IK BEN DUS IK SCHRIJF

"Ik schrijf aan zee. Een niemandsland waar er rust is en de verhalen komen aanwaaien" - KATRIJN VAN BOUWEL © Fred Debrock

Fictie, non-fictie en poëzie : 2016 was het jaar van de jonge schrijfsters. Reden genoeg om een kijkje te nemen op de schrijfplekken van vijf succesvolle debutantes.

Katrijn van Bouwel (35)

WERKT AAN EEN THEATERBEWERKING VAN HAAR DEBUUT DE MUZE EN HET MEISJE.

IK SCHRIJF AAN ZEE, in het vissershuisje van familie, met de duinen als achtertuin. In een nieuwe en onbekende omgeving zou ik de hele tijd overprikkeld en afgeleid zijn. Gewoon thuis vraagt dan weer te veel alledaagse dingen, zoals de afwas en opruimen. Aan zee is er rust, het is een niemandsland waar ik kan zijn wie ik wil zijn. Schrijver. Ik zie de zee vaak niet eens, maar ik ruik ze. Ze is er. De zee is ook een plek waar de verhalen komen aanwaaien. Die veranda is echt mijn nest, ik slaap er ook, maar soms dwing ik mezelf om even het poortje open te doen en door het mulle duinenzand te lopen. Ook dat is schrijven. Vastzitten, stappen en struikelen.

Had je boek een soundtrack ?

Ik schrijf in stilte, soms met klassieke radio op de achtergrond. Maar Raak mij aan van Roosbeef en Eblouie par la nuit van Zaz waren mijn beloningsnummers. Voor als ik iets flinks gedaan had, zoals blijven zitten aan mijn computer.

Waarom schrijf je ?

Verbinding. Om mensen iets te doen voelen. Zo verlicht je andermans eenzaamheid en voel je je zelf niet alleen. Dat geeft me een enorm gevoel van hoop en geluk. Je dwingt lezers ook in een actieve rol. Bij beelden ben je passief, maar lezen doe je in je hoofd, met je verbeelding. Ik hou niet van het cliché dat je al lezend honderd levens leidt, ik denk eerder dat je je eigen leven honderd keer intenser leeft.

Wat was het hoogtepunt van 2016 ?

Mijn boekvoorstelling. Ik had een grote wereld gecreëerd, een plek vol kunst. Alles was zonovergoten en mensen waren blij voor mij, alsof ze me veel gunden. Ik was trots en kon voor één keer niet ontkennen dat ik dit gemaakt had. Een onwezenlijk gevoel en een zacht geluk.

Welk boek moet iedereen gelezen hebben in zijn leven ?

Tongkat van Peter Verhelst, dat me niet alleen intellectueel en emotioneel raakte, maar er ook in slaagde om al mijn zintuigen te prikkelen. Ik las het hartje zomer maar het voelde putje winter. Fysiek voelde ik dingen die er niet waren.

Wat is ‘de zin’ van je leven ?

La vie est plus belle quand on l’écrit soi-même, stond er op een van de parfumreclames die ik als tiener verzamelde. Mooi omdat het verantwoordelijkheid geeft, maar ook vrijheid. En het is hoopvol. Je kunt zelf de pen ter hand nemen. Bij het tijdschrift Flow zaten er vroeger raamstickers, en op eentje stond er : What if I fall ? Oh but my darling, what if you fly ? Het vraagt moed om er rekening mee te houden dat dingen soms gewoon lukken.

Lize Spit (27)

AUTEUR VAN DE EXTRAORDINAIRE BESTSELLER HET SMELT, DIE VERFILMD WORDT DOOR VEERLE BAETENS.HET KANTOOR DAT IK in Zaventem samen met vrienden huur, was een soort belofte aan mezelf. Ik was verplicht om iets met dat schrijven te doen, want het was pijnlijk als het leeg bleef. Ik heb een groot bureau, maar ga vaak op de vensterbank zitten om te schrijven. Daar is de druk lager. Vreemd, hoe ik soms niets op papier krijg op mijn bureaustoel, en het twee meter verder wel gewoon lukt. Het is boven de verwarming ook lekker warm, als een kleine sauna. Ik schrijf ook gewoon thuis, als ik ’s avonds nog aan iets werk, of in Café Or in Brussel, als ik afspraken in de stad heb. Ik ga altijd op dezelfde plek zitten. Als er iemand anders op mijn stoel zit, wacht ik tot die weggaat. Vanop die stoel weet ik perfect hoe die koffiebar eruitziet en welk uitzicht ik heb. Zo verlies ik geen energie. Wat ik wel doe als ik aan een nieuw hoofdstuk of een nieuw verhaal begin, is mijn laptop schoonmaken met wattenstaafjes.

Had je boek een soundtrack ?

Ja, de soundtracks van Interstellar en Youth, en verder muziek van Leonard Cohen, Bonnie Prince Billy en Damon Albarn. Ik luister altijd naar een standaardplaylist, om meteen in eenzelfde sfeer te geraken.

Hoeveel interviews heb je dit jaar gegeven ?

Genoeg. De meestgestelde vraag was : hoeveel van jou zit er in het boek ? Maar iemand wilde ook weten hoe ik mijn haar opsteek en welke shampoo ik gebruik. En een ontsnapte gevangene vroeg me of ik het boek over zijn ontsnapping wilde schrijven.

Hoe moeilijk is die eerste zin van een tweede boek ?

Moeilijk. Ik moet me even hard bewijzen. Het volgende boek wordt sowieso profiteur én slachtoffer van het succes van het eerste.

Welk aspect van het auteurschap heeft je het meest verrast ?

Dat ik soms ook heimwee heb naar de periode ervoor, waarin ik nog zo veel onvervulde verwachtingen over het auteurschap had.

Ben je je boek ergens onverwacht tegengekomen ?

In interieurbrochures of lifestylebladen. Dan ligt het op een tafel, naast een dure vaas of fruitschaal. Alsof het geen boek is maar een sierstuk. Gek.

Welk boek moet iedereen gelezen hebben in zijn leven ?

De gebundelde kortverhalen van Lydia Davis. Het zijn geruststellingen : alles mag en kan gedacht en geschreven worden.

Wat is ‘de zin’ van je leven ?

Dat de nacht – of toch vooral de slaap – raad brengt. Zelden word ik ’s ochtends wakker met een groter verdriet dan de avond ervoor.

Lotte Dodion (29)

HAAR EERSTE DICHTBUNDEL, KANONNENVLEES, IS AL AAN EEN VIERDE DRUK TOE.

IK SCHRIJF IN TWEE FASES. De eerste speelt zich bijna volledig in mijn hoofd af, dat non-stop bezig is. Al wandelend of op de trein, zet een zin of een idee iets in gang. Pas na een lange aanloop ga ik aan mijn bureautje zitten. Vaak staat dat op mijn balkon, omdat ik een zo diep mogelijk uitzicht wil. Er zit veel in mijn hoofd, dus ik heb een lege werkplek nodig. Met mijn briefjes en nota’s van onderweg ga ik knippen en plakken. Ik ben oldskool en schrijf alles eerst met de hand, op goed papier, met een vulpen of zo’n stiftje dat goed uitloopt. Ik schrijf, schrap en herschrijf, alsof ik het fysiek uit mijn hand wil halen. Alsof mijn hoofd nieuwe verbindingen maakt omdat mijn hand iets aan het doen is. Pas als het eruitziet alsof het klopt, tik ik het over. En dan verscheur ik het papier. Een gedicht dat af is, schrijf ik tot slot opnieuw over in een boekje.

Waarom schrijf je ?

Het is een drang en een noodzaak. Schrijven is mijn manier om wat er rond me gebeurt, te ordenen. Poëzie past het beste bij wat ik wil vertellen. Kort en krachtig, universeel en met een open interpretatie. Ik wil gevoelens en reacties oproepen. In een gedicht geef je woorden aan een gebeurtenis of een gevoel, en dat kan een soort troost brengen aan wie daar nog geen woorden voor had. Ik treed ook graag op. Eenmaal het frustrerende schrijfwerk achter de rug, kan ik naar buiten met iets wat mooi is. Een publiek ergens bij doen stilstaan. In gesprek gaan. Zo’n optreden is ook het enige moment waarop ik erin slaag om echt aan niets anders te denken. Ik heb geen knop om alles uit te zetten : zelfs in de supermarkt op zoek naar de ingrediënten voor kervelsoep, blijft mijn brein bezig. Alleen op een podium is mijn hoofd echt leeg.

Wat was het mooiste compliment ?

Mensen die tranen in de ogen krijgen tijdens een voorstelling. Dat is mooi. Het fysieke bewijs dat het hen raakt. Zeker in het Poëziebordeel, waar ik een op een gedichten breng, blijkt dat schoonheid en herkenning heel krachtig binnenkomen.

Welke kritiek sneed het diepst ?

‘Poëtisch hijgmeisje’, noemde iemand me ooit. Het was als compliment bedoeld, maar ik vond het pijnlijk : het haalt de waarde van wat ik doe onderuit.

Wat is ‘de zin’ van je leven ?

Mijn vriend is muzikant en schreef onlangs een nummer waar hij een kort gedicht van Judith Herzberg in verwerkte. Het is bij de eerste leesbeurt meteen onder mijn vel gekropen en elke keer wanneer ik twijfel, komt het naar boven : Bijna nooit zie je een vogel in de lucht, zich bedenken, zwenken, terug.

Alicja Gescinska (35)

FILOSOFE, BRACHT DIT JAAR EEN SOORT VAN LIEFDE UIT, HAAR EERSTE FICTIEBOEK.

OP HET STATION, IN DE KEUKEN terwijl ik de vaat doe, in de zetel : ik werk overal. Zelfs nu ik een werkplek heb, werk ik niet dáár, misschien omdat ik nooit een bureaujob wilde. Mijn werk heeft geen begin of einde. Terwijl ik de kinderen naar school breng, bedenk ik een aanpassing, aan het stuur komen er enkele zinnen, tijdens de afwas bouw ik een opiniestuk op. Mijn leven is hectisch, ik heb niet de luxe om me voor een wit blad te zetten. Ik moet weten wat ik ga schrijven als ik ga zitten.

Waarom schrijf je ?

In mijn hoofd gebeurt er altijd iets. Soms zit ik in Syrië, dan weer in België, soms gaat het over vrijheid, dan over liefde. Om rust te krijgen, schrijf ik. Zo doe ik ook aan filosofie. Ik voel dingen aan : hoe democratie werkt, wat liefde is. Pas als ik het opschrijf, komt er een constructie die klopt. Een soort van liefde werd een roman, omdat je in fictie vragen minder letterlijk kunt stellen.

Wat was het mooiste compliment ?

Dat veel schrijvers die ik waardeer mooie mails stuurden. Ik had niet gedacht dat dat zo veel voor me zou betekenen.

Welke kritiek sneed het diepst ?

Een criticus schreef dat ze snakte naar een synoniemenwoordenboek, terwijl ik ontzettend veel moeite heb gedaan om mijn woordenschat te variëren en het boek alleen al daarom zelfs twintig keer heb nagelezen. Frustrerend.

Wat is het beste nieuws van dit jaar ?

Mijn boek wordt vertaald in het Pools, door een prestigieuze Poolse uitgeverij. Daar kreeg ik tranen van in de ogen.

Hoe moeilijk is die eerste zin van een tweede boek ?

Ik heb al een eerste zin. Meerdere zelfs. Maar daar hecht ik niet veel belang aan. De belangrijkste zin van een roman is de laatste. Die stelt me vaak teleur en kan een heel boek verpesten.

Welk boek moet iedereen gelezen hebben in zijn leven ?

Moeilijke vraag. Een boek heeft niet op iedereen hetzelfde effect. Toen ik dertien was, vond ik Holden in The Catcher in the Rye stoer. Als volwassene vond ik hem een irritant ventje. Omdat ik anders was, als lezer en als mens. De leeservaring is zeer persoonlijk, maar Gloed, van Sándor Márai, heeft mijn kijk op vriendschap veranderd.

Ben je je boek ergens onverwacht tegengekomen ?

Iemand is op reis met mijn boek en fotografeert het voor Instagram with a view : in de Abdij van Park in Leuven, in Parijs, maar ook ergens in Spanje.

Wat is ‘de zin’ van je leven ?

Maak van jezelf een geschenk voor anderen. Dan is je leven zinvol, denk ik. Ik hoop dat mijn kinderen me een goede moeder vinden, dat mijn partner blij is dat hij zijn leven met mij doorbrengt en dat lezers iets hebben aan wat ik schrijf.

Anke Wauters (26)

DEED MET HAAR BOEK DIK. LELIJK. WIJF HEEL WAT STOF OPWAAIEN.

IK SCHRIJF GRAAG OP MIJN BED, in kleermakerszit, met mijn laptop op mijn schoot. Vaak trek ik de kap van mijn trui over mijn hoofd, om een soort cocon te creëren. Dagboeken en notitieboekjes liggen als een moodboard om mij heen, om mijn gedachten te ordenen. Ik verzamel ook wat mijn voorbeelden schreven. Joan Didion, Maggie Nelson, Tavi Gevinson, ik vind het nuttig om hun gedachten mee te nemen. Alsof ik omringd ben door vrienden die op dezelfde golflengte zitten.

Waarom schrijf je ?

Dat was altijd het plan. Ik wilde rustig groeien en dan met De Grote Roman komen. Het is anders gelopen. Ik schreef een blogbericht over bodyshaming en de reacties bleven komen. Het bleek een onderwerp met brede draagkracht, en daarom ben ik beginnen te schrijven. In literaire non-fictie geef je veel weg, maar je krijgt ook veel terug. Een meisje dat enorm gepest wordt, stuurde me onlangs een twitterbericht. Op een moeilijke dag had ze mijn boek tegen haar hart gedrukt en dat had haar kracht gegeven.

Had je boek een soundtrack ?

Lemonade van Beyoncé kwam uit terwijl ik aan het schrijven was, net als Art Angels van Grimes. Artiesten die zich in hun nummers even erg blootgaven als ik in mijn boek, gaven me het gevoel dat ik niet alleen was.

Wat was het mooiste compliment ?

Ik vond het vreselijk om een meisje van veertien te zijn en schreef dat alle meisjes van veertien regelmatig moeten horen hoe geweldig ze zijn. Dat inspireerde een leraar om dat ook effectief tegen zijn leerlingen te zeggen. Dat maakt me gelukkig.

Welke kritiek sneed het diepst ?

Mensen in mijn directe omgeving die mijn boek doodzwijgen. Die er nooit over praten en er geen vragen over stellen. Daar projecteer ik mijn onzekerheden op. Moet ik mij schamen voor wat ik geschreven heb ?

Welk boek moet iedereen gelezen hebben in zijn leven ?

The Art of Asking van Amanda Palmer, een puur en ontroerend boek over hoe je je over je angst om te storen moet zetten. Je moet durven te vragen waar je recht op hebt, mensen toelaten in je leven, hulp vragen als het nodig is en niet meteen het ergste veronderstellen.

Wat is ‘de zin’ van je leven ?

Write so blazingly good that you can’t be framed… Write like a motherfucker.” Dat schreef Cheryl Strayed, de auteur van Wild, als anonieme columniste aan een jonge schrijfster die aan zichzelf twijfelde.

Tekst Nathalie Le Blanc & Foto’s Fred Debrock

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content