Zweedse ontwerpers horen al decennia over een Scandinavische golf, maar ze zien vooral Italiaans design. Nu is hun tijd gekomen, ze voelen het.

We hebben nogal wat bekende namen”, zegt architect en designer Thomas Sandell. “Maar als een industrie stelt Zweden niet veel voor, met uitzondering van Ikea, dat voor iedereen de weg baant.” Het logo van die meubelgigant prijkt inderdaad wereldwijd naast de invalswegen van grote steden. Svensk Form, dat bestaat sinds 1845, is ’s werelds oudste designgenootschap. Je zou dus verwachten dat Zweden een heus designwalhalla is. Niet dus.

De Scandinavische stijl van de jaren vijftig en zestig – zuiver, functioneel en lichtgewicht – was vooral een zaak van Deense designers, architecten en fabrikanten, zoals Arne Jacobsen en Verner Panton. Het Zweedse werk uit die periode is onbekend en onbemind, misschien ten onrechte. Het voorbije decennium maakte creatief Zweden zelfs een zware recessie door, maar nu gaat alles beter.

Met de architectuur, maar ook met de meubelindustrie. De grote Italiaanse fabrikanten, van B&B Italia over Boffi tot Cappellini staan te springen om Zweedse ontwerpen in productie te brengen, en daarnaast bouwen lokale fabrikanten, zoals David Design en Asplund, aan de nieuwe Scandinavische stijl. Enkele pragmatici, die zich zowel aan architectuur als aan design wagen, nemen het voortouw: Thomas Eriksson, Thomas Sandell en het triumviraat van Eero Koivisto, Marten Claesson en Ola Rune.

Hun stijl is functioneel en efficiënt, maar al lang niet meer verrassend. Misschien komt de redding van de jongeren, de generatie van Monica Forster, Sanna Hansson en Eva Lilja Löwenstein, of van het collectief Project Home.

Hieronder volgt de korte samenvatting van een recent groepsgesprek over design en architectuur in de lokalen van Svensk Form in Stockholm ( www.svenskform.se).

Sanna Hansson, die in India werd geboren, toont haar multiculturele meubilair vooralsnog in galeries, ze is ook consultant voor een aantal fabrikanten. Thomas Eriksson leidt een bureau van 25 medewerkers. Hij werkt voor Audi, Cappellini en SAS, voor wie hij de grafische identiteit heeft ontwikkeld. Thomas Sandell, voorzitter van het Zweedse Genootschap van Architecten, leidt een bureau van 60 architecten en designers. Tot zijn prestigeprojecten mag het interieur van het Moderna Museet gerekend worden, net als een huis voor het tijdschrift Wallpaper. Sandell en zijn team zijn ook belast met de interieurs van 80 vergaderingen op 24 locaties tijdens het Zweedse voorzitterschap van de Europese Unie.

Thomas Sandell: “70 procent van het Zweedse design wordt uitgevoerd, 40 procent daarvan door Ikea. Enkele jaren geleden hebben ze bij Ikea ingezien dat ze met losse designers moeten werken. Ze kopiëren veel, net als H&M, maar voor een ‘echte’ designer is het fantastisch als hij met een product overal aanwezig kan zijn. Ikea is ook een goede leerschool, jonge designers krijgen fabrieken te zien, leren wat er achter het product zit, leren dat bij een product niet alleen de vorm telt, maar dat bijvoorbeeld prijsverhouding belangrijk is.”

Thomas Eriksson: “In de jaren negentig had Zweden een hoge werkloosheidgraad. Er was nauwelijks werk. We spreken al een jaar of acht, negen over die Scandinavische golf, maar in werkelijkheid komt er nu pas vaart in. Ik heb meubilair ontworpen voor winkels en reclamebureaus, omdat ik ook moet leven. Er is zo lang niets gebouwd, we hebben echt moeten wachten tot we de handen uit de mouwen konden steken. Nu is een goede tijd.”

Thomas Sandell: “De IT-generatie, die mensen willen allemaal een eigen huis. In de jaren tachtig had je een soortgelijk verschijnsel, maar de yuppies wilden huizen in een ouderwetse stijl, terwijl er nu hedendaagse, moderne woningen gezocht worden.”

Sanna Hansson: “Zweeds design moet zijn deuren openen voor andere culturen. Het succes van Ikea is een opportuniteit voor jonge designers, maar het zou een eerste stap moeten zijn. Ik reis naar Shangai, naar Egypte, op zoek naar reacties op vormen en kleuren. Zweden zouden wat losser moeten worden, speelser. Dat komt wel, de mensen krijgen meer zelfvertrouwen.”

Thomas Eriksson: “Zweden focussen op kleine details, alledaagse dingen waarvan Amerikaanse of Latijnse designers denken: ach. Het Italiaanse design gaat al decennia mee. De tijd is rijp voor Zweeds design omdat wij begaan zijn met de natuur en het leefmilieu, met waarden die almaar hoger worden ingeschat. Bovendien zijn de dagen hier veel korter. We brengen meer tijd binnenshuis door en hebben dus ook meer aandacht voor de woning.”

In de Fondation pour l’Architecture, Kluisstraat 55, Elsene, loopt tot 11 maart de tentoonstelling 3D+, Swedish Design on Stage, met 85 voorwerpen van liefst 57 designers. De tentoonstelling is georganiseerd door Riksutställningar, een overheidsdienst die sinds 1965 meer dan duizend rondreizende tentoonstellingen heeft verzorgd, in en buiten Zweden.

Jesse Brouns / Foto’s Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content