Steeds meer mensen trekken om de paar jaar van metropool naar metropool. Ook communicatiespecialiste Bendetta Roux (37) voelt zich een moderne nomade. Ze komt pas uit New York, woont nu even in Berlijn en reist straks misschien door naar Londen.

Gedragspsychologen en archeologen zullen het er wel over eens zijn dat de mens zich pas recentelijk op een vaste stek heeft gevestigd. Duizenden jaren lang was de jager en verzamelaar een nomade. De grote migratiestromen en vooral het gemak waarmee iemand zijn job in het buitenland uitbouwt, bewijzen dat we nu weer wat minder sedentair zijn. Toch blijft verkassen een pakkend avontuur, aldus communicatiedeskundige Bendetta Roux (37), die jarenlang voor Christie’s werkte en nu voor het internationaal opererende Brunswick Arts Consulting verantwoordelijk is voor culturele contacten in Europa. Ze neemt nog amper de tijd om haar koffers uit te pakken en verhuist gemakkelijk van de ene stad naar de andere. Als student woonde ze een tijdje in Barcelona en Galway. Ze reisde vanuit Brussel door heel Europa en trok vervolgens voor enkele jaren naar Amsterdam. Ze woonde ook acht jaar in New York en tegenwoordig leeft ze met Ć©Ć©n been in Berlijn. Ze denkt er nu echter ernstig over om zich in Londen te vestigen, met een pied-Ć -terre in de Big Apple.

Is het niet moeilijk je telkens aan te passen ?

Dat wordt steeds gemakkelijker ! De eerste grote verhuizing, van Brussel naar Amsterdam, was een culturele stap. Dat had ik aanvankelijk niet door. Ik bleef werken voor hetzelfde bedrijf, veilinghuis Christie’s, en dacht bij mezelf : in Amsterdam spreken ze dezelfde taal, dus zal dit nooit aanvoelen als een echte verhuizing. Ik was 27 jaar en voelde wel dat dit het eerste moment was waarin mijn wereld groter werd. Na amper Ć©Ć©n week ontdekte ik het duidelijke verschil tussen het Nederlands uit Noord en Zuid, en de houding van de Nederlanders tegenover hun taal. In Vlaanderen heb je het gevoel dat je je eigen taal wat moet beschermen. Je bent je ervan bewust dat het land ook nog een tweede en derde taal heeft. Nederlanders daarentegen maken zich geen zorgen over Duitse, Engelse of Franse woorden, die ze soms zelfs verkeerd gebruiken. Maar het ging om meer dan taal alleen. Opeens dacht ik bij mezelf : misschien ben ik echt wel een Belg en heb ik met die Nederlanders nog minder gemeen dan wat ik dacht met de Walen te hebben. Ik stelde vast dat er zoiets als een Belg bestaat, ook in de manier waarop je met elkaar omgaat en tegen het leven aankijkt.

Gaan ze op een andere manier met elkaar om ?

Ongetwijfeld. In Frankrijk en Walloniƫ neemt men meer tijd om iemand te leren kennen. In Parijs ga je met een klant eerst lunchen en misschien praat je op het einde een beetje over de zaak. Eventueel moet je daarvoor zelfs een tweede afspraak maken. In Vlaanderen is men al iets efficiƫnter. De Nederlanders nemen er nog minder tijd voor. Ook qua vriendschappen is Amsterdam niet zo gemakkelijk. Ik denk dat dit trouwens voor meer Europese steden geldt. Veel mensen wonen er al lang en hebben hun milieu opgebouwd, waarin ze nieuwkomers niet zo snel toelaten. Tot vijftien jaar geleden waren buitenlanders nog exoten die men graag wilde ontmoeten. Die tijd is voorbij, want nu is iedereen mobiel. Daarom heb je in Europese steden meer contacten onder expats. Anderzijds merkte ik ook dat Amsterdam niet zo internationaal is als Brussel. Na drie jaar zei ik tegen mezelf : hier hoor ik niet echt thuis. Ik had geen zin nog langer te blijven.

Is wonen in Amsterdam ook moeilijker ?

Daar werd ik voor het eerst in mijn leven geconfronteerd met de duurte van het wonen. In Brussel en Antwerpen bleven de prijzen lang laag, in Amsterdam kost een vierkante meter al vele jaren grof geld. Het zoeken naar een appartement was een schok.

De volgende halte ?

New York, waar ik maar Ć©Ć©n keer was geweest om drie waardevolle stukken zilver te brengen. Ik mocht toen bij de tante van een collega logeren, een Hongaarse gravin die op Park Avenue woont. Ik verwachtte mij aan een stijve ontvangst. Ik belde aan en er verscheen een kleine vrouw aan de deur. Ze droeg een jeans en dikke sweater en zei meteen : Oh Pussy Line, I bet you want to go to the loo ! Directer kan het niet. Ik bleef er twee dagen en bezocht alleen musea. Toen ik jaren later het aanbod kreeg om bij Christie’s New York te werken, aarzelde ik geen seconde. In 2000 ben ik verhuisd.

Heb je je snel aangepast ?

Ik heb me vanaf het eerste moment in New York goed gevoeld. Het is ook zo heerlijk om er te wonen en te werken, dat is iets anders dan er als toerist rondhangen. De stad is een stimulerende vlam die altijd in beweging is. Wat een verschil met Amsterdam. Je bent wel aan je lot overgelaten maar hebt direct contact met iedereen, want je zit allemaal in hetzelfde schuitje. Je krijgt meteen mailadressen en telefoonnummers, ook van derden die je niet eens kent. In het begin durf je hen niet opbellen. Maar na een tijdje bel je gewoon en je zegt : ik ben Bendetta en ik heb je nummer via via gekregen, mag ik je iets vragen ? Dan ga je samen koffie drinken of lunchen. Zo bouw je vlug een netwerk op, doe je gemakkelijk zaken en leer je vrienden kennen. Je voelt je ook snel een deel van die stad. Maar er was ook de organisatie ‘Vlamingen in de wereld’ die elke maand samenkomt in het Vlaamse restaurant Markt. Dat is ook wel leuk, omdat je je bij die mensen dan weer wat thuis voelt. Je kunt er bij wijze van spreken de voeten op tafel leggen. Als je een hele maand in die stad leeft met zoveel vreemde impulsen en stimuli, dat is het best gezellig om een keer per maand een soort familie terug te zien. Ook daar heb ik een paar goede vrienden aan overgehouden.

Leg je in New York vlot professionele contacten ?

Als Belg heb je extra voordelen : je kunt je soepel aanpassen. Zopas had ik nog contact met een Italiaans persbureau waar iedereen alleen Italiaans spreekt. Dat kun je je in Vlaanderen niet voorstellen, want we zijn toch een beetje multicultureel grootgebracht met vele talen. Het idee van Ć©Ć©n taal is smal. Talen spelen een grote rol bij netwerking. Zo leer je je ook aanpassen aan diverse soorten mensen. Dat is in New York heel handig.

Een woning vinden is wellicht een opgave ?

Toen ik er aankwam, was de markt losgeslagen : de prijzen stegen steeds sneller, het was er heel duur om te wonen. Ik ben begonnen op de Eastside, tussen First en Second Avenue : een flat met Ć©Ć©n slaapkamer. Naar New Yorkse maatstaven was het er comfortabel, maar prijzig. Ik dacht : als ik dan toch iets wil sparen, moet ik kleiner gaan wonen. Na drie jaar ben ik verhuisd naar een kleine studio op de West-side. Mijn laatste vijf jaar bracht ik door op veertig vierkante meter. Dat is niet veel, maar heel veel mensen moeten het doen met een piepkleine stek. Die flat heb ik nog steeds, want ik reis nog geregeld naar New York. Het is daar geen uitzondering dat je 70 tot 80 procent van je loon uitgeeft aan huur voor een krap bemeten flat zonder keuken. Die heb je ook niet echt nodig, omdat het leven zich helemaal buitenshuis afspeelt. In New York eet je op restaurant of bestel je een take away bij de Chinees. In die zin leeft de stad ook 24 uur op 24. Je kunt net zo goed om drie uur in de namiddag eten als om drie uur ’s nachts. New York is heel gemakkelijk om in te leven.

Verander je ook ?

Daar voel ik me meer Europeaan dan Belg of Vlaming. Je bekijkt zoiets met een ruimere blik. Geconfronteerd met de Amerikanen besef je dat je bepaalde dingen anders aanvoelt. Door daar te leven verandert natuurlijk ook je horizon en wijzigen de criteria die je hanteert. Hoe ruimer je wereldbeeld, hoe meer culturen je leert kennen, hoe minder je iemand anders gaat veroordelen. Je gaat de mensen ook meer tijd geven en je hebt meer begrip voor verschillen. Niet iedereen is er zo ruimdenkend ! Ook daar kom je mensen tegen die van onder de kerktoren komen en leven met een enge horizon.

Hoe lang woonde je in New York en waarom ben je er weggegaan ?

Ik heb er bijna negen jaar gewoond. Maar echt weg ben ik er niet. Ik heb nog mijn flat en al mijn meubels staan er nog. Ik ga regelmatig terug, heb trouwens een Green Card en denk dat ik de stad nooit helemaal zal verlaten. Daarvoor is New York te bijzonder ! Ondertussen zit ik dus in Berlijn en voel weer wat anders. Onlangs liep ik een collega tegen het lijf die opmerkte dat ik misschien te internationaal geworden ben om me ergens definitief te vestigen. Maar ergens wilde ik ook wel even terug naar Europa, waar mijn familie en vrienden wonen. Ik voel me immers Europeaan en zou het moeilijk hebben me definitief in Amerika te vestigen. Anderzijds begin ik me wel een soort kameleon te voelen die zich overal aanpast. Dat is leuk, in Nederland wordt je een beetje een Nederlander, in New York een New Yorker. Dat is ook een teken van respect naar je gastland toe. Het leven krijgt op die manier wat van een toneelstuk, waarbij je je telkens inleeft in een andere rol en een ander decor.

Waarom koos je voor Berlijn ?

Ik zocht een stad die met New York kan wedijveren. Brussel en Parijs ken ik te goed. Londen en New York liggen dan weer wat dicht bij elkaar. Berlijn is anders, het valt buiten het West-Europese circuit en is wat meer gericht op Moskou en Sint-Petersburg. Ik had een goede vriend die hier drie jaar geleden naartoe is verhuisd. Via hem heb ik de stad goed leren kennen. Dat was een revelatie, omdat ik me er niets bij had voorgesteld. Na de eerste wandeling door de stad heb ik mijn moeder opgebeld. Ik vertelde haar dat ik hier ooit eens zou willen wonen. “Toch niet in Duitsland, Bendetta ?” vroeg ze, waarop ik antwoordde : “Maar Berlijn is Duitsland niet.” Daarna ben ik regelmatig naar hier gekomen. Ik hou van de dynamiek van deze stad en het feit dat ze mensen van over de hele wereld aantrekt. Kijk ook naar de bloeiende kunstscĆØne. Doordat er zoveel ruimte is, kan je goedkoop wonen. Voor de prijs van een krappe flat elders beschikken kunstenaars hier gemakkelijk over een appartement met atelier van 300 vierkante meter, voor een paar honderd euro ! Het klopt dus dat Berlijn op New York lijkt. Je hoort soms vertellen dat “what New York was in the eighties, that is Berlin today”. Het is New York voor het te chic werd. Deartistieke scĆØne zit nu in Berlijn. Ook hier bouw je erg gemakkelijk contacten op. Ik denk niet dat die openheid traditioneel Duits is. Ze vloeit voort uit het feit dat Berlijn een nieuwe stad is, vol nieuwe mensen van overal. De stad evolueert ook snel. De eerste fase loopt nu af. De flats worden al wat duurder, er vestigen zich steeds meer galeries en gegoede burgers. Nu zie je mensen die vroeger extreem links waren door de stad fietsen in Guccipakjes. Dat heb ik ook allemaal gezien in New York. Het is boeiend om die evolutie te volgen.

Maar ik ben ook onder de indruk van een stad die zo totaal werd gebombardeerd en die iedereen over zich heen heeft gekregen, ook de Russen. In die context moet ik altijd aan Ć©Ć©n boek denken, Tagesbuch eine Frau, van een vrouw die alles heeft meegemaakt. Om aan eten te geraken moest ze bevriend zijn met een Russische generaal en veel militairen over zich heen laten gaan. Ze beschreef dit met zo’n lichtheid dat het bijna niet dramatisch meer was. Dat verhaal weerspiegelt de stad die als een feniks is herrezen. Mensen kunnen steden vernietigen, maar ook weer doen herrijzen.

Ben je gek op steden ?

Ik heb iets met steden, ze zijn meer dan monumenten en musea. In New York voelde ik voor het eerst dat een stad een partner is. Het is voor mij geen achtergrond. New York kan je niet vermijden als je er woont, het is alsof je met de stad getrouwd bent. Je hebt van die dagen dat je buitenkomt en denkt : oh my god, ik ben zo blij dat ik hier leef ! En er zijn ook dagen dat je niet buiten durf te komen, omdat de stad over je heen crasht. Ik ben een echte stadsmens die weliswaar is opgegroeid in Diepenbeek. Ik word gemakkelijk verliefd op een stad. Als ik ergens kom en het klikt, dan wil ik er een tijdje wonen. Misschien heeft een stad zo’n impact op me doordat ik geen kinderen heb. Mijn wereld gaat dan op in iets groots en dan wordt het idee van een stad als partner echt tastbaar.

Blijf je in Berlijn ?

Ik ben vol enthousiasme naar hier gekomen, maar misschien sta ik toch maar met Ć©Ć©n been in deze stad. Ook al omdat New York zo sterk is en ik weet dat ik altijd terugkan. Met Amsterdam had ik dat probleem niet, dat is een afgesloten hoofdstuk. Misschien ga ik me ook een deel van de tijd vestigen in Londen, een stad met een bloeiende kunstmarkt. Dat is de wereld waarin ik steeds heb gewerkt. Als communicatiespecialiste bij Brunswick ben ik in heel Europa actief, maar Londen is het hart van de kunstmarkt. In het Verre Oosten vestig ik me waarschijnlijk niet, al weet je maar nooit. Ik denk dat het als westerse vrouw niet makkelijk is om daar te overleven. Na of samen met Berlijn wordt Londen mijn next stop. Daarna zien we wel. Hoe meer je verhuist hoe minder materialistisch je wordt. Ik pak nog amper uit en ben naar hier gekomen in zomerkleren. Mijn meeste spullen liggen nog in New York. Ik word beetje bij beetje een heuse nomade : dat is een leuk gevoel !

Door Piet Swimberghe Foto’s Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content