Klerenbaan: vier verrassende jobs achter de schermen van de modesector

Pieter Kool. © Karel Duerinckx

Om aan de slag te gaan in de mode hoef je niet per se ontwerper of model te zijn. Vier verrassende jobs in de sector.

SAARTJE BOUTSEN

Corporate Social Responsability Manager bij kledingketen JBC, het eerste Belgische modebedrijf met die functie.

“Het streven naar duurzaam ondernemen, met respect voor mens en natuur, zit in het DNA van JBC. Tot voor enkele jaren hield Ann Claes, die samen met haar broer Bart het familiebedrijf runt, zich ermee bezig. In 2014 werd het een voltijdse functie. Al onze kleding wordt hier ontworpen, maar de productie gebeurt in landen als China, Bangladesh en India. Ik zie erop toe dat de sociale omstandigheden voor de arbeiders in de fabrieken waarmee we samenwerken correct zijn, en dat de impact op het milieu zo minimaal mogelijk is.”

SAARTJE BOUTSEN
SAARTJE BOUTSEN© Karel Duerinckx

“We zijn als bedrijf jaren geleden begonnen met de uitvoering van sociale audits. In 2015 werden we ook lid van de Fair Wear Foundation, en engageerden we ons om tegen het einde van dit jaar meer dan negentig procent van onze productie op regelmatige basis te controleren. Ik volg de resultaten van die audits op, en heb contact met de leveranciers om verbeterplannen op te stellen. Als we merken dat een leverancier geen progressie maakt, dan zetten we de samenwerking stop. Dat is het afgelopen jaar twee keer gebeurd. Samen met de Sourcing Manager, die instaat voor de productie en kwaliteit, beslis ik of we in zee gaan met een nieuwe leverancier. Als die niet voldoet aan onze sociale normen gaat het niet door. Dat heeft nog niet tot conflicten geleid. Als ik geen zeggenschap zou hebben in dat soort beslissingen, dan had mijn functie geen zin.”

“Ook op lokaal vlak proberen we een verschil te maken. Zo is bij de bouw van ons nieuw hoofdkantoor veel rekening gehouden met het milieu : we hebben, bijvoorbeeld, zonnepanelen, gebruiken groene stroom, de toiletten worden gespoeld met regenwater, we drinken kraantjeswater en gebruiken alleen gerecycleerd papier, ook voor onze winkeltassen. Ook kleine dingen kunnen een verschil maken.”

“We proberen innovatief te zijn op het vlak van duurzaamheid. Vorig jaar brachten we onze tweede cradle-to-cradle gecertificeerde collectie op de markt. In 2017 pakken we uit met onze nieuwe ‘I AM’-collectie, waarbij alle katoen 100% biokatoen is en je op onze webshop de herkomst kunt nagaan. De collectie bevat ook een kinderjas gemaakt van gerecycleerde petflessen.”

jbc.be

TOM TOSSEYN

Grafisch designer. Hij ontwierp onder andere het nieuwe logo van McQ by Alexander McQueen en prints voor Raf Simons, A.F. Vandevorst en Tim Coppens.

“Ik heb grafisch ontwerp gestudeerd aan de Academie van Antwerpen en daarna aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Zij bereiden je voor op een leven als kunstenaar, maar dat was toch niet wat ik wilde. Mijn eerste job was voor ‘5 voor 12′, een vzw die muzikale en culturele activiteiten organiseert. Ik maakte alle flyers en posters voor events als Ten Days Off en De Nachten. Ik was toen heel erg bezig met muziek, nog altijd eigenlijk. Ik ontwerp nog platenhoezen of logo’s voor bands. Dat ik in de mode ben terechtgekomen, was eerder stom toeval. Ik zag online een vacature voor een positie bij Diesel. Ze zochten een grafisch designer voor hun streetwear-sublabel 55DSL. Ik heb gesolliciteerd en that was it. Ik had geen enkele ervaring met kleding, behalve wat T-shirts en sweaters die ik voor winkels in de toen hippe Kammenstraat had gemaakt.”

TOM TOSSEYN
TOM TOSSEYN© Karel Duerinckx

“Na twee jaar bij Diesel ben ik naar Duitsland verhuisd om voor Hugo Boss te werken. Ik moest er een nieuwe, arty twist geven aan hun collectie. Die stap van streetwear naar high-end mode heeft me geleerd om een kameleon te zijn, en te ontwerpen in functie van de klant. Ik werk nu als freelancer voor heel uiteenlopende merken. Ik ontwerp stoffenprints, logo’s, hangtags. Alles waar een illustratie mee gemoeid is en verbonden is met het kledingstuk. Zo heb ik onlangs het nieuwe logo van McQ gemaakt. Ik had voor hen al eens een tote bag ontworpen en daar waren ze heel blij mee. Toen ze een nieuw logo zochten voor hun sublabel Swallow, zijn ze opnieuw bij mij komen aankloppen. Als je werkt voor iemand of samen met iemand, kom je vaak tot resultaten die je alleen niet zou bereiken. Dat maakt het net zo interessant. Ik zie het als een verrijking, geen beperking.”

Ik heb geleerd om een kameleon te zijn

Tom Tosseyn

“Na zes jaar als vaste grafisch ontwerper voor modehuizen had ik het gehad. Ik deed niets anders dan werken en liep stilaan tegen een burn-out aan. Ik heb toen besloten dat als ik hard wil werken, dat ik dan zelf wil bepalen wanneer en voor wie. Als freelancer zit ik gelukkig niet meer fulltime in de modewereld, ik sta eerder aan de rand. Ik zeg ‘gelukkig’, omdat het een harde, stresserende sector is. Er zijn uiteraard ook nadelen aan het freelancersbestaan : als ze me nu contacteren, is het vaak last minute. Het moet dan eigenlijk al twee weken klaar zijn. En je bent ook niet zeker of je wel werk zult hebben : het ene seizoen gebruiken ze prints, het andere niet.”

“Ik ben terug bezig met streetstyle graphics, uit de skatewereld, waar ik veertien jaar geleden, aan het begin van mijn carrière, mee begonnen ben. Back to the roots. Het is een interesse die ik deel met Tim Coppens, voor wie ik ook graphics maak. Ik ken Tim van aan de Academie. We zijn even oud en zijn opgegroeid met dezelfde dingen : dezelfde jongerensubculturen, muziek, computergames. Onze stijl ligt op één lijn. Die connectie heb ik ook met Raf Simons. Toen ik zijn werk ontdekte, dacht ik : ‘wow, dat is mijn leefwereld, mijn muziek, mijn stijl.’ Niet veel later hebben ze me gecontacteerd om voor hen graphics te ontwerpen.”

tomtosseyn.be


SAARTJE BOUTSEN

Corporate Social Responsability Manager bij kledingketen JBC, het eerste Belgische modebedrijf met die functie.

“Het streven naar duurzaam ondernemen, met respect voor mens en natuur, zit in het DNA van JBC. Tot voor enkele jaren hield Ann Claes, die samen met haar broer Bart het familiebedrijf runt, zich ermee bezig. In 2014 werd het een voltijdse functie. Al onze kleding wordt hier ontworpen, maar de productie gebeurt in landen als China, Bangladesh en India. Ik zie erop toe dat de sociale omstandigheden voor de arbeiders in de fabrieken waarmee we samenwerken correct zijn, en dat de impact op het milieu zo minimaal mogelijk is.”

SAARTJE BOUTSEN
SAARTJE BOUTSEN© Karel Duerinckx

“We zijn als bedrijf jaren geleden begonnen met de uitvoering van sociale audits. In 2015 werden we ook lid van de Fair Wear Foundation, en engageerden we ons om tegen het einde van dit jaar meer dan negentig procent van onze productie op regelmatige basis te controleren. Ik volg de resultaten van die audits op, en heb contact met de leveranciers om verbeterplannen op te stellen. Als we merken dat een leverancier geen progressie maakt, dan zetten we de samenwerking stop. Dat is het afgelopen jaar twee keer gebeurd. Samen met de Sourcing Manager, die instaat voor de productie en kwaliteit, beslis ik of we in zee gaan met een nieuwe leverancier. Als die niet voldoet aan onze sociale normen gaat het niet door. Dat heeft nog niet tot conflicten geleid. Als ik geen zeggenschap zou hebben in dat soort beslissingen, dan had mijn functie geen zin.”

“Ook op lokaal vlak proberen we een verschil te maken. Zo is bij de bouw van ons nieuw hoofdkantoor veel rekening gehouden met het milieu : we hebben, bijvoorbeeld, zonnepanelen, gebruiken groene stroom, de toiletten worden gespoeld met regenwater, we drinken kraantjeswater en gebruiken alleen gerecycleerd papier, ook voor onze winkeltassen. Ook kleine dingen kunnen een verschil maken.”

“We proberen innovatief te zijn op het vlak van duurzaamheid. Vorig jaar brachten we onze tweede cradle-to-cradle gecertificeerde collectie op de markt. In 2017 pakken we uit met onze nieuwe ‘I AM’-collectie, waarbij alle katoen 100% biokatoen is en je op onze webshop de herkomst kunt nagaan. De collectie bevat ook een kinderjas gemaakt van gerecycleerde petflessen.”

jbc.be

SENJAN JANSEN

Sounddesigner en componist van films, theaterproducties en modeshows, waaronder die van Haider Ackermann, Dries Van Noten en Sacai.

“Ik heb filmregie gestudeerd aan het Rits in Brussel, maar om films te maken vond ik me toen nog te jong. Via een tussenstap in de beeldmontage ben ik bij geluid beland. Ik had een studio gehuurd om de film van een student te monteren, maar die belde last minute af. In die studio was net de post-productie begonnen van Bal Masqué, een film van Julien Vrebos. Julien heeft me toen gevraagd om het sounddesign op te nemen, al had ik geen ervaring. Hij heeft me er echt ingegooid. Ik was in die tijd veel met muziek bezig en had dus een visie op wat ik wilde, ik wist alleen niet hoe ik het moest uitvoeren. Maar het is gelukt, met de hulp van de mensen rondom mij. Daarna kreeg ik veel aanvragen. Omdat er in België geen gespecialiseerde sounddesign-studio’s voor film waren, ben ik in 2000 Senstudio begonnen.”

Senjan Jansen
Senjan Jansen© Karel Duerinckx

“Ik dj’de in die tijd en ging veel naar feestjes van de modeacademie. Tabi, een vriendin, heeft me toen benaderd met de vraag of ik de klank van een defilé wilde doen. Dat bleek de eerste show van Haider Ackermann. Een kleinschalig defilé, dat hij deelde met vier of vijf ontwerpers. Dat was het begin van een jarenlange vriendschap en samenwerking. Ik heb lang alleen de show van Haider gedaan, intussen werk ik ook samen met Dries Van Noten, Sacai, Chris-tian Wijnants, Hugo Boss … Wat ik voor hen doe, varieert: er zijn ontwerpers waar ik de hele geluidsband voor maak en componeer, er zijn er waar het een remix is, waar ik van een bestaand muziekstuk start en het bewerk zodat het bij de collectie past. Bij Dries Van Noten, bijvoorbeeld, kiest het team de muziek en kom ik er later bij om er een soundtrack van te maken.”

“Ik ben niet de sounddesigner die start van een muziekbibliotheek. Ik begin met iets kleins, één element, en bouw daar een verhaal rond dat aansluit bij wat de ontwerper wil vertellen. Omdat ik ook films doe, heb ik een grote database met geluiden: wind, zee, een hartslag. De sound van een show van Haider Ackermann, bijvoorbeeld, is heel dwingend, met een eigen, herkenbare signatuur. Als je zo lang samenwerkt, kan dat ook. We zijn samen gegroeid tot wat het nu is. Voor zijn laatste show wilde hij het nummer L’aigle noir van Barbara gebruiken. Dat maakt hij het voor mij moeilijk, want Barbara past niet echt in de Haider-sfeer. Ik hou wel van een uitdaging, van dingen die mij in de war brengen. Ik moet mezelf en mijn skills dan heruitvinden.”

Tot twintig minuten voor de show knip ik nog in de muziek

Senjan Jansen

“Ongeveer een maand voor de show kom ik erbij. Soms maar voor een paar dagen. Ik doe een viertal shows per modeweek, wat beste een drukke agenda is. Als ze allemaal op voorhand willen werken, wordt het moeilijk. Het kan zijn dat ik dan iets op het moment zelf maak. Dat zou ik een paar jaar geleden nooit gedurfd hebben.”

“Ik vertrek van de moodboards van de ontwerpers: hun inspiraties, foto’s, kleuren, de textuur van stoffen. Even belangrijk als wat er wordt getoond, is wáár het wordt getoond. De locatie heeft een grote impact op het geluid. Ik ontvang foto’s van de locatie, zodat ik daar kan op verderbouwen. Na zoveel shows, ken ik de meeste locaties. Zit er toch een nieuwe bij, dan ga ik naar Parijs om ze te bezoeken voor ik begin. Ik heb ooit een show van Sacai in een kerk gedaan. Ik heb toen niet gekozen voor een klassieke muziekopstelling voor publiek, maar voor een tiental speakers doorheen de kerk. Die kerk bepaalde toen mee het tempo en de sfeer van de muziek en dus ook de show.”

“Als de muziek zo goed is, zo bepalend dat je het moeilijk langer of korter kunt maken, dan is de muziek de baas. Maar meestal is het andersom. Mijn referentie voor de lengte van een show ligt rond de tien minuten. Daags voor de show wordt bepaald hoeveel modellen er zijn, dan kun je de muziek daar op de seconde op afstellen. Veel hangt ook af van de snelheid. Dries Van Noten stuurt zijn modellen, een zestigtal, om de negen à tien seconden uit. Bij Haider Ackermann zijn dat dertig modellen, om de veertien seconden. De lengte van de show blijft dus dezelfde. Tot twintig minuten voor de show knip ik nog. Bij Dries zijn de repetities de avond voor de show, dan ben je de dag erna iets relaxter. Bij Haider kan de locatie pas ’s nachts worden opgebouwd en starten we om vijf uur ’s ochtends, als de show om elf uur begint. Dan zijn er niet meer zo veel uren om het goed te krijgen.”


TOM TOSSEYN

Grafisch designer. Hij ontwierp onder andere het nieuwe logo van McQ by Alexander McQueen en prints voor Raf Simons, A.F. Vandevorst en Tim Coppens.

“Ik heb grafisch ontwerp gestudeerd aan de Academie van Antwerpen en daarna aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Zij bereiden je voor op een leven als kunstenaar, maar dat was toch niet wat ik wilde. Mijn eerste job was voor ‘5 voor 12′, een vzw die muzikale en culturele activiteiten organiseert. Ik maakte alle flyers en posters voor events als Ten Days Off en De Nachten. Ik was toen heel erg bezig met muziek, nog altijd eigenlijk. Ik ontwerp nog platenhoezen of logo’s voor bands. Dat ik in de mode ben terechtgekomen, was eerder stom toeval. Ik zag online een vacature voor een positie bij Diesel. Ze zochten een grafisch designer voor hun streetwear-sublabel 55DSL. Ik heb gesolliciteerd en that was it. Ik had geen enkele ervaring met kleding, behalve wat T-shirts en sweaters die ik voor winkels in de toen hippe Kammenstraat had gemaakt.”

TOM TOSSEYN
TOM TOSSEYN© Karel Duerinckx

“Na twee jaar bij Diesel ben ik naar Duitsland verhuisd om voor Hugo Boss te werken. Ik moest er een nieuwe, arty twist geven aan hun collectie. Die stap van streetwear naar high-end mode heeft me geleerd om een kameleon te zijn, en te ontwerpen in functie van de klant. Ik werk nu als freelancer voor heel uiteenlopende merken. Ik ontwerp stoffenprints, logo’s, hangtags. Alles waar een illustratie mee gemoeid is en verbonden is met het kledingstuk. Zo heb ik onlangs het nieuwe logo van McQ gemaakt. Ik had voor hen al eens een tote bag ontworpen en daar waren ze heel blij mee. Toen ze een nieuw logo zochten voor hun sublabel Swallow, zijn ze opnieuw bij mij komen aankloppen. Als je werkt voor iemand of samen met iemand, kom je vaak tot resultaten die je alleen niet zou bereiken. Dat maakt het net zo interessant. Ik zie het als een verrijking, geen beperking.”

Ik heb geleerd om een kameleon te zijn

Tom Tosseyn

“Na zes jaar als vaste grafisch ontwerper voor modehuizen had ik het gehad. Ik deed niets anders dan werken en liep stilaan tegen een burn-out aan. Ik heb toen besloten dat als ik hard wil werken, dat ik dan zelf wil bepalen wanneer en voor wie. Als freelancer zit ik gelukkig niet meer fulltime in de modewereld, ik sta eerder aan de rand. Ik zeg ‘gelukkig’, omdat het een harde, stresserende sector is. Er zijn uiteraard ook nadelen aan het freelancersbestaan : als ze me nu contacteren, is het vaak last minute. Het moet dan eigenlijk al twee weken klaar zijn. En je bent ook niet zeker of je wel werk zult hebben : het ene seizoen gebruiken ze prints, het andere niet.”

“Ik ben terug bezig met streetstyle graphics, uit de skatewereld, waar ik veertien jaar geleden, aan het begin van mijn carrière, mee begonnen ben. Back to the roots. Het is een interesse die ik deel met Tim Coppens, voor wie ik ook graphics maak. Ik ken Tim van aan de Academie. We zijn even oud en zijn opgegroeid met dezelfde dingen : dezelfde jongerensubculturen, muziek, computergames. Onze stijl ligt op één lijn. Die connectie heb ik ook met Raf Simons. Toen ik zijn werk ontdekte, dacht ik : ‘wow, dat is mijn leefwereld, mijn muziek, mijn stijl.’ Niet veel later hebben ze me gecontacteerd om voor hen graphics te ontwerpen.”

tomtosseyn.be


SAARTJE BOUTSEN

Corporate Social Responsability Manager bij kledingketen JBC, het eerste Belgische modebedrijf met die functie.

“Het streven naar duurzaam ondernemen, met respect voor mens en natuur, zit in het DNA van JBC. Tot voor enkele jaren hield Ann Claes, die samen met haar broer Bart het familiebedrijf runt, zich ermee bezig. In 2014 werd het een voltijdse functie. Al onze kleding wordt hier ontworpen, maar de productie gebeurt in landen als China, Bangladesh en India. Ik zie erop toe dat de sociale omstandigheden voor de arbeiders in de fabrieken waarmee we samenwerken correct zijn, en dat de impact op het milieu zo minimaal mogelijk is.”

SAARTJE BOUTSEN
SAARTJE BOUTSEN© Karel Duerinckx

“We zijn als bedrijf jaren geleden begonnen met de uitvoering van sociale audits. In 2015 werden we ook lid van de Fair Wear Foundation, en engageerden we ons om tegen het einde van dit jaar meer dan negentig procent van onze productie op regelmatige basis te controleren. Ik volg de resultaten van die audits op, en heb contact met de leveranciers om verbeterplannen op te stellen. Als we merken dat een leverancier geen progressie maakt, dan zetten we de samenwerking stop. Dat is het afgelopen jaar twee keer gebeurd. Samen met de Sourcing Manager, die instaat voor de productie en kwaliteit, beslis ik of we in zee gaan met een nieuwe leverancier. Als die niet voldoet aan onze sociale normen gaat het niet door. Dat heeft nog niet tot conflicten geleid. Als ik geen zeggenschap zou hebben in dat soort beslissingen, dan had mijn functie geen zin.”

“Ook op lokaal vlak proberen we een verschil te maken. Zo is bij de bouw van ons nieuw hoofdkantoor veel rekening gehouden met het milieu : we hebben, bijvoorbeeld, zonnepanelen, gebruiken groene stroom, de toiletten worden gespoeld met regenwater, we drinken kraantjeswater en gebruiken alleen gerecycleerd papier, ook voor onze winkeltassen. Ook kleine dingen kunnen een verschil maken.”

“We proberen innovatief te zijn op het vlak van duurzaamheid. Vorig jaar brachten we onze tweede cradle-to-cradle gecertificeerde collectie op de markt. In 2017 pakken we uit met onze nieuwe ‘I AM’-collectie, waarbij alle katoen 100% biokatoen is en je op onze webshop de herkomst kunt nagaan. De collectie bevat ook een kinderjas gemaakt van gerecycleerde petflessen.”

jbc.be

PIETER KOOL

Director of 3D Design bij het Nederlandse jeanslabel G-Star.

“Ik heb G-Star benaderd toen ik nog studeerde. Ik winkel niet graag en het leek me interessant om als afstudeerproject een concept te bedenken waardoor het wél leuk zou worden. Ze vonden het grappig dat een jong ventje kwam vertellen dat hij het maar niks vond. ‘Kom het maar veranderen’, zeiden ze. Na mijn stage ben ik gebleven. Ik werk twaalf jaar bij G-Star en veel ideeën uit mijn ‘winkel van de toekomst’ hebben we in de praktijk gebracht. De kassa, bijvoorbeeld. Als je een winkel binnenstapt, heb je links vaak een lange toog waar mensen aan staan te hangen. Dat geeft geen gastvrij gevoel. Je gaat ook niet winkelen om te betalen, dus hebben we de kassa ontworpen als de balie in een goed hotel, een vierkant blok waar je gezellig rond kunt staan en goed geholpen wordt.”

Als ingenieur kun je ook creatief bezig zijn

Pieter Kool

“Ik omschrijf mijn functie zelf als ‘chef spullen’. Ik ontwerp alle omgevingen van G-Star: de winkels, de showroom en het hoofdkantoor. Ook alle meubels, van de stoelen en tafels in de cafetaria tot de belichting, worden hier getekend. We zien onszelf meer als productingenieurs dan als een modebedrijf. We bestuderen wat er al bestaat en hoe we daar een moderne toepassing van kunnen maken. Neem nu de ‘Elwood’ : een combinatie van een motorrijbroek en een klassieke 5-pocket-jeans. Ze zit beter, is functioneler en ziet er anders uit dan een doorsneejeans. Wij benaderen de dingen die we ontwerpen vanuit dezelfde filosofie, alleen werken wij met hout, staal en ruimte, terwijl mijn collega-ontwerpers stof en patronen gebruiken.”

“Ik ontwerp al zo lang winkels dat werk en privé op dat vlak niet meer van elkaar te scheiden zijn. Ik koop veel online, maar winkelen doe ik vooral op plaatsen met een goede service. Zo heb ik een goede schoenmaker waar ik ook gewoon op de koffie ga. Als die man begint te vertellen over schoenen, is hij niet meer te houden. Inspiratie vind ik bij winkels waar juist geen kleding wordt verkocht. Een voorbeeld: een half jaar geleden kwam de delicatessesupermarkt op. Het niveau van de service ligt daar heel hoog. We zijn vaak naar dat soort supermarkten gegaan om te observeren. De combinatie van dat vakmanschap en het runnen van een commercieel bedrijf is voor ons interessant. Want uiteindelijk willen zij ook dat winkelmandjes gevuld raken. Ook banken en verzekeraars zijn interessant. Een kledingwinkel is simpel: je loopt binnen en je ziet een broek hangen die je wilt. Voor een bank is dat veel moeilijker: hoe breng je een product aan de man op een fysieke plek, een soort winkel dus, als je product niet tastbaar is?”

“In 2013 ben ik in Nederland verkozen tot Ingenieur van het Jaar. Mode wordt niet snel geassocieerd met techniek, maar er werken wel mensen met die achtergrond. Ik heb toen gewonnen, omdat ze wilden tonen dat techniek veel meer is dan met een stofjas in een labo staan of onder een auto liggen. Je kunt er ook creatief mee bezig zijn. Ik ben aan de Technische Universiteit van Delft gaan studeren, omdat ik bruggen wilde bouwen. Alleen duurt het zo lang voor die echt gebouwd worden. Het leek me interessanter om producten te ontwerpen op kleinere schaal: dat gaat sneller en je kunt er meer creativiteit in kwijt.”

g-star.com


SENJAN JANSEN

Sounddesigner en componist van films, theaterproducties en modeshows, waaronder die van Haider Ackermann, Dries Van Noten en Sacai.

“Ik heb filmregie gestudeerd aan het Rits in Brussel, maar om films te maken vond ik me toen nog te jong. Via een tussenstap in de beeldmontage ben ik bij geluid beland. Ik had een studio gehuurd om de film van een student te monteren, maar die belde last minute af. In die studio was net de post-productie begonnen van Bal Masqué, een film van Julien Vrebos. Julien heeft me toen gevraagd om het sounddesign op te nemen, al had ik geen ervaring. Hij heeft me er echt ingegooid. Ik was in die tijd veel met muziek bezig en had dus een visie op wat ik wilde, ik wist alleen niet hoe ik het moest uitvoeren. Maar het is gelukt, met de hulp van de mensen rondom mij. Daarna kreeg ik veel aanvragen. Omdat er in België geen gespecialiseerde sounddesign-studio’s voor film waren, ben ik in 2000 Senstudio begonnen.”

Senjan Jansen
Senjan Jansen© Karel Duerinckx

“Ik dj’de in die tijd en ging veel naar feestjes van de modeacademie. Tabi, een vriendin, heeft me toen benaderd met de vraag of ik de klank van een defilé wilde doen. Dat bleek de eerste show van Haider Ackermann. Een kleinschalig defilé, dat hij deelde met vier of vijf ontwerpers. Dat was het begin van een jarenlange vriendschap en samenwerking. Ik heb lang alleen de show van Haider gedaan, intussen werk ik ook samen met Dries Van Noten, Sacai, Chris-tian Wijnants, Hugo Boss … Wat ik voor hen doe, varieert: er zijn ontwerpers waar ik de hele geluidsband voor maak en componeer, er zijn er waar het een remix is, waar ik van een bestaand muziekstuk start en het bewerk zodat het bij de collectie past. Bij Dries Van Noten, bijvoorbeeld, kiest het team de muziek en kom ik er later bij om er een soundtrack van te maken.”

“Ik ben niet de sounddesigner die start van een muziekbibliotheek. Ik begin met iets kleins, één element, en bouw daar een verhaal rond dat aansluit bij wat de ontwerper wil vertellen. Omdat ik ook films doe, heb ik een grote database met geluiden: wind, zee, een hartslag. De sound van een show van Haider Ackermann, bijvoorbeeld, is heel dwingend, met een eigen, herkenbare signatuur. Als je zo lang samenwerkt, kan dat ook. We zijn samen gegroeid tot wat het nu is. Voor zijn laatste show wilde hij het nummer L’aigle noir van Barbara gebruiken. Dat maakt hij het voor mij moeilijk, want Barbara past niet echt in de Haider-sfeer. Ik hou wel van een uitdaging, van dingen die mij in de war brengen. Ik moet mezelf en mijn skills dan heruitvinden.”

Tot twintig minuten voor de show knip ik nog in de muziek

Senjan Jansen

“Ongeveer een maand voor de show kom ik erbij. Soms maar voor een paar dagen. Ik doe een viertal shows per modeweek, wat beste een drukke agenda is. Als ze allemaal op voorhand willen werken, wordt het moeilijk. Het kan zijn dat ik dan iets op het moment zelf maak. Dat zou ik een paar jaar geleden nooit gedurfd hebben.”

“Ik vertrek van de moodboards van de ontwerpers: hun inspiraties, foto’s, kleuren, de textuur van stoffen. Even belangrijk als wat er wordt getoond, is wáár het wordt getoond. De locatie heeft een grote impact op het geluid. Ik ontvang foto’s van de locatie, zodat ik daar kan op verderbouwen. Na zoveel shows, ken ik de meeste locaties. Zit er toch een nieuwe bij, dan ga ik naar Parijs om ze te bezoeken voor ik begin. Ik heb ooit een show van Sacai in een kerk gedaan. Ik heb toen niet gekozen voor een klassieke muziekopstelling voor publiek, maar voor een tiental speakers doorheen de kerk. Die kerk bepaalde toen mee het tempo en de sfeer van de muziek en dus ook de show.”

“Als de muziek zo goed is, zo bepalend dat je het moeilijk langer of korter kunt maken, dan is de muziek de baas. Maar meestal is het andersom. Mijn referentie voor de lengte van een show ligt rond de tien minuten. Daags voor de show wordt bepaald hoeveel modellen er zijn, dan kun je de muziek daar op de seconde op afstellen. Veel hangt ook af van de snelheid. Dries Van Noten stuurt zijn modellen, een zestigtal, om de negen à tien seconden uit. Bij Haider Ackermann zijn dat dertig modellen, om de veertien seconden. De lengte van de show blijft dus dezelfde. Tot twintig minuten voor de show knip ik nog. Bij Dries zijn de repetities de avond voor de show, dan ben je de dag erna iets relaxter. Bij Haider kan de locatie pas ’s nachts worden opgebouwd en starten we om vijf uur ’s ochtends, als de show om elf uur begint. Dan zijn er niet meer zo veel uren om het goed te krijgen.”


TOM TOSSEYN

Grafisch designer. Hij ontwierp onder andere het nieuwe logo van McQ by Alexander McQueen en prints voor Raf Simons, A.F. Vandevorst en Tim Coppens.

“Ik heb grafisch ontwerp gestudeerd aan de Academie van Antwerpen en daarna aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Zij bereiden je voor op een leven als kunstenaar, maar dat was toch niet wat ik wilde. Mijn eerste job was voor ‘5 voor 12′, een vzw die muzikale en culturele activiteiten organiseert. Ik maakte alle flyers en posters voor events als Ten Days Off en De Nachten. Ik was toen heel erg bezig met muziek, nog altijd eigenlijk. Ik ontwerp nog platenhoezen of logo’s voor bands. Dat ik in de mode ben terechtgekomen, was eerder stom toeval. Ik zag online een vacature voor een positie bij Diesel. Ze zochten een grafisch designer voor hun streetwear-sublabel 55DSL. Ik heb gesolliciteerd en that was it. Ik had geen enkele ervaring met kleding, behalve wat T-shirts en sweaters die ik voor winkels in de toen hippe Kammenstraat had gemaakt.”

TOM TOSSEYN
TOM TOSSEYN© Karel Duerinckx

“Na twee jaar bij Diesel ben ik naar Duitsland verhuisd om voor Hugo Boss te werken. Ik moest er een nieuwe, arty twist geven aan hun collectie. Die stap van streetwear naar high-end mode heeft me geleerd om een kameleon te zijn, en te ontwerpen in functie van de klant. Ik werk nu als freelancer voor heel uiteenlopende merken. Ik ontwerp stoffenprints, logo’s, hangtags. Alles waar een illustratie mee gemoeid is en verbonden is met het kledingstuk. Zo heb ik onlangs het nieuwe logo van McQ gemaakt. Ik had voor hen al eens een tote bag ontworpen en daar waren ze heel blij mee. Toen ze een nieuw logo zochten voor hun sublabel Swallow, zijn ze opnieuw bij mij komen aankloppen. Als je werkt voor iemand of samen met iemand, kom je vaak tot resultaten die je alleen niet zou bereiken. Dat maakt het net zo interessant. Ik zie het als een verrijking, geen beperking.”

Ik heb geleerd om een kameleon te zijn

Tom Tosseyn

“Na zes jaar als vaste grafisch ontwerper voor modehuizen had ik het gehad. Ik deed niets anders dan werken en liep stilaan tegen een burn-out aan. Ik heb toen besloten dat als ik hard wil werken, dat ik dan zelf wil bepalen wanneer en voor wie. Als freelancer zit ik gelukkig niet meer fulltime in de modewereld, ik sta eerder aan de rand. Ik zeg ‘gelukkig’, omdat het een harde, stresserende sector is. Er zijn uiteraard ook nadelen aan het freelancersbestaan : als ze me nu contacteren, is het vaak last minute. Het moet dan eigenlijk al twee weken klaar zijn. En je bent ook niet zeker of je wel werk zult hebben : het ene seizoen gebruiken ze prints, het andere niet.”

“Ik ben terug bezig met streetstyle graphics, uit de skatewereld, waar ik veertien jaar geleden, aan het begin van mijn carrière, mee begonnen ben. Back to the roots. Het is een interesse die ik deel met Tim Coppens, voor wie ik ook graphics maak. Ik ken Tim van aan de Academie. We zijn even oud en zijn opgegroeid met dezelfde dingen : dezelfde jongerensubculturen, muziek, computergames. Onze stijl ligt op één lijn. Die connectie heb ik ook met Raf Simons. Toen ik zijn werk ontdekte, dacht ik : ‘wow, dat is mijn leefwereld, mijn muziek, mijn stijl.’ Niet veel later hebben ze me gecontacteerd om voor hen graphics te ontwerpen.”

tomtosseyn.be


SAARTJE BOUTSEN

Corporate Social Responsability Manager bij kledingketen JBC, het eerste Belgische modebedrijf met die functie.

“Het streven naar duurzaam ondernemen, met respect voor mens en natuur, zit in het DNA van JBC. Tot voor enkele jaren hield Ann Claes, die samen met haar broer Bart het familiebedrijf runt, zich ermee bezig. In 2014 werd het een voltijdse functie. Al onze kleding wordt hier ontworpen, maar de productie gebeurt in landen als China, Bangladesh en India. Ik zie erop toe dat de sociale omstandigheden voor de arbeiders in de fabrieken waarmee we samenwerken correct zijn, en dat de impact op het milieu zo minimaal mogelijk is.”

SAARTJE BOUTSEN
SAARTJE BOUTSEN© Karel Duerinckx

“We zijn als bedrijf jaren geleden begonnen met de uitvoering van sociale audits. In 2015 werden we ook lid van de Fair Wear Foundation, en engageerden we ons om tegen het einde van dit jaar meer dan negentig procent van onze productie op regelmatige basis te controleren. Ik volg de resultaten van die audits op, en heb contact met de leveranciers om verbeterplannen op te stellen. Als we merken dat een leverancier geen progressie maakt, dan zetten we de samenwerking stop. Dat is het afgelopen jaar twee keer gebeurd. Samen met de Sourcing Manager, die instaat voor de productie en kwaliteit, beslis ik of we in zee gaan met een nieuwe leverancier. Als die niet voldoet aan onze sociale normen gaat het niet door. Dat heeft nog niet tot conflicten geleid. Als ik geen zeggenschap zou hebben in dat soort beslissingen, dan had mijn functie geen zin.”

“Ook op lokaal vlak proberen we een verschil te maken. Zo is bij de bouw van ons nieuw hoofdkantoor veel rekening gehouden met het milieu : we hebben, bijvoorbeeld, zonnepanelen, gebruiken groene stroom, de toiletten worden gespoeld met regenwater, we drinken kraantjeswater en gebruiken alleen gerecycleerd papier, ook voor onze winkeltassen. Ook kleine dingen kunnen een verschil maken.”

“We proberen innovatief te zijn op het vlak van duurzaamheid. Vorig jaar brachten we onze tweede cradle-to-cradle gecertificeerde collectie op de markt. In 2017 pakken we uit met onze nieuwe ‘I AM’-collectie, waarbij alle katoen 100% biokatoen is en je op onze webshop de herkomst kunt nagaan. De collectie bevat ook een kinderjas gemaakt van gerecycleerde petflessen.”

jbc.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content