Lezersvraag: Waarom toont de catwalk vaak ondraagbare kleren?

Onze modeverslaggevers antwoorden op een aantal van uw vragen over de coulissen van de modeweken. Vandaag: waarom toont de catwalk vaak ondraagbare kleren?

In de jongste modespecial van Weekend Knack deden we een lezersoproep: wat wilt u graag weten over de coulissen van de modeweken? Onze modeverslaggevers antwoorden de komende week op een aantal van uw vragen. Vandaag: waarom toont de catwalk vaak ondraagbare kleren?

Met een defilé wil een ontwerper in de eerste plaats een universum creÔren, zijn imago communiceren, een kortstondige droom neerzetten. Tien tot vijftien minuten krijgt hij of zij de tijd om een publiek te beroeren; een publiek dat een week lang – van ’s morgens tot ’s avonds – overspoeld wordt met nieuwe collecties en beelden. Hoe meer emoties een defilé weet op te wekken, hoe beter de collectie achteraf in het collectieve geheugen blijft hangen (dit seizoen staan tijdens de modeweek van Parijs meer dan negentig shows gepland, naast tientallen showroompresentaties: best vermoeiend voor de geest).

De kleren die op de catwalk getoond worden, hebben niet altijd de bedoeling om effectief gedragen te worden. Sommige catwalk-stuks gaan nadien niet eens in productie, of worden in een commerciÔlere versie op de markt gebracht (kleedjes blijken in de winkel bijvoorbeeld helemaal niet zo ultrakort te zijn als ze op de catwalk waren).

De catwalk moet inspireren en zin geven om te experimenteren, en na de show kunnen kopers en pers altijd terecht in de showroom van een ontwerper om de ‘echte’ collectie van dichtbij te bekijken. In die showroom zijn veel meer draagbare basisstukken te zien dan de dertig à veertig outfits die een ontwerper uitkiest voor zijn showmoment.

Elke Lahousse