Heidi Devooght (42) heeft samen met haar man, Chris Lambrecht, een veeteeltbedrijf vlakbij Aalter. Zoals veel boeren staan ze onder druk door de stijgende kosten voor veevoer en verwarming. Dag in dag uit zijn Heidi en Chris samen, elk met zijn verantwoordelijkheid. Zakelijk talent, mensenkennis en zin voor humor zijn Heidi’s inbreng.

Mijn vader is gestorven toen ik veertien was. Mijn moeder was toen pas 42. Mijn broer was achttien. Net van school moest hij plots fulltimeboer zijn, maar zijn vader was er niet meer om het hem te leren. Toen mijn moeder een paar jaar later hertrouwde, was dat best moeilijk voor ons. Haar tweede man had vijf kinderen van wie er nog drie thuis woonden.”

“Het plotse verlies van mijn vader toen ik zelf nog een kind was, heeft me heel gevoelig gemaakt. Hij is gestorven aan een hartaderbreuk. De schoonste dood, maar ze kwam minstens twintig jaar te vroeg. Ik heb hem maar kort bewust gekend, hij was een stille man. Maar ik mis hem nu meer dan toen ik nog een kind was. Nu ik de leeftijd nader waarop hij is overleden, ben ik er ook meer mee bezig. Mijn moeder was toen net zo oud als ik op dit moment. Nu besef ik pas ten volle hoe erg dat voor haar was. Ze was ook op slag geruïneerd. In haar eentje, met de hulp van mijn veel te jonge broer kon ze het bedrijf niet runnen. Als vrouw alleen is het onmogelijk om een landbouwbedrijf aan de gang te houden. Hoe zou ik het moeten doen, als Chris zou wegvallen ?”

“Ik heb drie jaar humaniora gevolgd en daarna drie jaar handel. Toen ik van school afging, kende ik Chris al, en ik wist dat ik zou gaan boeren met hem. Voor ik hem ontmoette, dacht ik daar nochtans niet over. Mijn ouders hadden een groentebedrijf, daar hield ik helemaal niet van. Je was altijd buiten, en het was altijd te koud, te nat of te warm.”

“Chris heeft me echt niet moeten overtuigen. We waren heel verliefd op elkaar. Als ik niet had willen boeren, zou hij iemand anders hebben gezocht, daar ben ik zeker van. Boeren doe je immers met z’n tweeën, dus moet je een vrouw hebben die boerin wil worden. Voor we trouwden, heb ik een paar jaar op een boekhoudkantoor gewerkt. Ik heb daar veel geleerd dat ik nu goed kan gebruiken. Boeren zitten immers zeker één dag per week op kantoor, Chris interesseert zich niet voor die kant van het bedrijf en dat is misschien wel beter zo, je moet niet alles samen willen doen.”

“De ouders van Chris hebben, toen wij trouwden, opnieuw een eigen bedrijf gestart. Ze hebben ‘een postje’ gekocht, zoals we zeggen. Eerst hebben ze een stal gebouwd om dieren te kweken, daarna een nieuw huis. Ze zijn uit ons huis vertrokken de dag na ons huwelijk. Dat was best emotioneel, want dit is het ouderlijke huis van mijn schoonmoeder. Zij werd hier geboren en groeide hier op. Sinds haar huwelijk heeft ze met haar man ingewoond bij haar ouders, zo ging dat vroeger. De grootouders van Chris bleven bij hen tot ze gestorven zijn.”

“Eén jaar na ons huwelijk werd onze oudste dochter Lisa geboren, ze is nu achttien, een echte werkbij. Ze wil niet meer studeren, ze wil gaan werken. Een winkel doen is haar droom. Ze lijkt wel op mij. Ze is erg sociaal, actief in het bestuur van de KLJ (Katholieke Landelijke Jeugd). ”

“De volgende is Pieter, hij is zestien en heeft het vierde jaar moderne talen – economie achter de rug, hij wil journalist worden. Een serieuze gast die veel helpt in het bedrijf. Hanne is tien en zit in de vierde klas, ze is ons kakenestje, de felste van de hoop. Ze is bijzonder mondig en wil danseres worden. Als baby zat ze al in haar Maxi-Cosi te wippen wanneer ze muziek hoorde.”

“In mijn gezin ben ik door de lastigste periode heen. Lisa en Pieter steken de handen uit de mouwen in huis en op de boerderij. Ik denk echt dat Chris en ik nu in de beste tijd van ons leven zitten.”

“We kweken koeien en varkens. We hebben zo’n honderdzestig zeugen en dertig koeien Ze worden hier verwekt, geboren, opgekweekt en ze gaan van hier naar het slachthuis. Wij produceren vlees in het groot. Varkens zijn een massaproduct, koeien niet. We hebben er maar een stuk of dertig, ze hebben allemaal een naam en een nummer. Met zo’n koe heb je een band. Maar dat moet je ook niet overdrijven, want een dier verliezen, is niet te vergelijken met menselijk verlies.”

“We zijn een leefbaar en modern, kleinschalig en familiaal bedrijf. We doen alles met ons eigen gezin. Er worden tegenwoordig stallen gebouwd voor duizend zeugen. Groter worden, kan enkel door kleinere landbouwbedrijven op te slokken. Het quotum moet immers gerespecteerd worden. In de varkenssector gaat het heel slecht op dit moment, we werken met verlies. Maar de melk is duur, dus onze koeien compenseren dat.”

“Ons leven is redelijk gestructureerd, iedere dag brengt zijn vast werk. We hebben gekozen voor een kweekmethode waardoor we het zo kunnen organiseren dat we het sommige weken minder druk hebben. Het komt erop neer dat we maar één keer op de vier weken zeugen bij de beer brengen en één keer om de vier weken zeugen hebben die werpen. We krijgen dus voortaan twee drukke en twee kalmere weken.”

“Chris en ik staan samen op, om halfzeven melken we de koeien, daarna gaan we naar de zeugen. Pas daarna ontbijten we. Het moederhuis, de biggetjes dus, dat is mijn afdeling, de dekafdeling is van Chris. Er is veel dat we samen kunnen doen, maar we doen ook veel apart. En ik doe daarbij ook nog het huishouden. Chris is absoluut geen nieuwe man, zo is hij is niet opgegroeid. Maar als er ’s nachts een koe moet kalven, is hij wel degene die daarvoor opstaat.”

“Het werk op een landbouwbedrijf houdt nooit op. Als we er eens tussenuit willen, doen we een beroep op Agrohulp, een organisatie die boeren helpt bij ziekte of in de vakantie. Gemakkelijk is dat zeker niet. We zijn nog nooit langer dan drie dagen op stap geweest. Ik ben nogal een huisduif trouwens, ik kan mijn huis geen week missen. Als we het werk goed organiseren, kunnen we er wel eens een dag op uit trekken, maar dat betekent extra vroeg opstaan. En als we ’s avonds thuiskomen, wacht er natuurlijk weer werk. We fietsen graag, of we gaan een dag naar zee, of ik ga een dagje shoppen met vriendinnen.”

“De opvolging ? In Pieter zien we geen boer, al weet je het nooit. Als je jong bent en boer wil worden, dan moet je er compleet voor gaan. Pieter is plichtsbewust en misschien een beetje te beredeneerd. Als hij ons helpt, wil hij het zo goed en precies doen, dat hij daardoor bijna niet vlot meer kan werken. Lisa is echt niet geïnteresseerd. Als er ééntje is die zin kan krijgen in ons vak, dan zou het Hanne kunnen zijn. Maar dat zeggen we haar niet. Met haar danstalent droomt ze momenteel van een heel andere wereld.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Eerlijkheid is schoonheid voor mij. Ik heb een grondige hekel aan liegen. Niet dat ik zelf nog nooit heb gelogen, maar ik probeer het lot niet uit te dagen. Je moet andere mensen niet aandoen wat je niet wilt dat jou wordt aangedaan. Iedereen wordt wel eens belogen en bedrogen. Er zijn mensen die ermee wegkomen, die altijd door de mazen van het net glippen. Wanneer je eerlijk probeert te zijn maar al eens een uitschuiver maakt, zul je zien dat het zich sneller tegen je keert.”

“Is de natuur mooi ? Natuur en nieuw leven zijn voor ons zo vanzelfsprekend. We zijn er alle dagen zo intens mee bezig, dat we dat niet meer beseffen. Ik ben een heel tevreden mens en hoop dat we met mate mogen blijven van genieten van wat we gerealiseerd hebben. Met mate, ja. Wij kunnen nooit een hele week op reis gaan, dus proberen we veel te halen uit die drie dagen dat we af en toe het huis uit kunnen.”

“Toen we trouwden, was de moeder van Chris vijftig. Ze had ineens veel minder werk. Zij en haar man zijn toen lange reizen beginnen te maken. Ik hoop dat wij ook op tijd zullen kunnen afbouwen.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Het stoort me dat gruwelen ons niet meer raken omdat we ze alle dagen op de televisie zien. Zouden de overstromingen in Myanmar ons niet veel meer hebben beroerd twintig jaar geleden, toen we er nog niet zo overspoeld werden met beelden ? We zitten allemaal zo vast in ons eigen wereldje, dat het onze gemoedsrust niet voldoende verstoort.”

“De slachtoffers van een aardbeving in China : je zou ze willen helpen. Het is erg dat wat je wilt doen voor de anderen, niet steeds lukt. Een beetje geld geven is niet moeilijk, maar zorgen dat dat geld goed terechtkomt, dat het besteed wordt aan daadwerkelijke hulp, is niet eenvoudig. Je staat zo machteloos tegenover de gevolgen van die rampen. Dat relativeert ook onze eigen zorgen. Ik maakte me bijvoorbeeld druk toen ik vanmorgen bij het melken vergat de aansluiting met de tank te maken, zodat alles wegvloeide in de stal. Maar wat zou het ? Er zijn veel grotere problemen dan dat.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Een boerin komt eigenlijk alleen van haar bedrijf om boodschappen te doen. Ik ben lid van KVLV (Katholiek Vormingswerk van Landelijke Vrouwen). Dat is mijn uitlaatklep, daar steek ik veel tijd in. Hanne sputtert soms tegen als ik ’s avonds weg moet. Maar bij KVLV heb ik al veel vriendinnen gemaakt en wijsheid opgedaan. Die gesprekken met andere vrouwen zijn voor mij onmisbaar, ze hebben me meer mensenkennis bijgebracht. Mijn wereld werd groter. Er zijn nog steeds landbouwersvrouwen die zeer geïsoleerd leven. KVLV is mijn netwerk.”

“Gelukkig is er in de kleinere groep van het bestuur nog niets ernstigs voorgevallen. Maar moest dat zo zijn, dan zouden we zeker veel aan elkaar hebben. In zo’n vereniging moet je af en toe kunnen zwijgen, en proberen de gepaste dingen te zeggen op het juiste moment, vooral als je in het bestuur zit. Dat staat soms haaks op mijn spontane natuur. Soms zit het tegen en zijn er spanningen, dan vraag je je af waarom je zoveel tijd en energie aan dat verenigingsleven besteedt. Maar ik beleef er deugd aan mensen blij te maken.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Ik speel heel graag toneel. Dat doe ik ook binnen KVLV. De avonden dat we bij elkaar komen, moet iedereen minstens één keer geglimlacht hebben, vind ik. We zijn met een bende die veel energie stopt in onze voorstellingen en we beleven daar ontzettend veel plezier aan.”

“Op de planken ben ik graag iemand anders, het liefst nog een man. Ik denk wel dat ik een beetje komisch talent heb. Als ik op de scène sta, vergeet ik het publiek in de zaal. Vooraf is het lastig, plankenkoorts werkt op de darmen en de maag. Doe ik het voor de kick ? Ik vraag het me soms af. Maar ik ben er een beetje aan verslaafd. Gelukkig zeurt Chris nooit over het feit dat ik er zoveel mee bezig ben. Hij vindt het fijn dat ik me daarin smijt.”

KRACHT – ZWAKTE

“Voor mij komt de kracht van wat we met ons tweeën opbouwen. We hebben meer dieren dan in het begin, ons werk is minder manueel en wat comfortabeler geworden. We investeren, de stallen worden gemoderniseerd volgens de regels. Je voelt dat het bedrijf vooruitgaat. Jammer genoeg zijn er ook boeren die zeer hard werken en toch geen stap verder komen.”

“Wij zijn ondertussen twintig jaar bezig, we hebben een appeltje voor de dorst. Helaas moeten we dat spaarpotje nu aanspreken. Hopelijk moeten we het niet helemaal opsouperen. Het zijn zeer moeilijke tijden in de landbouw. De grondstoffen zijn enorm duur. De prijs van het voeder is dertig procent gestegen, de verwarming werd veel duurder, en de opbrengst van de varkens is fel gedaald. Wij verkopen ze voor één euro per kilo, in de winkel staat varkensvlees acht tot negen euro per kilo. We hebben geen keuze, we moeten verkopen tegen marktprijs en dus verliezen we geld.”

“Veel boeren geven op onder die druk. Ik durf me niet voorstellen hoe het zou zijn als Chris voor een baas zou moeten gaan werken. Dat kan hij niet, als is hij een heel gemakkelijke man. Maar zijn hele leven al werkt hij op zijn eigen ritme, is hij zijn eigen baas. Gelukkig is Chris een optimist, ik zou het soms vlugger opgeven.”

“Mijn energie en mijn kracht haal ik ook uit mijn geloof. Ik ben absoluut geen pilaarbijter maar ik ga geregeld met mijn man, en soms ook met de kinderen, naar de kerk. Op die plek kom ik op de een of andere manier toch anders tot rust dan ’s avonds in mijn zetel. Volgens mij is er ‘iets’ dat ons kracht kan geven als het moeilijk gaat. Misschien ga ik ook wel naar de kerk om ‘hem’ te bedanken dat ik zo’n mooi gezin heb.”

KRACHT – ZWAKTE

“Soms kan ik opvliegend zijn. Lisa heeft ooit gezegd dat ik haar te weinig zelfvertrouwen gaf. Als ik haar moest helpen met haar huiswerk, kon ik mij daar echt over opwinden. Ik had het er aanvankelijk lastig mee dat ze geen studiehoofd heeft. Misschien verwachtte ik te veel van haar omdat ze de oudste is. Ze presteerde soms beter wanneer ik er niet bij was, dat vond ik jammer. Bij Pieter was ik meer ontspannen en nu, bij onze jongste, maak ik mij veel minder zorgen.”

“Soms moet ik wat beter op mijn woorden letten. Tien jaar geleden gaf ik altijd vlakaf mijn mening, daarin ben ik slimmer geworden. Ik probeer twee keer na te denken voor ik mijn mond opendoe, maar dat lukt nog niet altijd.”

“Ik laat me niet in een hoekje duwen. Professioneel sta ik erop dat we krijgen waar we recht op hebben. Chris heeft de neiging sneller toe te geven dan ik. Ik ben zakelijker, soms een harde tante. Op professioneel vlak is die zwakte dus vaak een sterk punt.”

Door Tessa Vermeiren I Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content