Parijs: Met de voeten op en van de grond

11u, rue de Valois. Bij Yves Saint Laurent is het notoir moeilijk binnen geraken voor journalisten, vooral uit kleine landen als België of Nederland. Dit keer krijgen we zowaar telefoon van de persattachée. “We zijn vereerd u uit te nodigen. Maar jammer genoeg zult u moeten rechtstaan, we hebben amper plek voor 120 mensen. Maakt u zich geen zorgen, het wordt geen chaos, en u zult alles goed kunnen zien.”

Niet dat we ons veel zorgen maakten. Het komt zelden voor, om niet te zeggen: nooit, dat een PR je belt om zich te verontschuldigen dat ze je alleen maar een staanplaats kan aanbieden. Bovendien is het van het tijdperk van Hedi Slimane geleden, dus zo ongeveer rond de eeuwwisseling, dat we nog een mannenshow van Saint Laurent live hebben gezien.

Stefano Pilati heeft zich ingehouden. Hij toont vooral pakken, in klassiek blauw, wit en beige. En trenchcoats, bombers, safarijasjes, voorzichtige sportswear in zijde, dat dit seizoen alomtegenwoordig is. De veterdetails die hier en daar opduiken ogen misschien eerder oubollig dan klassiek, en Dries Van Noten was gisteren in een gelijkaardig register jonger en sterker. Maar toch, chic zoals dat hoort bij een merk als Saint Laurent.

12u, Maison des Metallos. Tatsuro Horikawa, de man achter Julius, begon zijn modemerk als een kunstproject. Intussen is Julius zowat de Japanse Rick Owens: donker, gotisch geinspireerd, skinny jasjes gecombineerd met losse, wijde broeken (of omgekeerd). Voor zijn zomercollectie (getiteld, ietwat pretentieus: Edge, An invitation to the underground) kijkt Horikawa naar het werk van Zaha Hadid. Wij zien alleen precies dezelfde kleren als anders. Uitstekend gemaakt, dat wel.

14u, rue Commines. “Is Lady Gaga hier?”, vraagt een voorbijrijdende taxichauffeur. Euh, voor zover we weten niet. Michael Stipe is er wel. En Walter Van Beirendonck, die er zijn nieuwe collectie showt. Ze is geweldig, net als de vorige.

Walter begint met zijn eigen versie van preppy. Er zijn ingenieuze ruitjesjassen en dito jassen met bloemenprints, soms met subtiel patchwork erin verwerkt. De modellen dragen er strikjes bij. Van ver gezien kunnen ze zo in een Ralph Lauren-campagne. Al zijn hun gezichten voor de helft (de onderste) groen geschilderd, dus misschien toch niet. Het klinkt alsof de Hulk op Parijs is losgelaten. Maar het effect is heel anders, zacht en bevallig. Zelden zo’n mooie make-up gezien op een mannendéfilé (Inge Grognard is verantwoordelijk, wie ook anders).

Sommige jasjes, truien en hemden zijn opengesneden. De kleuren zijn, zoals vaak bij Van Beirendonck, bijzonder. Er is muntgroen, feloranje, lichtblauw en geel. De show eindigt met een handvol wandelende beeldhouwwerken, wolkjes en andere reusachtige vormen van tulle, gemaakt door kunstenaar Erwin Wurm voor zijn tentoonstelling Wear Me Out, in het Antwerpse Middelheimmuseum.

Tijdens de show wordt ook de grote retrospectieve van Van Beirendonck in het Momu nog eens aangekondigd. Cool, maar tegelijk zou het zonde zijn mocht Walter voortaan louter als een museumstuk worden beschouwd. De mode heeft hem nog nodig.

15u, Palais de la femme, rue de Charonne. Sarah Moon zit front row (de legendarische fotografe schoot de wintercampagne voor Dior Homme), en iets verder, pal voor ons, Usher. Kris Van Assche schetst rustig, met beide voeten op de grond, verder aan zijn eigen, grijze universum. Veel accessoires dit jaar, gemakkelijke pakken (soms met Beatle-kraagjes), en polo’s met horizontale streepje.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content