In 2007 veroverden allochtone Vlamingen de media. Televisie, podiumfestivals en uitgeverijen ontdekten de moslimgemeenschap en gingen, met de steun van politici, op zoek naar nieuwe rolmodellen. Maar de kandidaten zijn dun gezaaid, en de labels achterhaald.

Een Marokkaans-Vlaamse Miss België, een rolmodel voor andere jongeren met moslimroots. Het ontbrak Halima Chehaïma niet aan ambitie toen ze, nu een jaar geleden, streed om de titel van ’s lands schoonste. Zelf katholiek opgevoed, wilde de studente secretariaat-talen uit Molenbeek aantonen dat allochtone Belgen het wel ver konden schoppen. Dat lukte : Chehaïma, die België vorige week nog vertegenwoordigde op de Miss Worldverkiezing in China, werd eerste eredame en won moreel de wedstrijd.

Gaston & Leo

Dit jaar won de Nederlands-Marokkaanse voetballer Mbark Boussoufa vlotjes de Gouden Schoen en vonden almaar meer Vlamingen met moslimroots hun weg naar het kleine scherm. Ze kwamen aan het woord in reportagereeksen als 0032 en Moslima’s en werden een vertrouwd gezicht in pakweg De Slimste Mens, De nieuwe Mama of De film van mijn leven. In actualiteitsprogramma’s als Koppen en Ter Zake spraken ze zonder schroom over thema’s als seksualiteit, religieus fundamentalisme en vrouwenrechten, en toen onlangs de rechten van patiënten ter discussie stonden, wogen imams en Ali met de pet net zozeer op het debat als autochtone experts en beleidsmakers.

Al even opvallend is de ‘allochtone golf’ in televisieseries als Emma en De Kinderen van Dewindt. Één-soap Thuis, dat met personages als Mo, Aisha en Youssef een pioniersrol speelde, ontving dit jaar nog de Integratieprijs van de Turkse Unie van België. Ondertussen legt de VRT de laatste hand aan Rwina, een comedyreeks waarin twaalf allochtone Mechelaars worstelen met cultuurverschillen, en verfilmt Jan Verheyen Los van Tom Naegels. Die autobiografische succesroman beschrijft multiculterele liefde tegen een achtergrond van groeiend racisme en migrantenrellen.

Kunstenaars met een andere etnisch-culturele achtergrond wisten zich eveneens in de belangstelling te werken. Nieuwkomers in 2007 waren onder meer stand-upcomedian en Marokkaanse Antwerpenaar Youssef El Mousaoui, en auteurs als Mustafa Kör ( De lammeren), Malika Chaara (Gezegend boven alle vrouwen) en Rachida Lamrabet ( Vrouwland). In de bioscoop was er The Flemish Vampire, de eerste van de jonge Turks-Antwerpse cineast Erkan Altunbay. De zelfverklaarde Gaston & Leo-fan werkt ondertussen alweer aan zijn volgende film : Paukenslag, geïnspireerd op het Hans Van Themschedrama in Antwerpen.

Integratieproces

Kortom, de Belgische moslimgemeenschap – zo’n 400.000 mensen – is zichtbaarder dan ooit tevoren. Sterker nog, festivalorganisatoren en uitgeverijen benadrukken de allochtone roots van artiesten en auteurs maar al te graag. Nochtans is van een hype geen sprake, zegt journaliste Nadia Dala. Wel bespeurt de maakster van het onvolprezen Moslima’s een logische evolutie : “De Vlaamse samenleving verandert. Dat uit zich, na veel voorzichtig gesnuffel, ook in de media. Of je dat nu rijkelijk laat vindt of niet, of het er nu te weinig zijn of niet, de tijd moet gewoon zijn werk doen. Jongeren met moslimroots spreken ondertussen perfect Nederlands en zijn steeds beter opgeleid, uiteindelijk zullen die links en rechts wel opduiken. Maar laat ons niet problematiseren, dat integratieproces moet zijn natuurlijke gang gaan.”

Toch is de timing niet geheel toevallig. Sinds 9/11 en de ontdekking van de vermeende ‘botsing der beschavingen’ is de interesse voor de islamitische wereld en de eigen moslimgemeenschap immers flink toegenomen. De reacties op De Weg naar Mekka, de zopas afgelopen tiendelige reportagereeks van Jan Leyers, spreken voor zich : het Canvasprogramma voedde verhitte discussies op internetfora, het gelijknamige boek was in geen tijd aan herdruk toe. Het thema ligt goed in de markt.

Ook de politiek speelt echter een rol. Net als hun Nederlandse collega’s erkennen Belgische politici de waarde van evenwichtige beeldvorming en rolmodellen : Vlaams minister van Inburgering Marino Keulen stopte Rwina 200.000 euro toe, en Karel De Gucht woonde de voorstelling van De Weg naar Mekka zelf bij. Bovendien was er de oprichting van de Cel Diversiteit aan de Reyerslaan. Het charter dat voormalig gedelegeerd bestuurder Tony Mary ondertekende in april 2003 koppelde de werking van de VRT immers aan begrippen als diversiteit en sociale cohesie. “Bewust van zijn voorbeeldfunctie, wil de VRT bruggen slaan tussen autochtonen en allochtonen, om zo een bijdrage te leveren tot een harmonische, pluralistische en verdraagzame maatschappij waarin eenieder zich thuis kan voelen”, klonk het gezwind.

Inclusief in beeld

“Er is nooit afgesproken om programma’s rond allochtonen of moslims te maken”, zegt Geert De Clercq, een van de twee medewerkers van de bewuste VRT-cel. “Maar als thema’s als de hoofddoekenkwestie actueel zijn, en dat is al jaren zo, is het maar normaal dat er ook programma’s over ontstaan. De kijkers vragen daar ook om. Maar de tijd dat autochtonen discussieerden over moslimonderwerpen zonder dat er één moslim aan tafel zat, is voorbij.”

Zelf benadrukt de Cel Diversiteit echter vooral het belang van inclusieve beeldvorming, waarbij allochtonen – los van hun etnisch-culturele achtegrond – in beeld komen in huis-, tuin- en keukenprogramma’s. “Zij moeten ook quizkandidaat, panellid, getuige in het journaal of fictiepersonage kunnen zijn op momenten dat het niet over een allochtoon onderwerp gaat”, zegt De Clercq. “Dat valt minder hard op dan een programma als Moslima’s, maar het is wel van belang dat je hen toont als mensen van vlees en bloed, met hobby’s en andere kenmerken dan hun afkomst. Dat geldt trouwens ook voor andere minderheden als holebi’s of mensen met een handicap.”

Kritiek als zouden televisiemakers op eieren lopen en uitsluitend ‘knuffelallochtonen’ opvoeren, wijst De Clercq van de hand. Net als het verwijt dat praktiserende moslims gebruikt worden als bron van spanning en conflict : “Mo in Thuis was lange tijd het enige allochtone personage op tv. Dan kun je nooit goed doen. Voor de een is hij te westers, voor de ander te conservatief. Eén personage kan dus nooit de spiegel zijn van alle Vlaamse Marokkanen. Hoe meer allochtonen er in beeld lopen, hoe genuanceerder en realistischer de beeldvorming.”

Hij is geen diversiteitsflik, benadrukt De Clercq : “Uit eigen programmaonderzoek weten we dat gekleurde mensen ondervertegenwoordigd zijn op tv. Ze komen ook vooral in beeld bij gewichtige onderwerpen. Maar we berispen niemand. De cel is een databank en verbindingspunt. Ons uitgebreide netwerk staat ter beschikking van de programmamakers. Verder spelen we vooral een stimulerende en adviserende rol. Op termijn moet de cel zichzelf overbodig maken.” Zo organiseert ze bijvoorbeeld zelfevaluaties rond diversiteit, workshops voor scenaristen en stimuleert ze allochtonen om deel te nemen aan acteursopleidingen. “In het begin spelen die een bijrol in Witse of Flikken, maar velen groeien door”, zegt De Clercq. Ook enkele allochtone programmamakers die een bezoldigde opleidingsstage volgden, zijn nog steeds aan de slag bij de VRT.

Allochtoon of niet ?

Dat kranten en nieuwsuitzendingen allochtonen veeleer onder de aandacht brengen in verband met misdaad, justitie en specifieke allochtone thema’s en al te vaak inzoomen op hun etnische en religieuze achtergrond, zoals de Universiteit Gent en de UCL begin dit jaar nog aantoonden, heeft veel te maken met diversiteit achter de schermen. Of liever, het gebrek eraan. Slechts 0,9 procent van alle Vlaamse journalisten is allochtoon, en ook programmamakers en schermpresentatoren zijn overwegend autochtoon.

Die vaststelling verklaart eveneens waarom thema’s als racisme en discriminatie onderbelicht blijven en autochtone ‘experts’ als Jan Leyers prominent in beeld lopen. “Vreemd hoe een aangenaam reisprogramma een ‘wetenschappelijke analyse’ wordt van de hedendaagse islam”, schreef politicoloog Sami Zemni van de Universiteit Gent onlangs nog in De Morgen.

“De expertise van allochtonen binnen een gevarieerde redactie is een troef”, erkent De Clercq. “Een Flair maak je gemakkelijker met vrouwen in de redactie.” Van positieve discriminatie wil de VRT echter niet weten : “Journalisten moeten in de eerste plaats goed zijn in hun vak.” Trouwens, hoe definieer je allochtoon ? Moet je geboren zijn in een ander land of een vreemde nationaliteit hebben, zoals het Nationaal Instituut voor de Statistiek stelt, of gaat het om de nationaliteit van je (groot)ouders, zoals het Vlaams Economisch en Sociaal Overlegcomité suggereert ? Of laat je het aan de mensen zelf over ? “Inzake beeldvorming kun je nog uitgaan van kleurverschillen en perceptie”, zegt De Clercq, “maar dat ligt anders bij werknemers.” Een naam als die van VTM-nieuwsanker Faroek Özgünes klinkt exotisch, maar die beschouwt zichzelf niet als allochtoon.

De begripsverwarring maakt de jacht op rolmodellen niet eenvoudiger. En de job niet aantrekkelijker. Mustafa Kör, een Limburgse Turk uit Opgrimbie en geen moslim, laat zich niet afrekenen op zijn afkomst, maar op zijn schrijverskunst. De Vlaams-Turkse cabaratière Öznur Karaca weigerde vorig jaar zelfs een televisieoptreden omdat ze de indruk had de allochtoon van dienst te zijn. Malika Chaara, een Marokkaanse Belgische uit Eeklo, noemt zichzelf “zo westers als ik groot ben”.

Dat geldt overigens in wel meer gevallen. Acteur Jamal Boukhriss groeide op in de schaduw van de Renaultfabriek in Vilvoorde en vond de weg naar het podium via Brusselse cafés. Journaliste Hind Fraihi, zus van filosoof Tarik Fraihi, ging als gelovige moslima naar een katholieke school en de Chiro. De Torhoutse rapper en Idool-finalist Brahim, de zoon van een Marokkaans-Algerijnse vader, leerde thuis geen woord Arabisch, noch de Koran.

Nu goed, rolmodellen kiezen zichzelf ook niet. Voor Rachida Lamrabet, Vlaams auteur van Marokkaanse origine, gaat het om wat je kunt verwezenlijken : “Hoe je gepercipieerd wordt, kun je nauwelijks veranderen. Ik kan blijven uitleggen dat ik als Belg met Marokkaanse roots en als individu spreek, niet in een naam van een groep, maar dat kost me teveel energie. Allochtoon is een stigma, het onderscheidt en viseert een gemeenschap. Maar ik wil me niet steeds defensief opstellen, ik wil schrijven. Misschien gaat er bij sommigen dan een lichtje branden.”

Door Wim Denolf

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content