Soms wordt er te veel gekakeld, vandaag echter niet. Het is mijn dag zonder woorden. De dag waarop ik de dingen onuitgesproken laat en alleen kijk, en vaststel, en peil, en alles in mij laat ronddraaien als deeg dat wordt gekneed en waarvan straks misschien brood kan worden gebakken met grote rozijnen.

Ik loop door straten en trek mij niets aan van de regen, die als druppels lamaspeeksel in mijn gezicht komt gewaaid. Lama’s zijn leuke losers. Ik herhaal dat zinnetje tienduizend keer, binnensmonds op de cadans van mijn stap, als een mantra die deugd doet en relativeert. Als ik het beu ben, schakel ik over op “ik loop in Diest rond”, de grap uit mijn jeugd die de argeloze gefopte laat zeggen dat hij loopt in die stront. Lachen dat we daarmee moesten.

De eisen die ik aan humor stel, zijn sindsdien wat stringenter geworden. Ik stap een herberg binnen, gelokt door het vuur. “De Lamme Lelie”, heet het hier. “Een stoel in een café is de troon van het menselijk geluk”, staat boven de schoorsteenmantel gekalligrafeerd. Daaronder hangt de nederiger suggestie van de dag : koninginnenhapje. De met de vinger op de spijskaart aangewezen hutsepot neem ik zonder woorden tot mij.

Aan de overkant van de gelagzaal zit een stel, een jonge vrouw en een oudere vent die eruitziet alsof hij zich zijn hele leven al elektries scheert. Zij kijken elkander diep in de ogen. Zouden zij in de gaten hebben dat dat technisch gesproken onmogelijk is ? Hoe je ook je best doet, je kunt maar in één oog tegelijk kijken. Switch je te vaak tussen linker en rechter dan wordt het raar en is de charme van het diep-in-de-ogen-kijken helemaal weg. Wie de indruk wil wekken in beide ogen tegelijk te verdrinken, zal zich naar het midden moeten richten, naar de wortel van de neus, waar bij nogal wat mensen haartjes staan die niet erg inspireren. Welk wezen heeft deze plek toch bedacht, waar zelfs de elementairste romantiek al ontsierd wordt door praktische bezwaren ?

Gelukkig is “De Lamme Lelie” een deftig etablissement. Bij de hutsepot worden twee boerenworsten geleverd voor de prijs van één. Als die verorberd zijn, probeer ik de aandacht van de dienster te trekken door een wapperhandje op te steken, een onderneming met een hoog Mister Bean-gehalte. Ooit zwaaide een kelner naar mij terug, heel lullig, maar dit meisje is beter afgericht. “Hebt u toevallig veertig cent ?” wil ze weten. Honderd jaar geleden moeten diensters deze rare vraag ook al gesteld hebben aan heren die probeerden af te rekenen. Zwijgend geef ik haar het gevraagde.

Luttele seconden later vind ik mijzelf terug op een plein dat door bussen wordt bevolkt en door kleurloze mensen. Ik ga een Kruidvat binnen, waar voor vijf euro de Matthäus Passion van Bach wordt verkocht. De complete versie, op drie cd’s. Vlinders sterven uit in Europa, één op de vijf Chinese baby’s komt door de vervuiling misvormd ter wereld, maar het mooiste klassieke muziekstuk kan ik kopen voor de prijs van een deo. Zo gek ruikt het hier thans.

Begeleid door kippenvelgezangen waag ik mij in het verkeer. Nog altijd zonder woorden rijd ik langs gotische gebouwen, door flarden mist, voorbij zwarte poelen waaruit damp opstijgt. Een formatie zwanen. Drie Elvispopjes, all shook up, aan zuignappen bungelend aan de achterruit van een wagen. “De directie is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen.”

Er wordt te veel gekakeld in de wereld, daar ben ik van overtuigd. Gekletst en getetterd. Geklept en getoeterd. Geblaat en getaterd. In gelul kun je niet wonen. Wat zou er niettemin gebeuren mocht ik, vanaf nu en voorgoed, besluiten om mijn verdere leven geen woord meer te uiten, maar voor de rest alles normaal te blijven doen, te eten en te slapen en keurig te wateren en zelfs naar Witse te kijken op zondagavond, dat alles in een stilte die zo volmaakt is als de pootafdrukken van sluipende dieren op de sneeuwvlaktes bij Wolgograd ? Vérstrekkende gevolgen zou dat zeker hebben, al tast ik in het duister over de exacte omvang daarvan. Zou ik onder bruggen moeten slapen ? Zou ik ingesmeerd met pek en veren de stad worden uitgejaagd ? Of zou men mij alleen maar krankzinnig verklaren en goed voor mij zorgen, met warme truien en op pare dagen een verse pan soep ?

Reacties : jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content