De Belg is te dik: de problemen beginnen in de tienerjaren

© Thinkstock

We worden vandaag met de neus op de feiten gedrukt. Bijna de helft van de Belgen tussen 3 en 65 jaar is te dik. 1 Belg op 6 is zelfs obees te noemen. Daarnaast blijkt dat de tienerjaren moordend zijn voor goede eetgewoontes.

De resultaten zijn afkomstig uit het eerste rapport van de Voedselconsumptiepeiling 2014-2015, een initiatief van de minister van Volksgezondheid Maggie De Block. Voor dit onderzoek werd gepeild naar het eetgedrag. Zowat de helft van de Belgen heeft een te hoog BMI, waarbij een derde van de Belgen overgewicht heeft en een zesde ronduit obees is.

Mannen blijken vaker last te hebben van overgewicht dan vrouwen en overgewicht neemt ook toe met de leeftijd: vanaf 35 jaar lijdt al meer dan één derde van de bevolking aan overgewicht en meer dan één vijfde aan obesitas.

Hoger diploma, lager BMI

Vanuit socio-economisch oogpunt hebben personen met een hoger diploma gemiddeld een lagere BMI. Verder ligt het gemiddelde BMI hoger in Wallonië dan in Vlaanderen. Opvallend is dat één op vijf bevraagden wel al een specifiek dieet volgt, meestal om gezondheidsredenen maar soms ook wegens religieuze of filosofische motieven.

Bijna de helft van de bevolking is gunstig gezind tegenover de heffing van taksen op ongezonde voeding en bijna drie vierde is voorstander van maatregelen om gezonde voeding zoals groenten en fruit financieel te ondersteunen.

Focus op jongeren

De Voedselconsumptiepeiling wijst uit dat jonge kinderen vaak het best scoren op het vlak van gezonde eetgewoonten, maar ook dat ze dat snel “afleren” tijdens hun tienerjaren. Zo ligt het percentage regelmatige ontbijters (minstens vijf keer per week) het hoogst bij kinderen van 3 tot 9 jaar (90 procent), maar neemt het daarna af tot een dieptepunt in de categorie 14-17 jaar (67 procent) om op latere leeftijd weer wat te stijgen.

Het eerste van drie rapporte toont alvast aan dat jonge kinderen nog het meest regelmatige eetpatroon hebben van alle Belgen – 80 procent eet minstens vijf dagen per week zowel ontbijt, middagmaal als avondmaal – maar jongvolwassenen net het minst.

Positief is dat de meerderheid van de kinderen aangeeft vrije toegang tot fruit te hebben, terwijl andere (minder gezonde) tussendoortjes maar door één derde van de kinderen vrij kunnen worden genomen. De helft van de kinderen kan over het algemeen wel kiezen wat voor soort voeding ze willen en drie vierde kan ook de hoeveelheid voeding die ze consumeren kiezen. (BELGA/AB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content