Staat de cava koud ? Festivalgangers worden steeds veeleisender en de catering van de weeromstuit gesofisticeerder. Van all that jazz over een family affair en vree wijze toestanden tot (de laatste ?) nationale feestdag : een sfeerbeeld.

Vrijdag 12 JULI, DE BIJLOKE, GENT

Waar ik vandaan kom, wil het meisje bij de ingang weten. En mijn geboortedatum ? Ik werp een schuine blik op het enquêteformulier. Hoera, op Gent Jazz hoor ik nog bij de jonkies. Er zijn er hier die de oorlog nog meegemaakt hebben. Wat zeg ik, de honderdjarige oorlog. De standards van Diane Krall spreken nu eenmaal eerder cops ( cool older persons) aan dan gabbers. Maar toch, wij babyboomers zijn met jazz, rock en pop opgegroeid, ons zullen ze in rusthuis De zilverberk niet kunnen paaien met een charmezanger van het zevende knoopsgat. Koppig blijven wij tot op hoge leeftijd festivals afschuimen, maar we zijn wel op ons comfort gesteld. Een modderarme ondergrond, schone toiletten, stoelen en tafels : op een beschaafd festival als Gent Jazz is het allemaal voorhanden. En ja, een mens wil ook wel wat anders onder de tanden dan een vettige hamburger. Gewokte mosselen iemand ? Penne al arrabiata ? En de cavatisering en mojitisering van het festivalgebeuren is een feit. De sparkling komt hier in wit en rosé en in echte glazen. Om niet helemaal voor watjes door te gaan, eten we er een bak friet bij. Goedkoop is anders : zes euro voor een mojito met heel veel ijs, een mens zou van minder nuchter blijven.

O ja, er was muziek. De bevreemdende, soms wat Zappa-eske sound van het veelkoppige Flat Earth Society met rare Fin Jimi Tenor op slijpschijf werd eerder lauw onthaald. En waarom kunnen Hollanders nooit hun mond houden, zelfs niet tijdens concerten ? Op misthoornsterkte achter mijn rug : “Kijk, daar heb je Jaap. Lang niet meer gezien. Ik heb nog met z’n vriendin geslapen, maar dat weet hij niet.” Ik rek mijn nek en kijk naar Jaap : inderdaad, hij weet van niks. “Voor de liefhebbers van benen tot onder de kin”, zo hoorde ik Diane Krall onlangs op de radio aankondigen. Ze moest het weten. Uit het interview met haar in Londen vorig jaar herinner ik me dat ze een hekel had aan haar cover girl-imago. Hoogzwanger was ze toen en doodop. Op Gent Jazz is ze geheel ontzwangerd, relaxed en goedlachs. Een gelukkige vrouw. En meer nog dan een crooner met een langoureuze stem : wat een pianiste ! En wat een trio. ’s Wonderful, zeg dat wel. Zelfs de bomen in de tent sidderen mee.

Vrijdag 13 juli, werchter

Wat een suffe naam toch, Werchter Boutique. Zo hardnekkig werd er de voorafgaande dagen met de kaarten geleurd dat ik dacht dat ik hier alleen zou zitten. Maar nee, hoor : 30.000 mensen, dat is een hoop volk, vooral als ze alle 30.000 over je dekentje denderen. Het begrip familiefestival dekt vele ladingen. Ik zie drie generaties gepierceten en getatoeëerden in gothic zwart naast oma’s in opblaaszetels die dwars door alle herrie heen sudoku’s oplossen. Op het belendende grondzeil tonen drie prepubers hun ouwe trots alle freebies die ze verzameld hebben : appels en toiletpapier en een regenkapje van het Nieuwsblad, een petje van Belgacom en ‘hier papa, voor u’ : condooms van Humo. Pa grijnst zuurzoet. En even later riskeert hij een hernia door zoals een paar duizend andere papa’s en opa’s dochterlief op de schouders te hijsen. Door merg en been gaat het gekrijs en ze kunnen ook zo smartelijk kijken, die geslachtsonrijpe grietjes. ‘Tokio hotel, you’re just everything for me’, lees ik op een spandoek en ‘Bill du bist so gail’. Tja, op die leeftijd hebben ze nog geen Duits op school. Rare kwibus, die Bill Kaulitz, een volstrekt androgyn wezen dat zich qua kapsel en make-up duidelijk door Cher laat inspireren. En al hebben de fans last van opspelende hormonen, ze zijn nog niet te oud om bellen te blazen. Een aardig zicht, de wei vol zeep. Voor de rest is zo’n festival tegenwoordig een ambulant dorp compleet met alle nutsvoorzieningen : een bankfiliaal, een massagesalon en naast de friet-, wafel- en loempiakramen ook een wine & dine restaurant met koud en warm buffet en de onontbeerlijke cava. Maar uiteraard ben ik hier vooral voor Carlos Santana en Doe Maar. De Woodstocklegende converseert nogal vaak met de Allerhoogste, maar je vergeeft het hem, al was het maar wegens de overgang tussen Black Magic Woman en Oye Como Va. Qua Doe Maar : in de jaren tachtig was je als meisje ofwel smoor op Hennie Vrienten of Ernst Jansz. Na al die jaren ben ik nog altijd een Jansz-girl, moet ik vaststellen.

ZONDAG 20 JULI, GENT

What is going on here ?’ Drie oosterlingen op de Graslei, een ietwat verwilderde blik in de ogen. Ja, hoe verklaar je de Gentse Feesten aan buitenstaanders ? Zeker als je zelf een buitenstaander want van Antwerpen bent. Kijk, er zal vast wel een cultuurhistorische verklaring voor het fenomeen bestaan, ingezetenen lopen niet voor niets met een gevlochten touw rond hun nek, maar eigenlijk is het simpel : mensen zijn graag op een plek waar veel andere mensen zijn. Daar hoort muziek bij en kunstenmakers van allerlei slag en eten (van botrams mee uufflakke tot Senegalese Thieb Bou Yen) en vooral veel drinken. Af en toe valt er wel eens iemand om en ligt dan met een gelukzalige glimlach op een plek waar dat niet de bedoeling is. Maar doorgaans verloopt alles vreedzaam en rustig, op een ontploffende hamburgerkraam na. Je moet het ze nageven, de Gentenaars, qua stamina zijn ze niet te overtreffen. En iedereen komt hier aan zijn trekken. Van de charmezanger in zijn witte pak op de Korenmarkt over de jazz big band bij St-Jacobs en de poppenspelers van het Patershol tot de alternativo’s in het Baudelopark : ze hebben allemaal hun publiek. Een boombal, je moet het zien om het te geloven, mensen van allerlei leeftijd en geslacht die vrijwillig aan volksdansen doen, met een brede smile. Hopsend in de plensregen desnoods, maar de regenboog achteraf maakte het schouwspel des te fraaier. En ’s avonds speelden The Animals bij St-Baafs. Nu ja, van de originele bezetting bleef enkel drummer John Steel over en de overige bandleden hadden het charisma van pensioengerechtigde truckers, maar toch zong ook ik uit volle borst mee : “I’m just a soul whose intentions are good, oh Lord, please don’t let me be misunderstood. “

MAANDAG 21 JULI, BRUSSEL

Dat het misschien wel eens de laatste keer zou zijn, werd hier en daar geginnegapt. Op naar Brussel dus voor de live versie van de Nationale Feestdag. Kort samengevat : het regende en bleef regenen, maar onze strijdkrachten en de veer op de hoed van Koningin Fabiola stonden pal. België en la drache nationale : sommige dingen veranderen nooit.

Door Linda Asselbergs I Foto’s Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content