Tommy Hilfiger pakt brandveiligheid in buitenlandse fabrieken aan

Onder druk van de Amerikaanse zender ABC investeert Tommy Hilfiger in de veiligheid van zijn arbeiders.

Philips-Van Heusen (PVH), het moederbedrijf van Tommy Hilfiger, zal zo’n anderhalf miljoen euro investeren in de brandveiligheid van haar buitenlandse fabrieken. Daarnaast wordt in elke werkplaats een onafhankelijke veiligheidsinspecteur aangesteld. Hilfiger is daarmee het eerste merk dat actief en vrijwillig de werkomstandigheden van arbeiders aanpakt. 29 doden, een valse belofte en een afgevoerde journalist Of de hele operatie zo spontaan is als Tommy Hilfiger beweert, valt te betwijfelen. De ontwerper lag in december 2010 onder vuur naar aanleiding van een brand in één van zijn fabrieken in Bangladesh. Daarbij lieten 29 arbeiders het leven, iets dat gemakkelijk voorkomen had kunnen worden mits de nodige veiligheidsmaatregelen. De afwezigheid van nooduitgangen, blussystemen en rookdetectors worden verantwoordelijk geacht voor de ramp.

Meteen na het incident kondigde het bedrijf “verregaande maatregelen” aan, maar tot nu toe kwam daar nog niets van in huis. Sindsdien zijn er zelfs nog verschillende arbeiders gestorven in soortgelijke ongelukken.

En dat is ook wat een journalist van de Amerikaanse zender ABC tijdens de New York Fashion Week eerder dit jaar aan Hilfiger liet opmerken. Die verklaarde ietwat ontzet dat zijn label geen gebruik meer maakt van de getroffen fabriek, en liet later het ABC-team door zijn beveiliging aan de deur zetten.

PVH reageert
Geen geruststellende reactie, die ABC ertoe aanzette het verhaal verder uit te pluizen. Uiteindelijk kwam uit dat het PHV haar samenwerking met de fabriek nooit heeft stopgezet.

In een daaropvolgend interview liet CEO Emmanuel Chirico weten dat het bedrijf samenwerkt met vakbonden in Bangladesh om veiligheidsmaatregelen in fabrieken op te leggen op basis van internationale standaarden. Om dit programma te ondersteunen, wordt er zo’n anderhalf miljoen dollar vrijgemaakt.

Tegelijk wijst Chirico erop dat dit een complex proces is, en dat onderhandelingen met de lokale regering ook nodig zijn. Mensenrechtenorganisaties reageren alvast enthousiast op het feit dat er toch iets wordt ondernomen.

Bangladesh PVH is niet het enige modebedrijf dat voor haar productieproces op Bangladesh rekent. Het land is voor 80% afhankelijk van de textielindustrie en kent één van de laagste loonstandaarden ter wereld.

Tegelijk zijn de arbeidsomstandigheden in de fabrieken ondermaats. Minimale regulering en de druk van internationale bedrijven om de kosten te drukken liggen aan de basis van slordige of afwezige veiligheidsmaatregelen. De voorbije vijf jaar stierven er volgens arbeidersorganisaties zo’n 500 mensen in arbeidsongevallen.

De werkplaats waar Tommy Hilfiger gebruik van maakt, produceert ook kledij voor Calvin Klein, Gap, Kohl’s en Abercrombie & Fitch. Ook zij werden aangesproken over de werkomstandigheden van hun arbeiders, en ook zij geven schoorvoetend toe aan de nieuwe veiligheidsmaatregelen. (IVDH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content