In de bossen van Schoten woont sopraan Anne Cambier met man en kinderen, in een modern huis met oude schilderijen en meubels. Een vrouw in evenwicht, over muziek, Marie-Antoinette en het effect van zingen.

Het is stil bij Anne Cambier thuis. En toch is de sopraan, die dertien jaar geleden furore maakte tijdens de Koningin Elisabethwedstrijd, altijd bezig met muziek en zang. Behalve dan als ze zich buigt over de dagelijkse probleempjes van kleine Julien en Amélie. Maar die stilte is slechts schijn. “Ik kom uit een gezin waar altijd veel muziek aanwezig was. Van zodra ik kon spreken, zong ik. Ik zong heelder dagen. Mijn moeder was daar nogal onder de indruk van, omdat ze vond dat ik geen kinderstem had, maar veeleer een rijpe stem, terwijl ik toch maar zeven of acht jaar oud was. Zelf volgde ze zangles en ik ging altijd mee, maar ik hield me op de achtergrond. Als kind zonderde ik mij af, zodat niemand me kon horen. In die intimiteit leefde ik me helemaal uit. Toen mijn moeder op een dag vroeg om voor haar leraar te zingen, was ik zo verlegen dat ik zong van onder de piano. Ik was vreselijk bedeesd, maar zo is het wel begonnen. Met kinderliedjes, later Schubert en Mozart, en uiteindelijk de podia.”

Klimt zo’n verlegen meisje op het podium ?

Anne Cambier :Toch wel, want op het podium verdwijnt de verlegenheid. Je neemt afstand, omdat je hoger staat. In de klas durfde ik nauwelijks mijn vinger op te steken, maar ik kon wel voordragen. Ik geraakte zo in de ban van muziek en zang dat ik op mijn vijftiende besloot zangeres te worden. Ik maakte wel eerst mijn humaniora af. Mijn vriendinnen wisten niet eens dat ik zong, dat was mijn tweede leven. Ik durfde het niet te zeggen omdat ik vreesde dat ze me zouden uitlachen. Eigenlijk heb ik dat nog altijd. Na twintig jaar in het vak heb ik het nog moeilijk om te zeggen dat ik zangeres ben, omdat ik dat altijd met divagedoe associeer.

Is het nog plezierig om op hoog niveau te zingen ?

Dat is dubbel : het vergt heel veel discipline maar je beleeft er absoluut veel plezier aan. Vooral bij die eerste Koningin Elisabethwedstrijd. Ik was 27 en nog niet zo lang terug in België, na drie jaar Londen. Niemand kende me. Ik ging zomaar het podium op en deed er mijn ding, terwijl ik dacht : als ze het niet goed vinden, dan is het maar zo. Ik had helemaal geen faalangst. Alles was zo gigantisch en internationaal, ik had een geweldige pianist en fantastische orkesten. Het bleef prettig tot op het eind. Pas later werd ik wat bang. Dat kwam met de bekendheid. Je voelt dat de verwachtingen hoog liggen, je kunt je veel minder permitteren. Maar er is ook een ander aspect, dat weinig mensen kennen : zingen is een vorm van bevrijding. Ik heb een leerlinge die rond haar veertigste bij mij kwam met een cassette die ze graag wou nazingen – haar grote droom. Toen ze begon, was er geen noot juist, het klonk gewoon afschuwelijk. Die vrouw had een goede job in de medische sector en twee kleine kinderen, maar onderweg had ze CVS (chronischevermoeidheidssyndroom) gekregen en ze liep er behoorlijk depressief bij. Maar zingen zou ze. Ik kon haar gewoon de deur niet wijzen. We begonnen van nul, met ademhalingsoefeningen, en bouwden stapsgewijs op. Nu zingt ze toch al een paar aria’s van Mozart. Het zit nog niet honderd procent, maar het geeft haar zoveel energie dat het een plezier is om te zien. Elke keer komt ze als een wrak binnen en gaat ze opgekikkerd buiten. Omdat het lichaam net door die ademhaling, door het uitbrengen van klanken en de resonanties, gaat functioneren. Daarnaast moet je je enorm concentreren zodat de hele machinerie in gang wordt gezet. Echt spectaculair. Zelf ken ik het fenomeen ook. Als ik twee weken met vakantie ga – en dat heb ik hard nodig – zing ik helemaal niet en daar geniet ik van. Ik drink wat meer en het maakt niet uit hoe ik ’s morgens wakker wordt. Maar na tien dagen voel ik me slecht, zit ik niet meer goed in mijn vel. Omdat ik het zingen nodig heb. Het is als een uitlaatklep. Dat heeft niets te maken met carrière, maar met een evenwicht tussen artistieke bevrediging en mij goed voelen. In combinatie met mijn kinderen en mijn man. Want daar draait het ook om.

Een leven van zingen alleen volstaat niet ?

Ik ben een weegschaal en zoek altijd wel naar het evenwicht. Dat is altijd mijn ding geweest : aan de ene kant mijn carrière, aan de andere kant mijn gezin en mijn kinderen. Natuurlijk valt dat te combineren, al is het niet altijd eenvoudig. Maar die balans moet in evenwicht zijn, anders voel ik me niet honderd procent. Kinderen waren overigens een moeilijke keuze. Ik besefte dat mijn biologische klok tikte terwijl mijn carrière in een stroomversnelling zat. We wisten niet welke impact zwangerschap op mijn lichaam en op mijn stem zou hebben, want onderschat de hormonale invloed niet. We stelden ons vragen over de buikademhaling, vooral omdat ik niet groot ben. We zaten maar te plannen en te rekenen, maar gooiden uiteindelijk alles weg want misschien zou het wel vier jaar duren vooraleer ik zwanger zou zijn. Maar nee dus, de volgende maand was het zover, midden in het concertseizoen. Zo’n 32 voorstellingen en concerten werden afgezegd. De eerste drie maanden was ik zo misselijk dat ik na een aria soms even in de coulissen moest plat liggen. Maar op zeven maanden nam ik een cd op en tot drie weken voor de bevalling bleef ik aan het werk. Het was alsof mijn longvolume meegroeide. Mijn stem werd ook iets warmer, wat zwaarder en dan gaat ze makkelijker naar de hoogte toe. Nu ik twee kinderen heb, wil ik niet voor tweehonderd procent met mijn carrière bezig zijn. Dan moet je ervoor gaan, heb je fulltimeopvang nodig voor de kinderen en kom je om de drie weken enkele dagen naar huis. Dat kan ik niet. Een leven zonder kinderen kan ik me niet voorstellen.

De wereld om ons heen lijkt anders niet echt in evenwicht.

Ik ervaar deze wereld als erg agressief. Als je de tv opzet, klinken de stemmen zo luid en hard, ook in kinderprogramma’s. Afschuwelijk. Alles wordt gepusht, opgeklopt. Het gehoor van mensen gaat achteruit omdat ze naar te luide muziek luisteren. Bij grote popconcerten komen ze met gehoorschade buiten zonder het te beseffen. Door al die agressieve muziek worden ze nog agressiever, want dat werkt stimulerend. En je mag het niet eens meer zeggen of je wordt als flauw bestempeld. Geef mij maar rustiger tijden, de jaren dertig… Maar dan wel met de medische vooruitgang van vandaag ! Of de aantrekkelijke muziek van Marie-Antoinette – de hygiëne in die periode laat ik even terzijde – met al die dubbele bodems die zo mooi zijn. Er was naïviteit maar ook de andere, onderliggende lijn van affaires natuurlijk. Zij was een fascinerende vrouw die veel te eenzijdig wordt belicht, terwijl ze een ongelofelijke cultuur had en leerlinge was van Glück. Vanuit haar heel beschermde Oostenrijkse milieu kwam ze terecht in Frankrijk in een volledig afgesloten leven en moest ze trouwen met een man op wie ze niet eens verliefd was. Toch heeft ze ervoor gezorgd dat de harp, die in Parijs alleen door mannen werd bespeeld, ook voor vrouwen toegankelijk werd. Ze organiseerde concerten en salons, ze liet heel veel vrouwen zingen en spelen en volgde zelf elke dag een uur zangles en een uur harp. Dat is echt heel veel. De partituren die ze speelde waren bovendien absoluut niet gemakkelijk voor harp.

Maar mijn echte muzikale voorkeur gaat uit naar de klassieke periode, naar Mozart en Haydn. Dat positieve, dat vooral bij Mozart te horen is, spreekt mij aan. Ik hou van dat sprankelende.

Welke muziek speelt thuis op de achtergrond ?

Thuis is het stil. Als er muziek is op de achtergrond, stoort ons dat bij het werk omdat we te veel luisteren. We zijn zo alert op geluiden, dat ze alleen maar afleiden bij het werk, zelfs bij het opruimen. Op restaurant kan achtergrondmuziek ons verschrikkelijk enerveren. Ik kan bijna zeggen dat we onze restaurants kiezen op basis van de muziek die er gespeeld wordt. Met de kerstperiode wordt het nog erger : er is overal muziek, zowel binnen als buiten. Alsof mensen niet meer zonder kunnen. Mag er alsjeblief ook nog wat stilte zijn ?

Zit uw man ook in het evenwichts-plaatje ?

We zijn erg complementair. Ik ben eerder gesloten, wat introvert, terwijl hij zeer extravert is, met het hart op de tong. Voor mij is dat goed. Als ik met een gesloten iemand zou leven, kwam ik het huis niet uit. Mijn man (Luk Callens) kan mij enorm stimuleren om muzikaal en vocaal een stap verder te gaan. Hij is ook erg creatief in het leggen van contacten. Met zijn productiehuis, Catalpa Productions, dat artistieke vrijheid en onafhankelijkheid zoekt, bedenkt Luk ook de concepten en zet de producties op. Zo zorgde hij voor de combinatie van muziek en woord in de productie rond Marie-Antoinette en bracht hij acteur Michaël Pas mee. Voor de productie rond Henry Purcell met teksten uit die periode, zijn we met dichter Ramsey Nasr in zee gegaan. Ik denk wel mee, maar ik zou nooit de stap durven zetten om zelf iets te organiseren. Ik heb meer een uitvoerende rol en voel me daar perfect bij.

Wat maakt een goede zangeres ?

Alweer het evenwicht tussen het onder de knie krijgen van de technische vaardigheden om je muzikaal volledig te kunnen uitleven en het op een eerlijke manier brengen van de muziek. Vergeet niet dat wij als een doorgeefluik fungeren, dat we ten dienste van de muziek staan. Dat betekent dat je jezelf niet op de voorgrond mag plaatsen. Ik vind bescheidenheid erg belangrijk. Die mis ik soms bij de jonge generatie. Alles wordt zo opgeklopt door de televisie, vreselijk. Dirigenten hebben vaak een probleem in die zin : ze verbergen hun zwakheden achter het pantser van hun ego. Let op, het omgekeerde bestaat ook : begeleiders die te veel op de achtergrond blijven. Dat is even vreselijk, omdat zij dan ten dienste willen staan van mij. Dat is het ook niet. We moeten samen ten dienste staan van de muziek. Anders voelt het aan alsof je stappen zet en iemand tegentrekt. Terwijl een begeleider net een stimulans moet zijn. Als al die aspecten mooi in evenwicht zijn, ben je goed bezig. Dan lijkt het ook niet moeilijk in de oren van het publiek en wordt er ademloos geluisterd. Dan gaat de hemel open. Dat is onze taak.

Brengt klassieke muziek evenwicht ?

De kracht van klassieke muziek is dat ze mensen tot rust brengt, bijna als een therapie. Sinds er klassieke muziek gespeeld wordt in de parking onder de Groenplaats is de agressiviteit gedaald. Daarom vind ik het jammer dat deze muziek in scholen zo weinig aanwezig is. In Engeland behoort ze tot het basispakket. Vanaf de lagere school wordt er in koor gezongen. Bij ons zijn pubers op school op zo’n blokfluitje bezig. Het hoeft voor mij allemaal niet groots opgezet te zijn. Ik treed vaak op in kleine producties omdat ik hou van persoonlijk contact. Onlangs heb ik in Frankrijk voor twee mensen de opening gedaan van hun chique villa. De decorateur wou dat ik twee aria’s zong voor dat koppel. Ik stond er op het balkon met een harpiste naast me, terwijl die mensen naar ons toe kwamen met een glas champagne. De hemel was blauw, de villa prachtig en ik vond het fantastisch. Ik dacht : waarom niet eigenlijk. De laatste tijd krijg ik ook steeds meer vraag om begrafenissen muzikaal op te luisteren. Dat brengt zoveel troost bij de nabestaanden. Maar ik heb ook genoten van mijn optreden voor de tiende verjaardag van het koningschap van Albert II op het Poelaertplein. Er waren 45.000 mensen en de hele Koningstraat stond vol. Ook dat was geweldig, het gaf me een enorme kick.

Door Pierre Darge Foto’s Rob Walbers

Als ik een tijd niet zing, voel ik mij slecht. Omdat ik het zingen nodig heb. Het is als een uitlaatklep. Dat heeft niets te maken met carrière, maar met een evenwicht tussen artistieke bevrediging en mij goed voelen.

Als zanger en begeleider in evenwicht zijn, ben je goed bezig. Dan lijkt de muziek ook niet moeilijk voor het publiek en wordt er ademloos geluisterd. Dan gaat de hemel open. Dat is onze taak.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content