Marius Janusauskas: schone slaper ontwaakt

Op het jongste defilé van de Antwerpse Modeacademie won de Litouwse ontwerper Marius Janusauskas de Knack Weekend Award, en de bijbehorende modeproductie. Tijd voor een interview.

“Toen ik 28 werd, restte me nog één kans om de juiste trein te nemen”, vertelt Marius Janusauskas. “Het was toen, of nooit.” Vijf jaar later verlaat de Litouwse ontwerper de Antwerpse modeacademie met de felbegeerde Knack Weekend Award. Die dankt hij aan zijn masterproject Sleeping Beauties – een poëtische Schone Slaapster-fantasie voor de 21ste eeuw – en een cerebrale en ambachtelijke aanpak die niettemin eigentijds en fris aandoet.

Janusauskas combineert een sterke verbeelding, kunstzinnige referenties en experimenteerdrang met (bedrieglijke) eenvoud, sensualiteit en – dixit Renzo Rosso – de kunst om verlangen op te wekken. Het denimbedrijf van de Italiaan kende de ontwerper de Diesel Award toe op de jongste editie van modewedstrijd ITS#: een geldprijs en een stage in Italië.

Op 8 oktober is Janusauskas bovendien een van de kandidaten van Weekend Fashion Experience, de modewedstrijd die Knack Weekend en Le Vif Weekend organiseren in Brussel. Redenen genoeg dus voor een interview met de ontwerper, die zijn creatieve aard ontdekte met het optutten van “afzichtelijke” speelpoppen.

“Mode was in de voormalige Sovjet-Unie een Westers fenomeen”, zegt Janusauskas. “Iets dat we pas leerden kennen na de onafhankelijkheid van Litouwen in ’91, samen met het kapitalisme. De sector heeft dat exotische imago echter altijd behouden, en dat straalt af op de opleiding. Als student in Litouwen had ik nooit het gevoel klaar te zijn of mijn grenzen te verleggen.”

Je ging er destijds wel aan de slag als ontwerper en stilist voor mode- en designfabrikanten.

Janusauskas: “Dat ging om nichebedrijven, zoals luxueuze sportswear. Ik had best kunnen overleven op die manier, maar ik voelde aan dat er meer in zat. In Litouwen werd ik gewoon niet aangemoedigd om mijn persoonlijkheid aan te spreken en origineel en creatief te zijn. Alles was erop gericht om je in een bepaald hokje onder te brengen en mee te laten draaien in een systeem. Als student werd ik er haast aangemoedigd om mijn inspiratiebronnen en kennis te verstoppen. In Antwerpen is storytelling essentieel en dus werd daar veel meer van me verwacht. Ik ben er helemaal opengebloeid, als mens én als ontwerper.”

Hoe was het om daar tussen studenten te belanden die vaak veel jonger waren? Janusauskas: “Het leeftijdsverschil viel moeilijk te ontkennen. Zo bleek ik manueel ingesteld te zijn en naar literatuur en films te refereren, terwijl andere studenten veel meer in een digitale wereld opgegroeid waren. Dat zorgde uiteraard voor een bepaalde druk. Te meer omdat leraars me dat eerste jaar heel vaak aan mijn leeftijd herinnerden. Ben je nog wel in staat om iets nieuws te leren, vroegen ze me. Dat ik al werkervaring had, was daarbij helemaal geen voordeel. Integendeel, ik had al een bepaald idee van wat modieus en mooi is – opvattingen die volledig gevormd waren door de context waarin ik opgegroeid was. In de Westerse modewereld kom je daar niet ver mee. Anderzijds was dat het beste dat me kon overkomen. Ik was immers verplicht om mijn horizon te verruimen en mezelf in vraag te stellen.”

Hoe reageerde je omgeving in Litouwen op je vertrek? Janusauskas: “Vele vrienden en familieleden lachten me uit toen ik aankondigde naar Antwerpen te vertrekken. Of ze maakten zich boos en noemden me een egoïst. Maar zulke gedurfde keuzes werden destijds ook niet aangemoedigd, ook niet als je in de mode wilde stappen. Hou je aan de heersende smaak en doe verder niet al te gek, luidde de boodschap. Koppigheid en originaliteit leverden dus geen applaus op. Bovendien is de Litouwse economie nog altijd beperkt en zwak, met weinig groeimogelijkheden voor lokale modebedrijven. Dat maakt ontwerpers er niet moediger op.”

Naar verluidt wilde je als kind al vrouwen opsmukken. Hoe ging dat in zijn werk? Janusauskas: “Ik was vooral erg nieuwsgierig naar het vrouwenlichaam, als een obsessie bijna. Je moet weten dat we in de Sovjetunie geen mooie poppen hadden, laat staat Barbie. Alleen op babies lijkende poppen die lelijk en vormloos waren, van hard plastic. Net als mijn vriendinnen wilde ik toch een mooie pop, en dus knutselden we die zelf in elkaar. We beschilderden de gezichten van de poppen met make-up, maakten borsten met tennisballen en naaiden zelf meer volwassen outfits voor hen. (lacht) Niet echt een coole bezigheid voor een jongen, en ook mijn moeder vond het maar niks.”

In oktober ben je geselecteerd voor de Weekend Fashion Experience, maar ook de voorbije jaren nam je al deel aan heel wat modewedstrijden. Janusauskas: “Die zijn tegenwoordig een onderdeel van het systeem. Wie het wil maken, kan ze niet negeren. Zelf zag ik ze ook als een kans om ervaring op te doen met presentaties en de reacties van professionals en het publiek. Je hebt immers maar enkele ogenblikken om alles op te bouwen en een duidelijk concept neer te zetten. Een proces van vallen en opstaan, maar net daarom ook heel leerrijk.”

Hoe zie je de toekomst? Een eigen label misschien? Janusauskas: “Ik zie mezelf zowel voor eigen rekening als in grote modebedrijven werken. Nee, niet in Litouwen – daar sluiten de lonen niet aan bij wat ik ondertussen ken en kan. Maar een eigen label is nog lang niet aan de orde. Ik heb jarenlang grote bedragen geleend en sober geleefd om mijn droom waar te kunnen maken. Geldprijzen gaan dus meteen op aan mijn schulden. Ik hoef ook geen gouden toilet. Ik wil mezelf nu vooral omringen met mensen en ideeën die me uitdagen, wat bij Diesel wel zal lukken. Een eigen label is voor later.”

Wim Denolf Ontdek deze week in Knack Weekend de inspiratiebronnen van Marius Janusauskas, alsook de modeproductie die hij won met de Knack Weekend Award.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content