Brussels mode- en designcentrum krijgt vorm – in stapjes

Op de officiële voorstelling van MAD Brussels bleven vele vragen onbeantwoord.

Het nieuwe mode- en designcentrum in Brussel heeft een naam: MAD Brussels. Op de officiële voorstelling bleven vele vragen echter onbeantwoord.

In oktober 2010 al kondigden Brussels Minister voor Economie en Tewerkstelling Benoît Cerexhe en Schepen van Toerisme en voorzitter van het BITC Philippe Close de oprichting van een Brussels Centrum voor Mode en Design aan: een nieuw steunpunt voor de creatieve sectoren in de hoofdstad.

Een themajaar had in 2006 het economische en culturele belang van Brusselse mode- en designsector onderstreept, en op dat elan wilden het Brusselse Gewest en de Stad Brussel voortbouwen. De pers kon zelfs al kennismaken met het pand van het nieuwe centrum op de Nieuwe Graanmarkt 10, pal in de modieuze Dansaertwijk. De stad en het gewest investeerden elk 3,5 miljoen in de aankoop en renovatie van het gebouw, net als het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

Nieuwe naam
Deze week woensdag, anderhalf jaar later dus, verzamelden politici en pers opnieuw voor de officiële voorstelling van het nog te verbouwen centrum, waar in afwachting van de werken al tijdelijke evenementen plaatsvinden. Cerexhe (CDH) en Close (PS) onthulden bij de gelegenheid onder meer de naam van het steunpunt, dat voortaan als MAD Brussels door het leven gaat.

De bestaande vzw’s Modo en Designed in Brussels, opgericht in 1993 en 2004, zullen begin volgend jaar verdwijnen. In tegenstelling tot eerdere berichten gaan beide instellingen op in het nieuwe steunpunt. Dat zal met zeven vaste medewerkers vooral informatie, advies en begeleiding bieden aan ontwerpers en designers, maar ook contacten leggen met de industrie, samenwerkingsverbanden opstarten en samenwerken met de gewestelijke arbeidsbemiddelingsdienst Actiris. “De mode- en designsector verschaft werk aan zo’n 19000 mensen, zelfstandigen niet meegeteld”, rekende Cerexhe voor.

Daarnaast wil MAD Brussels residentieprojecten organiseren. Het steunpunt zal daarvoor over zeven ateliers doorheen de stad beschikken. Het geplande werkingsbudget van het centrum bedraagt 1 miljoen euro.

Timing De timing van het ganse project werd inmiddels wel grondig bijgesteld. Zo stelde Cerexhe voor de officiële opening van het centrum in plaats van 2013 nu 2015 in het vooruitzicht. De verbouwingswerken starten wellicht pas midden volgend jaar, ruim anderhalf jaar later dan gepland. De plannen voor het gebouw en het bureau erachter worden begin mei bekend gemaakt. Een architectuurwedstrijd leverde de internationale jury 37 inzendingen op.

Na aanpassing en uitbreiding zal het centrum ruim 2700 m² omvatten: de kantoren van MAD Brussels, maar ook werk- en opleidingslokalen en tentoonstellingsruimte. Een gespecialiseerde boekhandel, een boetiek met Brusselse mode en horecaruimte moeten verder bijdragen tot de aantrekkingskracht en uitstraling van het centrum.

Toekomstvragen
Naast de timing en de rol van bestaande Brusselse initiatieven roept ook de veelzijdige opdracht van MAD Brussels vragen op. Zo moet het steunpunt ook een toonaangevende rol gaan spelen in de Dansaertwijk en vooral het imago van Brussel als creatieve regio promoten. Voor dat laatste zal het centrum nauw samenwerken met het Brusselse toerisme- en conventiebureau Visit Brussels.

“Mode en design zijn sectoren met een hoge toegevoegde waarde”, zei toerismeschepen Close woensdag. “Laten we van Brussel een internationale avant-garde stad met uitstraling maken.” MAD Brussels wacht alvast de moeilijke oefening om (eenmalige) initiatieven die zich daarop richten te combineren met de structurele noden en vragen van jong talent.

De aanwezige politici en MAD Brussels-voorzitster Alexandra Lambert bleven ook vaag omtrent eventuele samenwerking met andere steunpunten als Design Vlaanderen (lid van het Agentschap Ondernemen van de Vlaamse overheid) en Wallonnie-Bruxelles Design Mode, die eveneens in Brussel gevestigd zijn. Andere bekende instellingen zijn het Flanders Fashion Institute (Antwerpen) en Wallonie Design (Luik). “We zijn duidelijk voor samenwerking”, benadrukte Cerexhe, “die pistes worden momenteel onderzocht.”

Wim Denolf