Chi-running is een nieuwe manier van lopen, die je lichaam veel minder belast dan de klassieke methode.
Lopen kan ook zonder spierpijn. Chi-running is een nieuwe manier van lopen, die je lichaam veel minder belast dan de klassieke methode.
Chi-running is een nieuwe manier van lopen. Je houdt je bovenlichaam gestrekt en kantelt je bekken naar voren, zodat je rug rechter wordt. Vervolgens hel je een beetje naar voor, waardoor je zwaartepunt voor je voeten komt. Zo trekt de zwaartekracht je naar voor.
Bij deze nieuwe manier van lopen komt de kracht vanuit je bekken, doordat je lage buikspieren aangespannen worden. De rest van je lichaam is zo ontspannen mogelijk. En zo worden de pezen en spieren in je hielen, schenen, kuiten en knieën minder belast.
Het gevolg daarvan is dat lopen een pak makkelijker gaat. “Als je de techniek onder de knie hebt, lijkt het ineens alsof rennen vanzelf gaat”, zegt de Nederlandse hardlooptrainer Ronald Valkenburg.
Chi-running is bedacht door de Amerikaan Danny Dreyer. Hij zegt dat de methode er voor zorgt dat de energie in je lichaam (de ‘chi’ uit het Chinese taoïsme) beter kan stromen. Valkenburg ziet daarvoor ook een nuchtere – niet zweverige – verklaring. “Met deze houding staan de ruggenwervels in een evenwijdige stand. Dat geeft ruimte aan het ruggenmerg en zorgt voor een betere doorbloeding en zenuwprikkeling.”
