afhankelijk daarvan zul je voor- of nadelen ondervinden van de unieke blend van je persoonlijkheid. Dat blijkt ook uit Brits onderzoek van Michael Pluess. In een ondersteunende omgeving kunnen mensen met hoogsensitiviteit tot bloei komen en echt boven zichzelf uitstijgen. Ze zullen creatiever worden, en pro-socialer. Maar wat Fleur zegt klopt. In een negatieve context kunnen ze zich niet staande houden. Vooral mensen die gevoelig zijn voor afwijzing krijgen het moeilijk. Meestal is de omgeving vrij flexibel en passen mensen zich aan elkaar aan. Maar wie gevoelig is voor afwijzing, gaat vaak conflictueus of passief-agressief communiceren en vermijdingsgedrag tonen. En dat soort vervelend gedrag nodigt de mensen om hen heen niet uit om zich aan te passen.’

Van Groningen: ‘Dat herken ik ook bij mezelf. Tijdens mijn kindertijd kreeg ik de input dat ik andere mensen altijd moest laten voorgaan. Daardoor heb ik me lang behagend opgesteld en bleef het moeilijk om mijn grenzen aan te geven. Maar dat is natuurlijk mijn persoonlijke verhaal. Je bent nooit alleen maar hoogsensitief. Elke en ik zijn het allebei, maar we zijn twee heel verschillende personen.’

Professor Elke Van Hoof.
Professor Elke Van Hoof.© Diego Franssens

kill-modus

Fleur van Groningen eindigt Leven zonder filter met de positieve effecten van haar hoogsensitiviteit. Haar creativiteit, de mogelijkheid om verwonderd te blijven, de empathie en het goed kunnen lezen van mensen, wat in relaties en vriendschappen, maar ook interviews een voordeel is. Ook Elke Van Hoof legt in Hoogsensitief uit dat het geen garantie op problemen is. ‘Onder bepaalde omstandigheden presteren we beter dan doorsnee. Door onze kritische geest en het feit dat we verbanden leggen die anderen niet zien, kunnen we uitstekend anticiperen, bijvoorbeeld. Wat nuttig maar soms ook vervelend is, want hoogsensitieve mensen durven je al eens te onderbreken op een vergadering, om te zeggen dat je voorstel niet zal werken.’

Het is geen synoniem voor gevoelige geitenwollensokken dus.

Van Hoof: ‘Hoogsensitieve mannen van een oudere generatie krijgen het moeilijk als ze gevoelens blijken te hebben of zorg willen dragen, want dat past niet in ons maatschappelijke beeld van mannelijkheid. Als tegenreactie worden ze harder dan hard. Beton. We zien dat ook bij hoogsensitieve vrouwen die zich staande moeten houden in een moeilijke context. Wie hoogsensitief is, kan zich echt als een Godzilla gedragen. Omdat ze anderen goed aanvoelen weten ze: als ik dit zeg, dan pak ik je. In kill-modus zijn ze beenhard.’

Van Groningen: ‘Zien we dan niet het schild in plaats van de persoon?’

Van Hoof: ‘Het is geen schild, maar de achterkant van de medaille. De vaardigheden van iemand die hoogsensitief is zijn, in aanvallende modus, bijzonder scherp. Ze zijn manipulatief, dat hoort nu eenmaal bij dat persoonlijkheids kenmerk.’

Van Groningen: ‘Dat vind ik een vies idee. Je kunt jezelf toch corrigeren? Ik lees mensen goed en weet hoe ik iemand kan kwetsen, maar ik doe het niet. Daar kies ik voor. Ik wil zo niet zijn.’

Van Hoof: ‘Maar manipulatief is niet per se een slechte eigenschap, het wil niet zeggen dat je de ander intentioneel kwetst of misbruikt. Succesvolle hoogsensitieve personen doen vaak werkelijk goed, ze slagen er als leiders in om een groep dingen te laten doen die in hun voordeel zijn. Mensen zeggen bijvoorbeeld dat ik een geboren spreker ben en een publiek kan boeien. Omdat ik een publiek kan lezen en schuiven naar waar ik ze wil. Dat is een extra vaardigheid die hoogsensitiviteit me geeft, en dat is ook manipulatie. Vandaar ook dat veel hoogsensitieve personen bijzonder succesvol zijn.’

De maakbare mens

‘Mijn boek is het levensverhaal van iemand die uit de stront komt en iets gemaakt heeft van het leven en zichzelf’, vertelt Fleur van Groningen. ‘Ik heb geleerd uit de pijn en ben daar sterker uit gekomen. Cliché, maar wel hoopvol. Dat wilde ik ook in het boek steken. Het is niet omdat je met stevige tegenslag te kampen hebt, dat je onderuitgaat en dat je leven voorbij is.’

Wie hoogsensitief is, kan zich echt als een Godzilla gedragen

Van Hoof: ‘We moeten inderdaad een nieuwe boodschap brengen en daarom is het belangrijk dat we over hoogsensitiviteit praten. We geloven graag in de maakbaarheid van de mens, maar moeten als maatschappij aanvaarden dat dat een illusie is. Een leven bestaat niet uit zo weinig mogelijk diepe dalen en hoge toppen, het is een garantie op pijn en dat is prima, want het is vanuit die pijn dat we groeien. Net daarom dat we niet alles wat negatief is of afwijkt moeten wegwerken. Ik zie de mentaliteit op dat vlak verschuiven, we mogen dat vandaag al hardop zeggen. Denk maar aan die platformen waar mensen delen waarin ze gefaald hebben.’

Van Groningen: ‘Maar er is ook Facebook, waar we alleen onze gefotoshopte foto’s online zetten en doen alsof alles prima gaat. Ik merk dat jonge mensen vaak moeite hebben om toe te geven dat ze het niet allemaal voor elkaar hebben.’

Van Hoof: ‘Je ziet dat op veel vlakken. In mijn praktijk merk ik dat het referentiekader van mijn cliënten geen rekening lijkt te houden met de realiteit. Je mag je nooit meer moe voelen, want dan moet je een pilletje nemen. Terwijl het leven vermoeiend is. Streven naar gezondheid is vandaag bijna een religie en we lijken ook te denken dat we carrières van vijfenveertig jaar kunnen hebben zonder ooit eens op te branden. Of dat we negentig kunnen worden zonder een depressieve periode of suïcidale gedachten.’

Van Groningen: ‘Ik las laatst een artikel waarin de antistresspil werd aangeraden. Kijk, daar word ik woedend van. Dat is pure symptoombestrijding.’

Van Hoof: ‘We zijn vanaf de jaren zestig in dat biomedische model opgevoed. Heb je een afwijking? Geen probleem, we vinden een pilletje om het op te lossen. Terwijl het beter zou zijn als we het durven te benoemen en aanvaarden. En vooral ook niet veroordelen. Maar dat is nu taboe.’

Van Groningen: ‘Dat is een heel oppervlakkige manier van leven. Mensen zijn vaak bang om naar de kern te gaan, omdat ze dan misschien uitkomen bij informatie die ze niet willen weten of waar ze niet mee om kunnen. We moeten ons bewustzijn vergroten. Zeker nu de technologie zo snel verandert en zo veel impact heeft, hebben we volgens mij weer nood aan meer wijsheid.’

Van Hoof: ‘Alleen, die wijsheid, daar is niet iedereen toe in staat. Wie niet hoogsensitief is, is daar niet mee bezig. Dat is moeilijk te begrijpen als je hoogsensitief bent. Omgekeerd begrijpen mensen die het niet zijn niet waarom hoogsensitieven alles altijd zo complex maken. Veel van mijn cliënten geven aan dat het hen fijn lijkt als ze die complexiteit niet altijd zouden hebben. Een wereld vol hoog- sensitieven zou dus niet werken.’

Van Groningen: ‘Ik geloof in de wisselwerking tussen hoogsensitieve en niethoogsensitieve mensen.’

Van Hoof: ‘Exact. Niet iedereen is gemaakt om dat hogere bewustzijn te bereiken, en evolutionair is dat zelfs niet gewenst. We hebben verschillen nodig in de maatschappij. Misschien moeten we leren kijken naar de mentale rijkdom van iemand met een psychose of naar het talent van iemand die kwetsbaar is. We moeten ruimte laten voor alles. Het kunnen benoemen, zonder waardeoordeel, is een eerste stap vooruit.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content