De runners’ high verklaard

Is lopen en bij uitbreiding duursport verslavend door de kick van de roes? Het doet in elk geval je brein groeien.

Is lopen en bij uitbreiding duursport verslavend door de kick van de roes? Het doet in elk geval je brein groeien.

De high die duursporters voelen in het hoofd, de zoete staat van bedwelming waarbij alle activiteit moeiteloos lijkt te verlopen en de wereld mooi en harmonieus wordt, werd lange tijd afgedaan als inbeelding. Maar het fenomeen werd al te vaak beschreven, ook door sportieve wetenschappers die hun reputatie niet op het spel zouden zetten, om nog genegeerd te kunnen worden. Helaas kon tot voor kort niemand een betrouwbare verklaring geven. Theorietjes, die waren er wel. Zo zouden er tot 5 keer meer bèta-endorfines (neefjes van morfine en opium) in het bloed van duursporters gevonden worden. Maar die verklaring houdt geen stand, want bèta-endorfines worden door een klier buiten de hersenen aangemaakt en dringen er zelden in door. Rond de hersenen zit namelijk de bloed-hersenbarrière, die slechts selectief doorgang verleent en het brein op die manier beschermt.

Emoties gescand “De toename van bèta-endorfines in de bloedsomloop zegt dus niets over wat er in de hersenen gebeurt”, vertelt Romain Meeusen, hoogleraar van de vakgroep Menselijke fysiologie aan de Vrije Universiteit in Brussel. Hij houdt zich al sinds het begin van zijn carrière bezig met de reactie van de hersenen tijdens het sporten. Volgens hem komt er eindelijk klaarheid in het fenomeen van de runners’ high. Een Duits wetenschappelijk team toonde aan dat enkefalines en dynorfines een rol spelen. Het grote verschil is dat deze stoffen, eveneens neefjes van morfine en opium, ín de hersenen worden geproduceerd. Op speciale hersenscans (weliswaar alleen uitgevoerd bij lopers die een runners’ high kennen) is duidelijk te zien dat de activiteit van deze 2 stoffen toeneemt tijdens stevige inspanningen. Deze toename hangt bovendien samen met gevoelens van euforie en gelukzaligheid bij de sporters. Bovendien doet de activiteit van de enkefalines en dynorfines zich vooral voor in hersencentra waar emoties verwerkt worden.

Beweging is goed voor het brein

Bèta-endorfines zouden weleens kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van nieuwe hersencellen (neuronen) in de hippocampus, een hersenkern die een rol speelt in leer- en geheugenprocessen en ruimtelijk inzicht. Dat stelde een andere recente studie over het antidepressieve effect van sport. Uit proeven met ratten bleek dat de aanmaak van nieuwe neuronen in de hippocampus vooral optreedt in 3 verschillende omstandigheden: bij een verrijking van hun leefomgeving met tunnels en speelgoed, tijdens doolhoftesten waarin ze nieuwe zaken moesten leren, en bij het lopen in een loopwiel. Dat laatste lijkt bizar omdat de hippocampus geen essentiële rol speelt in het uitvoeren van bewegingen. Maar is er wel degelijk een logisch verband. Sommige diersoorten, waaronder de mens, hebben in de loop van hun evolutie geleerd om grote afstanden af te leggen om aan voedsel te geraken zonder de weg kwijt te raken. Dat vereiste een ruimtelijk inzicht en een actieve hippocampus, een effect dat tot op heden doorwerkt. Bij Londense taxichauffeurs bijvoorbeeld, die de uitgestrekte plattegrond van de Britse hoofdstad perfect uit het hoofd moeten kennen, is de hippocampus aanzienlijk groter dan bij andere Londenaars.Verschillende soorten van training, waaronder beweging, leiden dus tot een beter presterende hippocampus. Romain Meeusen: “Beweging is gezond voor het brein. De bewijzen daarvoor groeien systematisch. Maar slimmer word je er niet van. Stel je het genie voor van marathonlopers… (lacht)

Bron: Bodytalk nr 25

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content