ELODIE KOOPT BELGISCH

© Foto's Fille Roelants

Elodie Ouedraogo heeft een zwak voor Dries Van Noten, pailletten en goed zittende leggings. De kleerkast van de ex-atlete hangt vol met merken van bij ons. Ze is dan ook de logische, eerste ambassadrice van ‘Ik koop Belgisch’, een campagne van het Flanders Fashion Institute en Design Vlaanderen.

Heb je je liefde voor mooie kleren van thuis meegekregen ?

Elodie Ouedraogo : Ik ben opgegroeid in een doorsneegezin zonder groot budget. Mijn mama heeft snit en naad gestudeerd en maakte al onze kleren zelf. Ons huis lag vol magazines met patronen. We gingen geregeld windowshoppen, gaven aan wat we mooi vonden en ‘ons moeder’ maakte dat dan na. Ze maakt nog altijd stukken voor een klein winkeltje in Leuven. Die aandacht voor mooie, goedgemaakte kleren heeft ze aan mij doorgegeven. Ik ben pas op mijn vijftiende echt gaan shoppen, omdat het toen minder cool was om zelfgemaakte kleren te dragen.

Hoe omschrijf je je stijlevolutie ?

In mijn tienerjaren heb ik elke trend uitgetest. Mijn vriendinnen en ik droegen met volle overtuiging Buffalo’s en geloofden ook echt dat we er goed uitzagen (lacht). Ik heb altijd een voorliefde gehad voor bijzondere stukken, alleen besefte ik op een gegeven moment dat kleden en verkleden twee verschillende dingen zijn. Ik heb nog altijd een zwak voor kleding die opvalt, maar het moet nu ook comfortabel zijn.

Wat hangt er vooral in je kast ?

Zwart en pailletten. Ik heb jaren vooral sportkleding gedragen en ben dus gewend aan comfort. Broeken moeten voor mij dan ook echt goed zitten. Ik combineer vaak sobere stukken met een opvallender item. Ik heb intussen geleerd dat als mensen zeggen: ‘Amai, dat is speciaal’, ze eigenlijk bedoelen: ‘Amai, dat is lelijk.’ Ik vind het dus vooral fijn als ik te horen krijg: ‘Amai, je heb iets tofs aan.’

Doe je vaak miskopen ?

Zelden. Ik denk altijd goed na voor ik iets aanschaf : waarmee kan ik dit combineren ? Bij welke gelegenheid kan ik het dragen ? Wast het makkelijk ? Als een stuk niet aan die normen voldoet, laat ik het meestal hangen.

DRIES, DRIES, DRIES

Wat zijn je favoriete Belgische merken ?

De liefde voor Dries Van Noten is er door mijn moeder ingelepeld. Zij was verliefd op zijn stoffen en prints en dat is blijven hangen. Dries Van Noten organiseert vlak voor zijn stockverkoop voor het grote publiek telkens een moment voor vrienden en familie. Ik heb vorige keer één kaartje weten te bemachtigen en heb dat aan mijn mama gegeven. Ik heb haar daar afgezet en terwijl zij aan het shoppen was, ben ik een rondje gaan wandelen aan het MAS. Ik heb heel wat stukken vanEssentiel,onder meer een pet met Love is Essentiel die ik te pas en te onpas draag. Filles à papa vind ik ook geweldig, onder andere omdat ze zo scheutig zijn met pailletten.

Heb je een ‘winkelbeleid’ ?

Ik ben een absolute koopjesjager en heb geen enkel probleem met wachten. Ik heb een mooie Dries Van Noten-collectie, maar ik denk dat zeventig procent daarvan uit de stockverkoop komt. Je moet uiteraard willen aanschuiven en met dertig vrouwen in een kleedkamer staan passen. Sommige mensen gruwen ervan, ik vind het geweldig (lacht). Ik geniet ook enorm van het ouderwetse shoppen : van de ervaring om een winkel binnen te stappen en te passen. Ik doe vaak research online, maar ik koop bijna alles in fysieke boetieks. Jeroom (Snelders, haar partner en cartoonist, red.) gaat mee, als ik het shoppen tenminste binnen de perken hou. Hij is zelf een enorme Margiela-fan en is apetrots op zijn gouden Margiela-sneakers.

Dragen Jeroom en jullie zoon Remus verder nog Belgische merken ?

Jeroom is een grote fan van Les Hommes. Hij is de winkel in Antwerpen toevallig binnengestapt en het was liefde op het eerste gezicht. Ik heb hem wel nog nooit horen zeggen: ‘Dat kledingstuk moet ik echt hebben.’ Hij gaat shoppen als hij kleren nodig heeft en draagt die daarna helemaal af. Toen ik hem leerde kennen, had hij een periode waarin hij zich specialer kleedde. Ik herinner me nog goed een paar witte, leren loafers. Ik noemde ze zijn pimpschoenen en heb ze onmiddellijk verbannen. Toen ik zwanger was van Remus, keek ik online naar alle designermerken waarin ik hem zou gaan kleden, maar de realiteit is net iets anders. Als ik hem ’s avonds op de crèche ga halen, van top tot teen vol groente- en fruitpap, ben ik blij met makkelijk wasbare kleren. JBC is mijn favoriet.

Wat is je favoriete Belgische stuk ?

Een jasje van Dries Van Noten dat ik onlangs kocht. Ik heb ook een heel mooie ketting van Wouters & Hendrix, die heb ik van Jeroom gekregen. En een schildvormige handtas van Louise Leconte. Nog zo’n favoriet is een topje van Wim Bruynooghe dat ik voor een fotoshoot aanhad en daarna meteen ben gaan kopen. Ik vind het leuk om zelf iets te kopen, nadat ik er hard voor heb gewerkt. Met gekregen kleren van merken ben ik altijd heel voorzichtig. Ik wil wel ambassadrice zijn van een merk, maar dan alleen als ik er een klik mee heb.

Welke Belgische stukken ontbreken nog in jouw kast ?

Een ‘Brillant’ van Delvaux. Ik heb nu de transparante versie, maar als ik ooit de centen heb, koop ik een zwartleren exemplaar. Ik heb alleen zwarte handtassen, omdat ik dat makkelijk vind. Een handtas is voor mij echt een gebruiksvoorwerp, waar ik niet voorzichtig mee omspring. Als ik ooit een dochter krijg, zal ze niet moeten rekenen op een erfenis in de vorm van handtassen.

BESTE LEGGING OOIT

Je hebt ook je eigen merk, 42|54, samen met atlete Olivia Borlée.

Olivia overwoog al langer om een sportmerk op te starten en vroeg mij als partner, ook omdat ik op dat moment al twee collecties had gemaakt voor JBC. We hebben ons voor de volle honderd procent op dit project gesmeten, en dat hebben we gevoeld. Een eigen collectie runnen is keihard werken. Wij doen echt alles zelf en proberen het proces zoveel mogelijk in België te houden. Dat is niet vanzelfsprekend in combinatie met mijn fulltime job bij Woestijnvis.

Waar staat jullie merk voor ?

Looks zijn belangrijk, maar de focus ligt toch op draagbaarheid tijdens het sporten. Onze legging, bijvoorbeeld, is eerlijk waar de beste legging waarin ik ooit al gelopen heb. Na tien kilometer zit het ding nog altijd op zijn plaats. We willen dan ook niet dat de consument denkt dat we schoon leggingskes maken waarin je ook kunt sporten. Eigenlijk mikken we met onze collectie op een Amerikaanse gewoonte waarvan we merken dat die intussen ook naar Europa overwaait : outfits die je na het sporten ongegeneerd naast het sportveld kunt dragen. Daarom werken we alleen met zwart en wit.

Hoe schat je de toekomst van 42|54 in ?

Dat is moeilijk om te zeggen. Ik hoop dat ons merk zijn plaatsje vindt. Het is niet de bedoeling om heel groot te worden, maar het zou fijn zijn om een mooi klantenbestand uit te bouwen. Als ik ooit moest kiezen tussen mijn merk en Woestijnvis, zou ik dat niet gemakkelijk vinden. Wat ik opsteek bij Woestijnvis, vertaalt zich in de collecties. Als je aan een programma werkt, word je uitgedaagd om vragen te stellen : waarom willen mensen dit programma zien ? Wie heeft dit idee al gebracht ? Waarom zou het kunnen werken ? Dat is in de mode eigenlijk niet anders. Wie gaat dit kopen ? Hoeveel willen mensen ervoor geven ? De twee jobs houden elkaar in evenwicht en daarom wil ik ze zo lang mogelijk combineren.

ikkoopbelgisch.be

Tekst Jasmijn Verlinden – Bewerking Ellen De Wolf & Foto’s Fille Roelants

“Ik ben een absolute koopjesjager. Lang aanschuiven en dan met dertig vrouwen in een kleedkamer staan passen. Geweldig””Als mensen zeggen: ‘Amai, dat is speciaal’, bedoelen ze eigenlijk: ‘Amai, dat is lelijk'”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content