Ronan en Erwan Bouroullec tonen hun recent werk in Grand-Hornu Images. Meubelen, maar ook ontwerptekeningen en schaalmodellen.

Het is ochtend en muisstil in het hoofdkwartier van de Bouroullecs, een oud industrieel pand in een verloederd stuk van het tiende arrondissement in Parijs. Ronan, 37, is net terug van een vermoeiende reis naar Zwitserland, en dus voert zijn vijf jaar jongere broer Erwan het woord. De interviewer mag plaatsnemen in hun nieuwe stoel, geschapen naar het voorbeeld van een plant, de Vegetal. Die wordt tijdens de designweek van Milaan in april officieel voorgesteld, maar is al in avant-première te zien op de tentoonstelling in Grand-Hornu Images bij Bergen. De Bouroullecs stomen voor de lente nog een aantal ontwerpen klaar : een badkamerlijn met Axor, meubilair voor Vitra en Magis, en een artisanaal project in Japan, “lakwerk, wellicht, en messen”.

Maar eerst is er dus de tentoonstelling, Etapes, die in Wallonië aan zijn derde en grootste incarnatie toe is, na Hyères en Lausanne. Erwan Bouroullec : “We tonen vooral nieuw werk, maar ook schaalmodellen en tekeningen. Designtekeningen tentoonstellen is een relatief nieuw fenomeen. Voor ons staan die op zich, ze dienen niet noodzakelijk als illustratie van een meubel of voorwerp, of als vertrekpunt voor een project, al is dat vaak wel het geval. De tekeningen zijn soms allegorisch, soms feeëriek. Ze getuigen van onze werkwijze.”

“Het is voor ons belangrijk om meubelen te maken met een oog voor detail. In vergelijking met bijvoorbeeld het begin van de vorige eeuw worden de dogma’s van de industrie net iets te gemakkelijk geaccepteerd. We evolueren naar vormen die eigenlijk te eenvoudig zijn. Ik denk dan aan zo’n typische foto in een interieurblad : een kamer als een witte rechthoek met daarin een kast – ook een witte rechthoek – en de bank is dat dan ook maar. Wat Ronan en mij interesseert, is het aanbrengen van een zekere detailfinesse, een soort verdieping, profondeur, in het Frans. Vergelijk het met de luchtbellen in geblazen glas. Een kind dat daar naar kijkt, heeft een vluchtweg voor zijn verbeelding.”

Zegt u nu dat u een soort antiminimalisme belijdt ?

Erwan Bouroullec : Neen. Zelf geloof ik absoluut niet in overdaad, ik heb geen affiniteit met de barok die nu zo populair is in de designwereld. Wij willen ontdekken, onderzoeken. We vinden dat meubelen moeten evolueren. Ik kan dat moeilijk uitleggen. De Vegetal, de Papyrus, en zelfs de Steelwood zeggen niet heel veel dingen. Ze zeggen één ding, misschien twee, maar ze zeggen het wel met luide stem. Ik beschouw die stoelen als relatief minimalistisch.

Wat zegt de Steelwood ?

Zijn naam, staal en hout, en zijn vijzen, de manier waarop hij in elkaar zit. Wat die stoel volgens mij probeert te vertellen is zijn eigen constructie, maar ook een zekere waarheid : “Dit ben ik. Kijk naar mij. Ik ben simpel.” Kunnen zeggen dat je simpel bent, is belangrijk.

En de Vegetal ?

Die is door planten geïnspireerd. Als je naar bloemen of struiken kijkt, dan besef je dat alles op elkaar is afgestemd. De manier waarop zo’n structuur groeit, is efficiënt. Er zijn zoveel bomen en planten die gemaakt zijn van minuscule twijgjes, maar die een storm kunnen weerstaan, terwijl een muur iets verderop in elkaar stort. De intelligentie van de natuur is spectaculair, maar het is een chaotische, ongeordende intelligentie : één plus één is niet noodzakelijk twee. Met dat uitgangspunt hebben we een stoel willen maken : een structuur die groeit als een plant. Het resultaat is een ietwat vreemd voorwerp dat wel op een plant lijkt, maar dan wel een plastic plant. Hij creëert als het ware een symbolische schok met de architectuur waarin hij wordt gebruikt : je brengt buiten naar binnen.

We hebben er vier jaar intens aan gewerkt. Volgens een medewerker is het de ingewikkeldste stoel die ooit bij Vitra is ontwikkeld. Misschien is dat overdreven, ik vermoed dat aan de Panton Chair destijds net zo hard gezwoegd is. De moule van de stoel heeft veel geld gekost. Maar dat betekent niet dat het een dure stoel wordt. Integendeel.

Ik hoop dat de Vegetal de behoeften van de moderniteit overleeft. Er is almaar meer vraag naar nieuwe dingen. Daar is niets mis mee, maar soms wordt het extreem. Ik hoop dat mensen hun tijd zullen nemen voor de Vegetal. Dat ze hem goed zullen gebruiken.

Zodat hij niet bij de Tord Boontjes en de Jaime Hayons terechtkomt ?

Ja, ergens wel. Voor mij functioneert de stoel als een organisch element in een kunstmatig interieur. Maar dat is een risico. Als je witte kubussen ontwerpt, kun je je niet vergissen.

Jullie ontwerpen zowel relatief betaalbare serieproducten als gelimiteerde voorwerpen in zeer beperkte oplage. Wat is voor u de meerwaarde van zulke kleine edities ?

Voor designers is het absoluut noodzakelijk om te kunnen werken buiten de industrie. Want de industrie is gelinkt aan de markt, en de markt is nu eenmaal reactionair. Om perfect verdedigbare redenen : wie een meubel koopt, vraagt zich af of hij wel de juiste keuze maakt. En daarom maakt hij conservatieve keuzen. Vandaar dat het goed is voor ontwerpers om mensen de tijd te gunnen. Om te investeren in wat Giulio Cappellini long sellers noemt, meubelen die pas na jaren goed beginnen te verkopen. Maar de industrie kan het zich niet veroorloven om te wachten. Daarom hebben designers musea nodig, en galeries, en fabrikanten die met heel kleine hoeveelheden werken. Dat parallelle circuit is essentieel. De Vegetal hadden we bijvoorbeeld nooit kunnen maken zonder eerst elders wildere stukken uit te proberen. Ik heb veel respect voor verzamelaars, voor mecenassen, voor iemand als zakenman François Pinault, die kunstenaars en mensen als wij laat evolueren.

De voorbije twee, drie jaar hebben we een vorm van speculatie gezien die niet noodzakelijk gezond was. Het probleem ligt niet bij de verzamelaars, maar bij de designers. Als designer heb je een verantwoordelijkheid. Er zijn limited editions gemaakt zonder enige bestaansreden. Het is ridicuul om een luxeversie uit te brengen van een voorwerp dat oorspronkelijk met heel andere bedoeling is ontworpen. Maar ik geloof dat Ronan en ik ons niet al te zeer vergist hebben. Dat ons werk voor galeries een bestaansreden had. De tijd zal zeggen of we ons vergist hebben. Ik denk in elk geval niet dat we al te vulgair zijn geweest.

Dat denk ik ook niet, maar jullie zijn misschien wel een uitzondering ?

Misschien wel.

Hoe ziet u design evolueren ?

Ik hoop dat de consument bewuster wordt van de manier waarop voorwerpen gemaakt worden, dat ze producten beter beginnen te lezen. Dat ze design begrijpen zoals ze nu voeding begrijpen. We hebben door wat goede voeding betekent voor ons lichaam. Volgens ons krijgt design een status die kan worden vergeleken met die van biovoeding. Dat zou geweldig zijn. Want er zijn te veel producten, vaak van minderwaardige kwaliteit, en niemand heeft nog echt vat op de prijzen die ervoor worden gevraagd.

Er is al veel veranderd. Er wordt gezocht naar nieuwe productiemethodes, ik zie al meer precisie. Als je kijkt naar de broers Campana, wier werk toch zeer expressief is, dan heeft niets te maken met bijvoorbeeld Studio Job. Je kunt hun van teddybeertjes gemaakte fauteuil overdadig vinden, maar de constructiemethode is intelligent. Ik vind dat geen ridicuul meubel. Een designer als Bertjan Pot, die hyperprecies te werk gaat met carbon, vind ik super.

Ik denk dat we alles moeten bekijken : materiaalgebruik, productiemethodes, verkoop. Jasper Morrison, die we goed kennen, zegt : laten we niet uitsluitend bezig zijn met het nadenken over meubelen en voorwerpen. Laten we nadenken over het geheel.

Design is een modeverschijnsel geworden, maar design is geen mode. Meubelen moeten langer meegaan dan kleren. Veel mensen vragen zich af of ze wel modern genoeg zijn, maar misschien hebben we in het verleden verkeerd uitgedrukt wat modern precies betekent. Wat mij betreft ging het Bauhaus vooral over gelijkheid, maar ook over een zeker respect voor de diversiteit van mensen. Meubelen en voorwerpen moeten oplossingen brengen, een zeker gevoel van zorgeloosheid voortbrengen. Ze moeten je toelaten van mening te veranderen.

Expo : Etapes, Ronan en Erwan Bouroullec, tot 31 mei in Grand-Hornu Images, Rue Ste Louise 82, Hornu, dagelijks van 10 tot 18 uur, behalve op maandag. 065 65 21 21,www.grand-hornu-images.be , 6 euro.

Boek : Objets, Dessins, Maquettes, Ronan en Erwan Bouroullec, Archibooks & Sautereau, Villa Noailles, Elac en Grand-Hornu Images, 22 euro ISBN 978 2 35733 019 1

Door Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content