Traditiegetrouw (en al voor de dertiende keer) mag één student van de Antwerpse Modeacademie zijn afstudeercollectie tonen in ‘Mode dit is Belgisch’. Hung Qui La is dit jaar de gelukkige. Behalve naaien kan de jonge ontwerper ook mooi praten.

“Ik ben jullie dankbaar voor mijn eerste professionele modeshoot”, zegt de Amerikaanse ontwerper van Vietnamese afkomst Hung Qui La (30), wanneer de laatste foto in de studio genomen is. “Ik heb geleerd dat zo’n productie een hoop teamwerk is. Het is anders dan wanneer ik in mijn tekenatelier alle beslissingen alleen neem.”

“De aap is de spilfiguur van mijn collectie. Zijn afbeelding staat op de kleren en de modellen showden tijdens het afstudeerdefilé in Antwerpen met gigantische apenkoppen op. De kleurrijke en kinderlijke kant van het dier intrigeert me. In ons taalgebruik alleen al zit het woord aap in zeer grappige uitdrukkingen. En omdat de mens voor 98 procent hetzelfde DNA heeft, wou ik met onze roots aan de slag. Volgens mij onderdrukken we in onze geciviliseerde maatschappij het beest dat in ons allemaal zit, waardoor we ook een rem zetten op onze vrijheid en eerlijkheid. Met mijn kleurrijke en sportieve collectie wil ik onze inwendige aap helpen bevrijden.”

“Ik heb veel gelezen van de filosoof Jean Jacques Rousseau. Hij schrijft over de natuurlijke mens die puurder was, eerlijker, niet achterbaks of uit op moord. Zijn emoties waren niet zo complex als de onze. De oermens heeft zich verder ontwikkeld, maar is daardoor ook minder oprecht geworden.”

“Het thema eerlijkheid en vrijheid bracht me meteen terug naar mijn kindertijd. Die heb ik zeer intens beleefd. Mijn familie woonde in een buitenwijk van Washington DC, maar reisde vaak en ik mocht veel spelen. Voor het eerst sinds toen kan ik dat nu weer. Hoe dat zal evolueren als ik de professionele modewereld instap, weet ik niet. Bij de titel modeontwerper voel ik me nog ongemakkelijk.”

“Het begin van mijn schoolcarrière verliep grillig. Voor ik in Antwerpen aankwam, heb ik een moeilijk diploma behaald in computerwetenschappen. Toen ik op een dag een lezing moest bijwonen, besefte ik dat het echt mijn passie niet was. Mode was een logisch vervolg. Ik ben altijd verliefd geweest op de kracht van kleding als communicatiemiddel, op het proces van iemand aankleden.”

“Mijn afstudeercollectie is antifashion, ze gaat in tegen luxe en status. Mode is een business waarin veel geld wordt gepompt, en dan is het soms moeilijk trouw te blijven aan jezelf. Ik hoop in die wereld een plaats te kunnen vinden waar ik comfortabel durf te werken. De Duitse ontwerper Bernhard Willhelm is mijn grote voorbeeld. Hij durft risico’s te nemen en gaat ervoor.”

“De apenkoppen voegen een extra dimensie toe aan mijn ontwerpen. Ze zijn deel van het silhouet, maar dat bedoel ik niet enkel esthetisch : ze veranderen ook hoe de modellen lopen. Weet je wat ik zo fantastisch vind aan deze modellen ? Ze waren helemaal méé, zowel vandaag als bij de show in Antwerpen. Ze aanvaarden mijn universum en ze geloven er ook in. Een grote kracht kwam van hen uit.”

“Deze prijs betekent dat ik automatisch geselecteerd ben voor jullie modewedstrijd Fashion Weekend. Als ik daar de geldprijs zou winnen, dan ga ik ermee op reis met mijn vriendin. Ik wil de voorbije vier jaar voor geen geld inruilen, maar ik ben wel moe nu. Ik verlang ernaar om echt te werken, maar nu nog eventjes niet. Momenteel staat er nog niemand aan de deur te kloppen, maar ik hou mijn geest wel open.”

“Mijn vriendin Léa Dickely begint nu aan haar laatste jaar aan de Antwerpse modeacademie. We zijn al drie jaar een koppel. Ik hoop ooit samen een label te kunnen starten. Het is niet gemakkelijk om als twee modestudenten een relatie te beginnen. We hebben een ongelooflijk stresserend leven. Ik heb het geluk gehad iemand te vinden die begrijpt wat het betekent om dit parcours te moeten afleggen.”

“De Antwerpse academie is een interessant terrein voor modeantropologen. Hier gebeuren ongelooflijke dingen. In deze stad heb je de geschiedenis van de Antwerpse Zes, je hebt geweldige leerkrachten en studenten van over de hele wereld en dat allemaal in een klein slapend stadje waar het altijd regent. Onder studenten spreken we over fashion island. We zitten hier zo geïsoleerd en kunnen ons enkel spiegelen aan de andere studenten. Er ontstaan kliekjes, elk met zijn eigen roddels, en na vier jaar gaat ieder zijn eigen weg. Triest eigenlijk, want zonder hen had ik het niet gekund.”

z

Door Elke Lahousse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content