Sara Ceustermans

Frivole dribbels in onfrisse truitjes: de textielarbeiders van Adidas en Nike verdienen hongerloon

Sara Ceustermans Coördinator van Schone Kleren Campagne.

De retrotruitjes van de Rode Duivels ruiken niet erg fris. Van een voetbalshirt dat verkocht wordt voor 90 euro, belandt uiteindelijk maar 0,90 euro bij de kledingarbeider.

Het deel dat in de vorm van loon bij kledingarbeiders terechtkomt, werd de voorbije 20 jaar bovendien kleiner. De winstmarges zijn er wél op vooruit gegaan, net als de dividenden die uitgekeerd worden aan de aandeelhouders. Dat heeft alles te maken met het businessmodel van Nike en Adidas.

Winstmarges voetbalshirts van Adidas en Nike groeien, maar textielarbeiders verdienen hongerloon.

Beiden betalen astronomische bedragen om clubs, nationale teams en voetbalsterren aan zich te binden- en via hen de consumenten. Voor Adidas en Nike gaat het samen om meer dan 2 miljard euro per jaar. In november 2016 tekende Cristiano Ronaldo een contract voor het leven met Nike. Een contract dat hem 20 miljoen euro per jaar oplevert voor de rest van zijn leven.

Zes maanden later tekende Lionel Messi een contract met Adidas voor het leven. Ook de Duitse nationale ploeg sleepte een nieuw contract met Adidas uit de brand. De regerende wereldkampioen krijgt 65 miljoen euro per jaar, wat maar liefst 3 keer meer is dan hun vorige contract. De Franse nationale ploeg, gesponsord door Nike, zitten hen op de hielen met 50,5 miljoen euro per jaar. Hoeveel de Belgische voetbalbond van adidas krijgt is niet bekend.

Om winstgevend te blijven beknibbelen de twee voortdurend op de productiekosten. In de periode waarin de marketing en sponsorbedragen verdubbeld zijn, is Adidas er zelfs in geslaagd om de productiekosten te laten zakken. De internationale sportmerken, met Adidas en Nike op kop, plaatsen steeds minder bestellingen in China, het enige productieland waar de lonen in de buurt komen van een leefbaar loon.

Vietnam, Indonesië en Cambodja komen in de plaats. Onderzoek van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) toont aan dat er in de kleding- en schoenensector in die landen grote risico’s zijn op schendingen van internationale arbeidsnormen. Kledingarbeidsters verdienen in Indonesië tussen de 82 en de 200 euro, afhankelijk van de regio waar ze tewerkgesteld zijn. En dat is absoluut niet voldoende om rond te komen. Volgens berekeningen bedraagt een leefbaar loon in dat land minstens 363 euro per maand.

De extreem lage lonen zijn het gevolg van een businessmodel met de verkeerde prioriteiten.

Een andere manier om Ronaldo & co te kunnen betalen en de aandeelhouders tevreden te houden, is door twijfelachtige belastingconstructies op te zetten. Zo maakte De Tijd in november bekend dat Nike via Bermuda en Nederland erin slaagde om op miljarden euro’s winst zo goed als geen belastingen te betalen. Nike’s wereldwijde effectieve belastingtarief van 34,9 % zakte op 10 jaar tijd naar 13,2 % vorig jaar.

De extreem lage lonen in de sector zijn duidelijk niet het gevolg van een gebrek aan middelen, maar aan een businessmodel met de verkeerde prioriteiten. Als Nike en Adidas de sponsorcontracten op het niveau van 2012 gehouden hadden, zouden ze dit jaar met het verschil leefbare lonen kunnen betalen aan de werknemers bij hun leveranciers in China, Vietnam, Indonesië en Cambodja. Dan zouden de werknemers minder overuren moeten kloppen om hun loon op te krikken. En konden ze misschien ook eens een wedstrijd van het WK meepikken.

Meer info via het Foul Play rapport 2018.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content