Dior versus Saint Laurent: winnaars en verliezers

Het duel tussen Saint Laurent en Dior — tussen Hedi Slimane en Raf Simons — is beslecht met de show van Saint Laurent Paris gisterenavond in het Grand Palais.

Het duel tussen Saint Laurent en Dior — tussen Hedi Slimane en Raf Simons — is beslecht met de show van Saint Laurent Paris gisterenavond in het Grand Palais. Belangrijkste vaststelling: de wereld draait door. Andere merken en ontwerpers deden de voorbije dagen hun best om niet helemaal bedolven te worden onder de tsunami van opgeklopte hype rond Simons en Slimane.

Humberto Leon en Carol Kim (mijnheer en mevrouw Opening Ceremony) toonden hun derde damescollectie voor Kenzo in de grote dojo van het Maison du Judo, een karakterloze sporthal aan de rand van de stad. Vooraf kregen we koffie en koekjes van Momofuku in New York: dat volstond om de vroege zondagochtend wat draaglijker te maken.

Kenzo verkent volgende zomer de jungle. Exotische prints, tijgers, en hier en daar militaire referenties. Leon en Kim zijn er in minder dan een jaar tijd in geslaagd om van Kenzo een van ’s werelds hipste labels te maken. Mooiste bewijs: het grote aantal Kenzo-sweaters en Kenzo-petjes in het publiek. Dit is een merk dat leeft in de echte wereld, en niet alleen in glossy bladen en op rode lopers (en dat is een verademing).

Bij Hermès toonde Christophe Lemaire een collectie vol mooie stukken, trouw aan de codes van het huis, maar zonder veel samenhang. Blikvangers waren de accessoires, die voor Hermès (en zowat elk ander modehuis) nog steeds de grootste omzet opleveren: een Birkin-weekendtas in toile met grafische print en een leren rugzak in camelkleurig leder, gedragen op een jurk in hetzelfde materiaal. Lemaires liefde voor het Oosten kwam tot uiting in de kimonodetails van een met leer geweven jasje en de prachtige prints op zijde, gecreëerd door de artisans van Hermès.

Bij Givenchy had Riccardo Tisci een immens orgel in het midden van de catwalk geplaatst. De Italiaanse ontwerper heeft een zwak voor katholiek melodrama en beslist zondige glam, en deze eerder ingehouden collectie had iets van beide. Het belangrijkste nieuws: Tisci greep meer dan anders terug naar de archieven van Hubert de Givenchy. Met als resultaat een zachtere, minder aggressieve mode.

Stella McCartney is goed gezind, en dat werden wij ook van haar collectie. Voor de lente/zomer werkte ze rond twee thema’s: XL tailoring en delicate maar sportieve jurken. We zagen jasjes met bredere schouders, oversized broeken tot net boven de enkels en riemen laag op de heupen voor een casual look. Plisséjurken met een geometrisch motief (gemaakt van mille-feuille organza) in felle kleuren als oranje, groen en kobaltblauw zorgen voor de vrolijke noot. Onze favoriet: de organza jasjes en sweaters.

Sacai is nog steeds het populairste Japanse modemerk in Japan, en met reden. De invloed van ontwerpster Chitose Abe reikt tot in Europa (Dior toonde afgelopen week hybrides van jas en rok met ingewerkt stukje plissé: Sacai heeft al jaren gelijkaardige stukken). Het recept bleef gisteren onveranderd. Geen bijzonder spectaculaire show, misschien, maar wel kleren die je zo kunt dragen, whenever, wherever.

Giambattista Valli werkt aan het andere eind van het spectrum: zijn cocktailjurkjes en zachte tailleurs zien er werkelijk adembenemend uit, maar niemand draagt dat soort kleren. Tenzij actrices, die ze cadeau krijgen, of ze lenen, en rijke socialites. Zoals Lee Radziwill, op de eerste rij. De zus van Jackie Kennedy ziet er op haar tachtigste, of daaromtrent, nog steeds onberispelijk uit.

De show van Olympia Le-Tan, in een oud theater, was de fijnste van de hele modeweek. De accessoireontwerpster, die sinds vorig seizoen ook een klerencollectie presenteert, organiseerde een playbacksessie: de girlgroups van de jaren zestig (Dixie Cups, Ronettes, Shirelles, Ad-Libs, et cetera), geplaybackt door jonge zwarte meisjes in schattige sixtiesjurkjes. In de finale verscheen Ronnie Spector, de zangeres van The Ronettes, voor een live-uitvoering van Be My Baby. Eén woord: wow.
Toegegeven, Olympia Le-Tan is geen Grote Ontwerpster — ze is geen Phoebe Philo of Miuccia Prada; haar kleren zijn niet inventief of écht bijzonder. Maar haar universum staat er als een huis, en ze heeft een immense coolfactor.

En dan Saint Laurent. Zonder Yves: die voornaam wordt alleen nog gebruikt voor de parfums en zalfjes van het merk. De modecollecties gaan nu onder het vaandel van Saint Laurent Paris, al heeft Hedi Slimane zijn ontwerpstudio in Los Angeles gevestigd. Is Slimane geëvolueerd sinds hij zes jaar geleden uit de mode trad? Blijkens onze eerste indrukken: neen.

De ontwerper liet een immense zwarte doos installeren in het Grand Palais (veel voorname gasten — onder wie Marc Jacons, Alber Elbaz, Vivienne Westwood, Kate Moss, die op zoek was naar een toilet toen we haar tegen het lijf liepen). Vlak voor de show begon ging het plafond open, en zakte er een gigantische licht- en geluidsinstallatie naar beneden. Indrukwekkend, zeker, maar opgewarmde kost voor wie in het verleden Slimanes shows voor Dior Homme zag.

En de collectie? Die combineerde het erfgoed van Saint Laurent (smokings, sahariennes, gypsyjurken) met de greatest hits van Slimane (zwart, skinny looks), en een cowgirl-meets-Harry Potter-thema. Het was een lange, veel te ernstige show, zonder veel variatie — om Prince te citeren (uit 1999): ‘Cuz they say two thousand zero zero party over.’

De strijd is gestreden. Wie wint? Wat ons betreft was de show van Raf Simons voor Dior veruit de beste van de twee (want lichter, positiever, moderner). Maar uiteindelijk verbleken beide shows bij de écht geweldige prestatie van Dries Van Noten in het begin van de modeweek.

Van onze verslaggevers in Parijs, Jesse Brouns en Ellen De Wolf


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content