Met een bizarre mix van werelderfgoed en gokpaleizen werpt het kleine Macau zich op als een van de topbestemmingen in Azië. Het contrast tussen de nauwe steegjes en de megalomane casino’s kan nauwelijks groter, maar blijkt een winnende combinatie in de voormalige Portugese kolonie.

Op 20 december wordt er gefeest in Macau. Dan maakt het precies tien jaar deel uit van de Volksrepubliek China. Als Speciale Bestuurlijke Regio weliswaar, want ruim vier eeuwen Europese vertegenwoordiging wis je niet zomaar weg. De Portugezen konden hun koloniale rol in Macau zelfs twee jaar langer rekken dan de Britten in buur Hongkong. Het is een meevaller dat die metropool hier slechts een uur varen vandaan ligt, want het gemoedelijke Macau biedt een dankbaar alternatief voor al wie even aan de hectische grootstad wil ontsnappen. Twee jaar geleden ontving Macau een trofee als beloftevolste toeristische bestemming in Azië. Maar het plafond heeft de voormalige provincie van Portugal nog lang niet bereikt.

Meer je zoals de meeste bezoekers met de ferry aan vanuit Hongkong, dan is van de geschiedenis aanvankelijk weinig te merken : 95 procent van het kleine half miljoen Macauers is etnisch Chinees, en ook veruit de meeste toeristen komen van het Chinese vasteland. Een eerste aanknopingspunt zijn de wegwijzers en andere borden. Daarop zie je de twee officiële talen : Portugees en Kantonees. Aan wal valt in eerste instantie de lange rij met onthaalstandjes op. Ze vertegenwoordigen de hotel- en casinocomplexen, die met gratis shuttlebussen af- en aanrijden. Kies je echter voor een gewone lijnbus, dan is de kans groot dat die je via de traditionele avenida’s en rua’s naar het oude stadscentrum brengt. Daar zorgt de kleurrijke Europese architectuur voor een verademing tussen nabije wolkenkrabbers en neonlicht.

Kanonnen en bandieten

Het zeventiende-eeuwse Monte Fort is het ideale vertrekpunt voor een ontdekkingstocht. Het fort ligt 52 meter boven de zeespiegel. Historisch speelde het alleen in 1626 een belangrijke rol in de geschiedenis van Macau, toen het de Portugezen hielp een invasie van de Nederlanders af te slaan. De architectuur van het fort is overduidelijk : hier verwachtte men invallen vanuit zee. Aan de noordwestelijke en zuidelijke flank, die uitgeven op het Chinese vasteland, ontbreken kantelen : van die kant kwam er dus geen gevaar.

Voor de Portugese kolonisten was het fort een ideale plek om de oude stad te overschouwen, net zoals het dat voor de toeristen nu is. Het uitzicht op de barokke voorgevel van de kathedraal van Sint-Paulus is frappant. Het monument siert nog steeds menig ansichtkaart. Meer dan die voorgevel blijft er na een brand van 1835 ook niet over van de kathedraal. Het bijbehorende jezuïtencollege, het eerste westerse opleidingsinstituut in het Verre Oosten, is ook volledig afgebrand. De restjes vind je tegenwoordig in een klein museum voor religieuze kunst aan de achterkant van de gevel.

De kanonnen die het gebied moesten beschermen tegen aanvallen van buitenaf zijn nu gericht op bouwwerken van staal en glas. Met wat verbeelding bevindt de Grand Lisboa, een van de opvallendste luxeresorts vol goktafels en eenarmige bandieten, zich precies in het vizier van het zware geschut. Het gebouw heeft de vorm van een lotusbloem, het embleem van Macau. Met zijn 58 verdiepingen stijgt het immense hotel- en casinocomplex maar liefst 261 meter boven de zeespiegel uit. Van op Monte Fort zie je veel, maar niet dat alle 430 hotelkamers zijn voorzien van Bang & Olufsenbeeld- en geluidsapparatuur, Turks stoombad en jacuzzi.

Lokale meisjes

Om meer over de geschiedenis te weten te komen duik je in het Museum van Macau, dat op het fort ligt. Het focust op de hoogdagen van de kolonie, toen Macau een belangrijke handelshaven was. Ook de vele tradities en festivals, steevast een mix van in- en uitheemse elementen, komen uitgebreid aan bod. Dat is niet eens zo gek, want veel meer dan een plek van confrontatie is Macau altijd een ontmoetingsplek geweest waar culturen, religies en wereldvisies naast en met elkaar leven.

Van in het begin van hun missiewerk leerden de jezuïeten naarstig de Chinese taal om de lokale bevolking beter te begrijpen. Sindsdien staan katholieke kerken en boeddhistische tempels broederlijk naast elkaar. Maar de belangrijkste reden waarom westerlingen en locals hier al eeuwen harmonieus samenleven wordt bij de eerste kolonisten gelegd. Zij bleven zo lang van huis dat ze hun heil zochten bij de lokale meisjes. In plaats van alsnog Portugese vrouwen te importeren, trouwden ze bovendien met hun Aziatische vlam. Het is een van de redenen waarom van alle Aziaten precies de Macauers de meest distinctieve look hebben. Net als hun lekkere fusionkeuken, blijkt ook hun genetisch materiaal het resultaat van tal van kruisbestuivingen.

Let wel, om de typische mix van een donkere Zuid-Europese blik en spleetogen te herkennen en te onderscheiden van de talloze gokchinezen, is meer nodig dan een weekend tussen de muren van een vijfsterrenresort.

Portugese pasteltinten

Op Monte Forte twijfelen je ogen voortdurend tussen heden en verleden, tussen kunst en kitsch, tussen oude en hoogst moderne architecturale pareltjes. In de verte zie je ook de Macau Toren boven het landschap uitpriemen. Als een naald reikt de mast naar de zon. Vanuit zijn eigen observatieplatform biedt de toren (hoger dan de Eiffeltoren) een panoramisch uitzicht over de stad en de bredere Pearl River Delta, waar de Portugese kolonisten eeuwen geleden alleen maar van konden dromen. Tegenwoordig is het een paradijs voor muurklimmers en bungeejumpers. Al die moderne hoogstandjes zijn vrij nieuw voor de wat oudere eilandbewoners, maar met hun onbewogen leven-en-laten-levenhouding storen ze er zich ook niet aan. Hun vertrouwde straatcultuur, waarin mensen in een kluwen van enge steegjes hun sociale verplichtingen nakomen, bestaat nog volop.

Op de begane grond getuigen kleurrijke ambtsgebouwen van de elegante Portugese architectuur. De majestueuze huizen rond het autovrije Largo de Senado ademen geschiedenis én nostalgie uit. Maar ook elders vallen de pasteltinten op van neoklassieke kerken en paleizen, die veelal hun authentieke karakter en soms zelfs hun originele functie bewaard hebben. Zo is het stijlvolle, crèmekleurige Dom Pedro V-theater, in 1860 de eerste westerse schouwburg in Azië, vandaag nog steeds in gebruik. In Taipa, een iets afgelegener deel van Macau, zijn vijf huizen uit de jaren twintig in hun volle glorie hersteld. Deze voormalige residenties van hoge officieren en voorname families exposeren tegenwoordig traditionele klederdracht, meubelen en keramiek. Het goedkoopste ticket voor een uitstapje naar de koloniale tijd.

Amerikaanse entertainmentpaleizen

En toch komen de meeste toeristen niet naar Macau voor het door de Unesco beschermde werelderfgoed. Ze willen zich vooral vermaken in een van de vele gokzalen van de luxehotels, die de kleurrijke geschiedenis van Macau reduceren tot een comfortabele busuitstap van enkele uren. Veel hotelbezoekers zetten overigens geen voet buiten de muren van hun complex, en dan hebben we het niet alleen over zakenreizigers die een of andere conventie bijwonen. “Dat hoeft in principe ook niet met tientallen restaurants, winkels, zwembaden en entertainment voor jong en oud onder één dak”, zegt Evangeline Lei terwijl ze ons rondleidt in The Venetian Macao Resort Hotel. Dat is sinds het in augustus 2007 zijn deuren opende het grootste casinoresort ter wereld. De public relations supervisor is dan ook bloedserieus wanneer ze beweert dat haar werkgever, de Amerikaanse casino-uitbater Las Vegas Sands Corp., “het resort van net geen miljoen vierkante meter op de markt wil zetten als familiehotel”.

“Een casino moet vooral leuk blijven, voor het héle gezin. De man des huizes kan beneden best een gokje wagen, terwijl vrouwlief zich laat verwennen in het massagesalon en de kinderen dropt in onze interactieve Manchester United Experience of meetroont naar een voorstelling van Cirque du Soleil (in het 1800 zitjes tellende Zaia-theater), of naar een popconcert of een tennismatch in de CotaiArena (15.000 zitjes).”

Met zijn drieduizend hotelkamers van minstens zeventig vierkante meter, zijn conventiecentrum en reusachtige entertainmentpaleizen is The Venetian editie Macau twee keer zo groot als het zusterhotel in Las Vegas. “Groot genoeg om negentig Boeing 747 jumbojets in op te bergen”, melden de promobrochures. Maar die vliegtuigen staan er natuurlijk niet. Die vliegen op een buiten het resort gelegen internationale luchthaven af en aan met verse portefeuilles om de 3000 slotmachines en 750 goktafels draaiend te houden. Want daar gaat het natuurlijk allemaal om. En dus krijgen duizenden toeristen meer (replica’s van) Italiaanse renaissancearchitectuur te zien dan originele Portugese bouwkunst.

Gerecupereerd land

The Venetian wordt beschouwd als de eerste mijlpaal van het ambitieuze, zeg maar megalomane CotaiStrip-project. Naar analogie met de Las Vegas Strip is het de bedoeling dat er op korte termijn in de directe omgeving van The Venetian hotels worden bijgebouwd tot men aan een totale capaciteit van twintigduizend kamers zit. Het enige wat daarvoor ontbrak was ruimte, maar ook daar viel een mouw aan te passen : gewoon recupereren wat de zee ooit weggenomen had.

Dat zit zo. Macau bestaat eigenlijk uit drie delen. Het historisch belangrijkste deel is aan het Chinese vasteland vastgehecht. Maar daarnaast maken ook de twee eilanden Coloane en Taipa integraal deel uit van het grondgebied. Lange bruggen verbinden die delen onderling met elkaar. Het vastgoed- en casinoproject van Las Vegas Sands heeft het gepresteerd om het stuk water tussen die twee eilanden in te polderen. Het ‘gerecupereerde’ stuk land, vijf vierkante kilometer groot, kreeg de naam Cotai mee, een samenvoeging van de twee eilandennamen.

Door de financiële crisis lag het project een tijdje stil. Las Vegas Sands zag zich genoodzaakt om duizenden arbeiders te ontslaan. “Maar nu de economie opnieuw opveert, kan er spoedig verder gebouwd worden”, verzekert Lei ons. De cijfers geven haar gelijk. Qua opbrengst heeft Macau Las Vegas al een tijdje bijgebeend. Sinds het monopolie op de casinomarkt er in 2001 werd opengebroken is het aantal casino’s alleen maar toegenomen. Voor bedrijven uit Las Vegas is de Chinese markt zeer interessant geworden. En Macau is de logische ankerplaats, het blijft tot nader order de enige Chinese stad waar gokken legaal is, dichter bij de Chinese rijken kom je niet.

Tradities en generaties

Het contrast tussen het authentieke stadscentrum en de kolossale namaakpaleizen, verspreid over de rest van het grondgebied, mag dan enorm lijken. Er is ook een spontane wisselwerking ontstaan. Het goktoerisme zorgt voor werkgelegenheid, meer toeristen betekent ook dat meer bezoekers iets opsteken van de kleurrijke geschiedenis en tradities van Macau en zijn inwoners, al was het maar zijdelings.

Tijdens onze rondleiding langs een artificieel San Marcoplein en voorbijvarende gondeliers spreken we onze gids aan over de rituele verbrandingen de avond voordien in de binnenstad. De apotheose van het traditionele Chinese Hongerige Geestenfestival, zo bleek. Mensen leggen eten neer voor hun huizen en, wanneer het donker wordt, verbranden ze papiergeld en wierook als offer aan de rondzwervende geesten van overledenen. Onze gids moet glimlachen : “Mijn moeder en mijn grootmoeder doen dat ook nog. Ik vrees dat de jongere generatie niet meer zo traditioneel is. Bovendien vindt die avonddienst in een van de casino’s plaats.”

Door Tom Peeters

Dichter bij de rijke Chineeskan de gokindustrie voorlopig niet komen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content