Mannenmode Parijs: De man van België en Japan

Beknopt verslag van de drukste dag op de Parijse mannenmodekalender, van Kenzo tot Raf Simons.

Beknopt verslag van de drukste dag op de Parijse mannenmodekalender, van Kenzo tot Raf Simons.

Onze zaterdagochtend begint, veel te vroeg, in de ruïne van een garage vlakbij Place de la Bastille. Boris Bidjan Saberi werkt in de Rick Owens-traditie, een stijl die hij mengt met Oriëntaalse invloeden. Enigszins te vergelijken met wat Jean-Paul Gaultier eerder deze week probeerde, maar dan hedendaagser, en vooral minder frappant homoseksueel. Noot: veel sarouel-broeken volgende zomer.

Dan de bus op, naar het zeventiende arrondissement, maar eigenlijk ook een beetje naar Japan, voor Kenzo. Antonio Marras heeft daar ideeën uit zijn reiscarnets geput. De show begint goed, met eenvoudige katoenen pakken, marinestrepen en vlekken, maar verliest onderweg vaart. Ons nationaal monument, model Hannelore Knuts, loopt ook mee, verkleed als strenge schooljuf in mannenkleren.

Kenzo is al lang geen echt Japans merk meer. Miharayasuhiro is dat wel. Mihara staat garant voor een poëtisch-avontuurlijke mix and match. Deze collectie is geïnspireerd door Walden: or, Life in the Woods, de klassieker van Henry David Thoreau. De ontwerper zoekt een balans tussen natuur en stad, en slaagt daar glansrijk in. Achter de modellen wordt een fantastische video geprojecteerd van het Japanse bureau Wow, waarin een bos op magische wijze transformeert in de skyline van Tokyo. Een van de hoogtepunten van de modeweek.

We maken stops bij Bernhard Willhelm (we komen te laat, of beter: de presentatie is vroeger gestopt dan voorzien was, om de buren niet langer dan nodig te terroriseren met de mix van pyrotechniek, gekleurd schuim en loeiharde beats), Stephan Schneider (zoals gewoonlijk een perfect draagbare, uitstekende collectie, dit keer in het teken van verzamelaars, filatelisten in het bijzonder), en Maison Martin Margiela (nog een show met een film op de achtergrond: een fotoshoot op allerlei plekken in Parijs, waarna dezelfde modellen op de catwalk verschijnen).

Na de middag rennen we naar Dior Homme, dat showt in de oude goederentreinhangars van het dertiende arrondissement. De modellen (de mooiste van de week) verschijnen eerst achter half transparante gordijnen, als onderdeel van een mysterieuze processie. Ze lopen in een cirkel, begeleid door de dramatische strijkers uit 2046 van Wong Kar Wai. De collectie is vloeiend en zwart, met af en toe een element in naturel linnen, en op het einde een afvaardiging futuristische samoerais. Het is een van de mooiste collecties van Kris Van Assche voor Dior Homme, maar het is niet echt duidelijk meer voor wie de kleren bestemd zijn. Waar staat Dior voor in 2011?

Ann Demeulemeester deelt zaklampjes uit. Het publiek wordt verondersteld het defilé zelf te verlichten. De show is in twee stukken verdeeld. Eerst een geheel witte passage, met vooral katoenen zeemanskleren, in een stijl die hedendaagser en cleaner is dan we van de ontwerpster gewend zijn. Dan volgen, na een korte pauze, dezelfde kleren in het zwart, en in andere stoffen (veel leder). Twee uithoeken van hetzelfde universum. Damir Doma volgt zijn weg, en mengt Oriëntaalse invloeden met zijn eigen visuele woordenschat.

Raf Simons, ten slotte, viert zijn vijftiende verjaardag en herkauwt zijn eigen collecties, de jaren negentig, en zijn obsessie met Martin Margiela, in de zielloos gerenoveerde lokettenhal van Crédit Lyonnais. De ontwerper stopt zijn modellen in latex blouses, oversized broeken en lugubere hospitaalhemdjes met open rug (misschien hebben we daar, als voormalig hospitaalpatiënt, meer moeite mee dan de doorsnee modeliefhebber). How would we stay real, luidt het opschrift van een t-shirt. We moeten denken aan Holden Caulfield, het hoofdpersonage uit J.D. Salingers The Catcher In The Rye, en zijn afkeer van phonies.

Jesse Brouns Bekijk alle defilés op Catwalk Weekend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content