Van Afrika tot in Amerika: het kostuum is terug

© Mr. Erbil
Amélie Rombauts
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

De ene man hijst zich in een kostuum voor zijn werk of voor een huwelijk. De andere omdat het opnieuw trendy is dankzij de vele muzikanten die er eentje dragen op het podium. Voor een derde groep is het dragen van een pak een levensstijl. Zij zijn de nieuwe rebellen van de mannenmode.

Mannenmode is onlosmakelijk verbonden met Pitti Uomo, een tweejaarlijkse bijeenkomst in Firenze waar shopeigenaars, inkopers, redacteurs, bloggers en liefhebbers van mannenmode uit de hele wereld samentroepen. Niet alleen om er zaken te doen of trends te spotten, maar ook om gezien te worden. Tussen de wannabe’s merk je ze meteen op. De echte raspaarden of eerder de pauwen, naar de mockumentary The Life of Pitti Peacocks waarin Aaron Christian, een uitzonderlijk opgeklede groep mannen als dieren in het wild begluurt, terwijl Sir David Attenborough – de Britse bioloog, bekend van zijn vele bekroonde natuurdocumentaires voor de BCC – de beelden van commentaar voorziet. Verwar hen niet met hipsters, want in tegenstelling tot zij die de nieuwste trends volgen, laten deze mannen zich inspireren door Oscar Wilde, die ooit van mode zei dat het zo’n onduldbare vorm van lelijkheid is dat je het om de zes maanden wel moet veranderen’ . Ze zijn namelijk gepassioneerd door de esthetische charme en elegantie van klassieke, tijdloze herenkledij. Verwar hen ook niet met de Afrikaanse sapeurs die liever hun maandloon besteden aan peperdure merkkledij en accessoires dan hun gezin te voeden of een dak boven hun hoofd te voorzien. Voor de nieuwe rebellen van de mannenmode maakt het namelijk niet uit wat een stuk heeft gekost of welk label het draagt. Alles draait om de kwaliteit van een stuk en de waardigheid die je als man uitstraalt wanneer je het draagt. Ze rebelleren tegen de mode-industrie, waarin alles draait rond streetwear, vluchtige streetstyle, athleisure, fast fashion en conformisme.

The Afro Dandy Social Club
The Afro Dandy Social Club

Goede manieren

Veel meer dan van een kledingstijl, spreken deze mannen van een way of life. Ze leven volgens specifieke waarden. Zoals respect voor hun medemens en voor zichzelf, maar ook een zekere ridderlijkheid, goede manieren, edelmoedigheid, woord houden, geëngageerd zijn, en dat allemaal zo elegant mogelijk. Want, zoals Balzac het neerpende in zijn Traité de la vie élégante: ‘De man die alleen mode ziet in mode is een dwaas. Elegant leven sluit geen gedachten noch kennis uit, integendeel. Elegante mannen wijden hun leven aan het vergaren van kennis en ideeën.’

In de vier uithoeken van de wereld duiken ze onafhankelijk en bijna op hetzelfde moment op: mannen met hetzelfde gedachtegoed of gevoel rond die zogenaamde mannenmode. Een nieuwe generatie tailors – zoals Luca Rubinacci, een telg uit een vermaarde kleermakersfamilie in Napels en volgens GQ Magazine een van de best geklede mannen ter wereld, of Patrick Grant, die de befaamde Norton & Sons-boetiek op Savile Row overnam – blazen een frisse wind door de gangen en ateliers van de klassieke Italiaanse en Engelse maatwerkhuizen. Vanuit Sjanghai zorgt magazinemaker Wei Koh met zijn luxueuze mannenblad The Rake voor een eigenzinnige kijk op tijdloze elegantie. En dat terwijl in heel wat grootsteden gelijkgestemde heren zich groeperen in exclusieve clubs zoals The Portugese Dandy’s of The Japanese Dandy’s. Ze gebruiken gretig de kracht van Instagram en Facebook om hun stijl en ideeën te delen. Sommigen zetten zelfs een sociale beweging in gang.

Zo schopten de mannen van Mr. Erbil het in korte tijd tot een internetsensatie. Deels wegens hun klassieke westerse look die je niet meteen zou associëren met Iraaks Koerdistan, waar ze resideren, deels omdat hun boodschap uitzonderlijk positief klinkt in een regio die gebukt gaat onder politiek conflict. De leden van Mr. Erbil halen inspiratie bij de Koerdische Effendi, de lokale edelmannen die er altijd op hun paasbest uitzagen. Hun online faam gebruiken ze niet alleen om hun volgers te inspireren, maar ook om te sensibiliseren over zaken die hen na aan het hart liggen, zoals gelijke rechten voor hun vrouwelijke landgenoten. Wekelijks zetten ze een Koerdische vrouw in de kijker, die een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van hun regio. Ze brengen niet alleen stijl, maar ook hoop, progressieve inzichten en zelfs jobs, want met hun Mr. Erbil-kledinglijn creëren ze werk voor lokale kleermakers.

Van Afrika tot in Amerika: het kostuum is terug

Meer dan een dandy

In Kaapstad vind je The Afro Dandy Social Club, die onder andere door Rose Callahan werd geportretteerd. De Amerikaanse fotografe – auteur van de boeken I am Dandy en We are Dandy en haar blog The Dandy Portraits – reist de wereld rond om mannen die de kunst van het kleden beoefenen voor de lens te halen.

De oprichters van The Afro Dandy Social Club – Omphile Sedumedi, Tony Mac, Menzi Mcunu en Zola Msizi – willen een netwerkplatform creëren waar informatie over de mode-industrie kan worden gedeeld en samenwerkingsverbanden voor toekomstige projecten kunnen worden gevormd. Ze staan open voor alle kledingliefhebbers, van de vintage aficionado tot de afrocentrische purist en alles daartussenin. En hoewel je van zulke verenigingen verwacht dat ze zich alleen tot mannen richten, is dat bij de The Afro Dandy Social Club niet het geval. ‘We richten ons niet op één specifieke seksuele geaardheid of gender, maar op alle liefhebbers van stijl die zich op een creatieve manier willen uitdrukken.’ Daarnaast zetten de oprichters hun schouders onder sociale projecten. De opbrengst van hun LouxMac Legacy Bow Tie bijvoorbeeld, gaat naar een scholings- project voor kansarme kinderen.

In ons land vind je ook zulke mannen. Les Barons is het geesteskind van Logan O’Malley, of Le Baron d’XL, een Parisien die in 2011 in onze hoofdstad neerstreek en er nu een cabinet d’élégance uitbaat, de Panama-Gomina . ‘Met Les Barons wil ik elegante mannen die klassieke herenkledij met toewijding dragen, samenbrengen. Ik gebruik het woord dandy bewust niet, omdat het in mijn ogen een uitgehold concept is. Vandaag ben je al een dandy als je een alpacasjaal draagt op een kostuumvest. Terwijl het bij ons om veel meer draait. We tellen nu zo’n honderdtal Barons, van Washington D.C. tot Osaka en Namibië. We leven volgens één regel: de wens om uit te blinken in stijl en elegantie. En er is nood aan stijl en elegantie . Mensen wachten te vaak op een opportuniteit om zich op te kleden, terwijl de opportuniteiten zich net aandienen als je je opkleedt. Met elegantie trek je mensen aan, ze benaderen je – dat schept kansen.’

Logan O'Malley
Logan O’Malley

De charme van tweedehands

‘We leven in tijden waarin mannen alleen nog broeken met lage taille en sneakers dragen en waarin slechte smaak de overhand neemt. Zo vind je geen werk, geen appartement… Veel mannen hebben elegantie opgegeven. Ik begrijp dat. In magazines zie je mannen enkel pakken dragen die duizenden euro’s kosten. Welke doorsneeman kan zich dat veroorloven? Ze besluiten dat elegantie niet voor hen bestemd is, maar voor een elite. En dat is onzin. Iedereen heeft recht op elegantie!’ Uiteraard is er niks mis met mannen die zich een maatpak kunnen veroorloven, maar wat O’Malley wil bewijzen is dat je even elegant voor de dag kunt komen als je minder verdient. ‘De tweedehandsmarkt heeft heel wat te bieden. Het is niet alleen financieel interessanter om tweedehands te kopen, het is ook een ethisch verhaal. Ik wil geen bloed aan mijn kleren. Ik wil geen T-shirt dragen dat gemaakt is van katoen uit Oezbekistan en gestikt werd door kinderhanden. Ik wil bewezen kwaliteit en die vind je in mijn ogen in tweedehandszaken en kringloopwinkels. Of bij maatwerk, maar dat is een exclusiever en duurder verhaal. Kwaliteit vind je niet noodzakelijk in de rekken van winkelketens of boetieks, die vooral gefeminiseerde mannenkledij verkopen. De kostuumvesten zijn te kort, de broeken te strak, de kwaliteit is doorgaans erbarmelijk. Sinds eind jaren 70 is het met mannenkledij bergafwaarts gegaan. Het werd lelijk en diffuus. Omdat toen de mannen mode werd uitgevonden.’

Van Afrika tot in Amerika: het kostuum is terug
© Mr. Erbil

‘Ik vind het vreemd dat voor veel mensen de perceptie van tweedehandskledij nog lager ligt dan een Primark of H&M’, meent Nicolas van Overmeeren, ook de Baron d’Anvers. ‘Er lijkt een taboe rond te hangen: het is niet nieuw, dus zal het niet goed zijn. Nochtans zijn er bijzonder waardevolle stukken te vinden, terwijl de effectieve waarde van en masse geproduceerde kledingstukken zoveel lager ligt. Ik hou van duurzaamheid en geef eerder de voorkeur aan esthetiek dan aan technische vernieuwing. Tweedehands kopen is daar een perfecte uiting van.’

Niet zoals papa

‘Wij zijn de nieuwe punks, ‘ besluit O’Malley. ‘Vijftig jaar geleden werd je afgeschreven als je ergens zonder das verscheen, vandaag trek je de aandacht als je dat wel doet. We zijn extravaganter dan iemand die van kop tot teen getatoeëerd is of een gezicht vol piercings heeft, want daar kijken weinig jongeren nog van op. Mensen respecteren me als ik hen op straat kruis, ze complimenteren me, ze glimlachen. Kinderen zetten grote ogen op. Ooit zei een jongen in de metro: ‘Mama, zo wil ik me later kleden, en niet zoals papa.’ Je had de blik van zijn moeder moeten zien!’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content