Ben X, de musical

© Luk Monsaert

Na het boek, het toneelstuk en de film is er nu ook een musical van Ben X.

Moest er na het boek, het toneelstuk en de film per se ook nog een musicalversie van Ben X komen? Gebaseerd bovendien op het ware verhaal van een jonge autist die, moe gepest door leeftijdgenoten, zelfmoord pleegde. Niet alleen mensen die musicals vooral met showtrappen en vrolijke dansnummers associëren, zullen zich die vraag gesteld hebben. Maar de scepsis blijkt ongegrond.

Toegegeven, er was moed voor nodig om vorige zondag, wellicht de laatste tropische zomerdag, een donkere theaterzaal op te zoeken. Maar vanaf de eerste scène was het publiek helemaal in de ban van het spektakel. Dat heeft in de eerste plaats met de schitterende partituur van Dirk Brossé te maken, die inspeelt op de visuele hoogstandjes van de productie en veel van de vertolkers eist, maar garant staat voor prachtige samenzang en ontroerende momenten zonder in pathetiek te vervallen.

De musical legt eigen accenten. In de film gaat meer aandacht naar het gamen waarin Ben Vertriest de werkelijkheid ontvlucht. In Frank van Laeckes regie evoceren de digitale projecties op de gigantische LED-wall vooral wat er in Ben’s hoofd omgaat, zijn visie op een kille en onmenselijke wereld, waarin aan iedereen wel iets mankeert, zoals blijkt uit de tics en schokkerige bewegingen van de cast in het eerste ensemblenummer. De vernederingen waaraan Ben door de pestkoppen Bogaerts en De Smet onderworpen wordt, komen hard aan. Je voelt de schokgolven als het ware door de zaal gaan. De thematiek is dan ook brandend actueel: er gaat bijna geen week voorbij of een incident haalt de pers waarbij jongeren of zelfs volwassenen hun wreedheid en machtswellust op een minder weerbaar individu botvieren.

De musical gaat een stap verder dan de film, waar tijdens de godsdienstles simpelweg ‘Waar is God?’ op het bord staat, terwijl dat in de musical het bijbelse ‘Eli eli lama salachtami’ is (Mijn god, mijn god, waarom hebt u mij verlaten?), wat van Ben een martelaar, wat zeg ik, een Christusfiguur maakt, met verrijzenis en al. Ook de figuur van de lakse schooldirecteur mist mijns inziens subtiliteit. Hoe waarschijnlijk is het dat zo’n man het kleinste meisje van de klas de opdracht geeft om vechtende leerlingen uit elkaar te halen en in brand gestoken vuilnisbakken te blussen?

De vertolkingen maken veel goed. Leendert De Vis stond voor de moeilijke opdracht om geloofwaardig een jongen met het syndroom van Asperger gestalte te geven, een quasi passief personage dat toch het hele gewicht van de voorstelling draagt. Met zijn lichaamstaal en het vermijden van oogcontact met de medespelers weet hij treffend z’n isolement uit te beelden. Ook vocaal is hij overtuigend, wat hij gemeen heeft met Jorien Zeevaart als het virtuele (?) personage Scarlite, dat Ben een ontsnapping uit zijn hopeloze situatie suggereert. Mooie vertolkingen ook van Marleen Van De Loo (moeder) en Peter Van de Velde, imposant en tegelijk kwetsbaar in zijn onmacht om zijn zoon te aanvaarden zoals hij is. Bert Verbeke en Sébastien De Smet zijn zo overtuigend als de door en door hatelijke pestkoppen dat je schrikt van de primaire reacties die ze bij je oproepen. Tijdens de open doekjes werden ze dan ook op ouderwets boegeroep onthaald.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content