Expo in het Antwerpse MoMu: Margiela, de Hermèsjaren

Maison Martin Margiela, herfst/winter 1994-1995 © JOANNA VAN MULDER

Van 1997 tot 2003 tekende Martin Margiela silhouetten voor Hermès, op een discrete maar revolutionaire manier die hand in hand ging met de kentering in zijn eigen modehuis. Een expo in het Antwerpse MoMu zoomt in op de samenwerking.

Ontdek de Hermèscollectie van Martin Margiela tijdens een exclusieve rondleiding in het modemuseum te Antwerpen. Klik hier om je in te schrijven.

Even terug naar een periode waarin de mode ‘luid’ was, met logo’s, it-bags en flamboyante marketing die de toon zetten en sterontwerpers die de modehuizen wakker schudden. Testosteronbom Tom Ford trakteert Gucci op een stevige portie pornochic, Alexander McQueen gooit alle remmen los bij Givenchy. John Galliano zet bij Dior zijn eerste ophefmakende en theatrale passen en Marc Jacobs wordt door Louis Vuitton gevraagd om uit het niets een prêt-à-porterlijn te tekenen. Mijlenver van al die heisa gooit Hermès, de zadelmaker uit de Rue du Faubourg Saint-Honoré, het over een andere boeg. In april 1997 kondigt het modehuis in alle discretie aan dat het Martin Margiela heeft aangesteld tot artistiek directeur van de damesprêt-à-porter.

Margiela observeerde de wereld, de mensen die zich daarin bewogen, de kleren die ze droegen

Margiela mag dan al geen onbekende zijn, toch zijn er maar weinigen die een gezicht op de man kunnen plakken. De ontwerper zweert bij anonimiteit, dat is altijd zo geweest. Hij ontwijkt alles en iedereen, zelfs en vooral interviews. Geeft hij er toch eentje, dan verloopt dat per fax, met antwoorden in hoofdletters en in de eerste persoon meervoud – als eerbetoon aan de collectieve inzet en de spirit van een modehuis dat de kleding centraal wil stellen. Kleding waarin geen merknaam te vinden is, alleen een etiket dat met vier manueel aangebrachte steken in wit garen is vastgezet.

Toch is de Limburger die op dat moment al een tijd in Parijs woont, al tien jaar aan het werk onder zijn eigen naam. Hij bewandelt een apart en bevreemdend pad. Margiela studeerde in 1979 af aan de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en begon zijn carrière bij Jean Paul Gaultier, die hem opmerkte toen hij in de jury van de Gouden Spoel zat. Margiela zou uiteindelijk drie jaar aan Gaultiers zijde werken. In 1988 richtte hij zijn eigen non-conformistische label op. Dat anticonformisme was geen pose, maar het resultaat van een aangeboren en zeldzaam talent : Margiela observeert de wereld rondom zich, de mensen die zich daarin bewegen, de kleren die ze dragen. Wanneer Hermès hem vraagt om de garderobe van de Parijse bourgeoise te ontwerpen, put hij bijvoorbeeld inspiratie uit dat typisch vrouwelijke gebaar dat erin bestaat de mantel met beide handen vast te houden en tegen het hart te drukken. Een onbewust gebaar dat hij als enige weet te vertalen in een tijdloos design zonder knopen of figuurnaden en met slim uitgewerkte laagjes.

Zilveren 'Cod'-uurwerk met leren armband. Hermès, lente/zomer 1999
Zilveren ‘Cod’-uurwerk met leren armband. Hermès, lente/zomer 1999© SERGE GUERAND

Twintig jaar later blijkt pas wat Margiela heeft betekend voor het ambacht dat hij met zoveel liefde uitoefende. En voor de vrouwen die hij met zoveel respect heeft gekleed. Aanleiding genoeg voor een expo in het Antwerpse ModeMuseum. Daarin laat Kaat Debo, directrice en hoofdcurator van het MoMu, Margiela’s twee universums voortdurend naar elkaar knipogen. Toen hij zijn eerste Hermès-collectie voorstelde in de boetiek aan de Rue du Faubourg Saint-Honoré, zo herinnert ze zich, trok de pers vragend een wenkbrauw op. Wat was daar nu avant-gardistisch aan? En waarom had hij niets gedaan rond de iconen van het modehuis zoals de ‘Birkin’-tas of de carrés? “Hij had een garderobe ontworpen voor de klanten, voor de vrouwen die de kleren dragen en niet voor hen die ernaar kijken.” Een rondleiding door het repertoire, het vocabularium en de passies van de ontwerper.

POËTISCHE GARDEROBE

“Vóór de komst van Martin Margiela kreeg elke Hermès-creatie een naam die geïnspireerd was op het oude Griekenland. Margiela wilde breken met die traditie. Hij bedacht een eigen vocabularium om zijn ontwerpen te benoemen – ‘porté par deux’, ‘porté par trois’, ‘doublé de même’, ‘l’anti-pluie’… Heel poëtisch, net als alle gebaren die hij uitlokte met zijn mantels zonder knopen. Zo’n mantel houd je dicht met je handen. Een intiem gebaar dat hij vrouwen spontaan had zien maken.”

“Qua snit is de ‘anti-pluie’ geïnspireerd op de kimono. Hermès ontwikkelde er een ultralicht materiaal voor, een transparante voile van waterafstotend en kreukvrij polyester. Overdag steek je de ‘anti-pluie’ in je handtas of trek je hem aan over een lederen mantel om die te beschermen. ’s Avonds draag je enkel de ‘anti-pluie’, zoals je een peignoir zou dragen. Ik hou van zijn visie op de diverse functies van een kledingstuk en de manieren waarop je dat, naargelang de omstandigheden, kunt dragen. Denk maar aan zijn met satijn afgeboorde jasje voor overdag: zet je de kraag recht, dan krijgt het de allures van een smokingjasje en is het geknipt voor een avondje uit. Subliem.”

Maison Martin Margiela, herfst/winter 2000-2001
Maison Martin Margiela, herfst/winter 2000-2001© MARINA FAUST

OBSESSIEVE TUNIEKTRUI

“Bij Maison Martin Margiela herkennen we de voorloper van de trui zoals die later bij Hermès opduikt: een tuniektrui met een extreem diepe V-hals die doet denken aan een matrozenjas. Een getuige van Margiela’s obsessie met snit. En een uitdaging van formaat, want de diepe uitsnijding mag niet gapen ter hoogte van de borst. Lastig, te meer daar de trui geen figuurnaden heeft. Met de hulp van de Hermès-ateliers perfectioneerde hij de trui. Het is een bijzonder functioneel kledingstuk: je kunt het makkelijk uittrekken, je kunt je armen uit de mouwen laten glijden, die mouwen laten hangen of ze rond je middel knopen. En het getuigt van veel respect voor vrouwen. Margiela ging constant bij hen te rade, hij stelde vragen aan zijn medewerksters, aan de modellen. Aanvankelijk waren die ietwat verbaasd. Hij polste naar hun mening over de kleren, vroeg hun te bewegen, te lopen, te gaan zitten, hun handen in hun zakken te steken, hun mantel uit te trekken… En ze moesten op al zijn vragen antwoorden. Bij Hermès was hij vanaf zijn eerste collectie omringd door een dolenthousiast vrouwelijk team. ‘Die vrouwen waren mijn eerste testpubliek’, vertelde hij me. Hij stond erop dat Marie-Claude Gallien, de directrice van de studio, in de tentoonstellingscatalogus zou staan, hij kon zich niet voorstellen dat ze er niet in zou voorkomen, ‘zij was zo belangrijk voor mij, echt mijn rechterhand’.”

RUSTIEK KASJMIERGAREN

“Martin Margiela heeft een zwak voor flanel en voor Shetlandwol, voor ‘rustiek tricot’ zoals hij zelf zegt. Bij Hermès mocht hij dat evenwel in geen geval gebruiken: flanel voldeed absoluut niet wegens te cheap en Shetlandwol kriebelt licht. Vandaar dat hij aan de Hermès-ateliers vroeg om een kasjmiergaren te ontwikkelen dat niet alleen die rustieke uitstraling heeft, maar ook zacht is. Hij pushte de ambachtslui voortdurend om nóg verder te gaan. In de archieven van het modehuis had hij de rondbreitechniek ontdekt zoals die werd gebruikt voor handschoenen. Die techniek benutte hij om naadloze, pure en ultracomfortabele truien te creëren. Jean-Louis Dumas, destijds CEO van Hermès, merkte terecht op: ‘Ik denk dat Martin Margiela zich een correct idee vormt van wie wij zijn, hij voelt ons beter aan dan we onszelf aanvoelen’.”

Hermès, herfst/winter 1998-1999
Hermès, herfst/winter 1998-1999 © STUDIO DES FLEURS

BAANBREKEND SLOW

“Bij Hermès is de overskirt zuiver van vorm, zonder knopen; bij Maison Martin Margiela is die extremer. Margiela had zoveel ideeën dat hedendaagse ontwerpers – van Céline tot Vetements, van de meest radicale tot de meest klassieke – er nu nog altijd inspiratie uit putten. Hij was er zich goed van bewust dat hij in een niche werkte – mode en luxe voor de bourgeoises – maar verbond daar geen enkele negatieve connotatie aan. En hij besefte dat hij voor dat segment van dames met pit de slow fashion moest ontwikkelen. Destijds bestond dat concept nog niet, het was baanbrekend : een garderobe ontwerpen waarvan je de stukken kunt combineren, en die je seizoen na seizoen en jaar na jaar kunt aanvullen en uitbreiden.

Hij zag niets over het hoofd en creëerde silhouetten die kloppen, met kleren die zich aanpassen. Kleren die alle vrouwen, hoe verschillend hun lichaam ook is of welke veranderingen het ook ondergaat, op hun eigen manier kunnen dragen. Zijn ’trikini’ is daar het beste voorbeeld van. Het is een bikini in drie delen: een slip en twee stroken. Je kunt hem dragen als eendelig badpak of als bikini. Je verbergt of toont dus zoveel als je zelf wilt.

Ook in zijn eigen modehuis experimenteerde Margiela met slow fashion. Tegelijk bleef hij, zoals hij altijd had gedaan, materialen recupereren of gebruiken voor iets anders dan waar ze eigenlijk voor bedoeld waren, zoals in de collecties Artisanal en Replica. Replica bestaat uit getrouwe reproducties van tweedehandskleren uit verschillende periodes en in uiteenlopende stijlen – het etiket vermeldt waar en wanneer het originele item werd ontdekt. Voor Hermès werkte hij twaalf tijdloze collecties uit. Die creaties zijn soms twintig jaar oud, ik heb ze tijdens de opbouw van deze tentoonstelling van dichtbij bekeken en ze zien er nog altijd onberispelijk uit. En begerenswaardig.”

Maison Martin Margiela, herfst/winter 1991-1992
Maison Martin Margiela, herfst/winter 1991-1992© MARINA FAUST

FOUTLOOS BINNENSTEBUITEN

“In zijn eigen collectie toonde Martin Margiela de keerzijde, de voeringen, de figuurnaden en zelfs het doek van de Stockman-paspop. Dat was zijn manier om het kleermakersvak te laten doorschemeren in zijn creaties. Maar bij Hermès zou zoiets ondenkbaar, zelfs ronduit choquerend zijn geweest. Vandaar dat Margiela ‘doublé de même’ uitvond, kleding met een voering van hetzelfde nobele materiaal. Die creaties kunnen bogen op foutloze puurheid : ze hebben knopen noch figuurnaden, en de zomen en naden zijn onzichtbaar zodat de items omkeerbaar zijn. Hij probeerde het uit met kasjmier, zijde en leer. Van de Hermès-ambachtslui had hij geleerd om leer optimaal te gebruiken, hoe het perfect te laten vallen en hoe het correct te bewerken.”

TWEE-IN-ÉÉN-STUKKEN

“Martin Margiela buigt de regels om en tekent een garderobe die kan evolueren en van gedaante kan wisselen. Een voorbeeld: een vest van alpaca zonder knopen – half kledingstuk, half dekentje – dat je kunt oprollen en tussen de lederen riempjes van een plaiddrager kunt schuiven. Of een jack dat je kunt omvormen tot een uiterst minimalistisch item door de sluitriempjes en de aansluitpats te verwijderen.”

“Martin Margiela had Jean-Louis Dumas verwittigd: er zouden in zijn collecties foulards noch carrés te vinden zijn. Prints evenmin. Zelfs geen kleuren: hij gaf de voorkeur aan ‘schakeringen’, een subtiel en monochroom palet van zwart over bruin, ecru en grijs tot wit. Schakeringen die harmoniëren of contrasteren, zodat je de diverse stukken jarenlang en ongeacht het seizoen op elkaar kunt afstemmen. Uiteindelijk stemde hij er toch mee in om een foulard te creëren, maar dan wel in ruitvorm: de ‘Losange’, een monochroom item in drie lengtes : kort, medium en XXL.”

SHOWS MET ÉCHTE VROUWEN

“Zowel bij Hermès als bij Maison Martin Margiela plaatste hij via zijn defilés vraagtekens bij het systeem. Hij flirtte met de grenzen tussen kunst en mode, maar verduidelijkte zelf dat het bleef gaan om mode, om prêt-à-porter, om stukken bedoeld om te dragen. Zijn favoriete casting voor zijn shows was de straat. Professionele modellen vond hij te incrowd of te fashion. Hij liet de Hermès-collectie steevast showen door vrouwen van 20 tot 65 jaar. Zijn streven om rekening te houden met hun lichaam op verschillende leeftijden en met hun persoonlijkheid was markant. Die vrouwen straalden op de catwalk, ze waren écht.”

“Dat aspect wilden we in de expo tonen. We wilden foto’s en films van de modellen van weleer die destijds 30, 40, 50 jaar waren, en op basis van de Hermès-archieven. Hermès stemde ermee in ‘voor Martin’, de modellen ook. We hebben hen gefotografeerd en gefilmd om de gebaren, de laagjes en de beweging in beeld te brengen. Ik hoop dat de bezoekers zo een duidelijk beeld krijgen, dat ze het vocabularium van Martin ontdekken en begrijpen. Vandaar dat we beide universums naast elkaar wilden presenteren.”

Margiela, de Hermès Jaren, van 31 maart tot 27 augustus in het MoMu, Nationalestraat 28 in Antwerpen. momu.be

Hermès, lente/zomer 1999
Hermès, lente/zomer 1999© SERGE GUERAND
Hermès, herfst/winter 2001-2002
Hermès, herfst/winter 2001-2002 © RALPH MECKE
Hermès, herfst/winter 1998-1999
Hermès, herfst/winter 1998-1999© JOHN MIDGLEY
Maison Martin Margiela, herfst/winter 1996-1997
Maison Martin Margiela, herfst/winter 1996-1997 © JOHN MIDGLEY
Maison Martin Margiela, lente/zomer 2009
Maison Martin Margiela, lente/zomer 2009 © GIOVANNI GIANNONI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content