Al dertig jaar is Steve Cabella, designhistoricus van beroep, een van ’s werelds bekendste particuliere verzamelaars van Charles en Ray Eames. Zijn optrekje bij San Francisco is de ideale thuis voor zijn gekoesterde meubelen.

Zijn persoonlijke collectie van meubelen van het echtpaar Charles en Ray Eames is van een niet te evenaren kwaliteit. Ook hun tijdgenoten behoren tot zijn interesse. Steve Cabella bezit unieke prototypes van het creatieve koppel en een nog grotere collectie meubelen en design uit het midden van de twintigste eeuw.

Een ideale plek om die verzameling in onder te brengen vond Cabella in dit huis. De woning, in 1936 ontworpen door William Wilson Wurster, ligt aan de overkant van de Bay Area, bij Richmond Shore, een vergeten stukje van het grote, stedelijke San Francisco. Het huis en het terras hangen boven het water. Het tij laat soms het woeste water tegen de deur slaan van het lager gelegen botenhuis. Vanuit het grote raam van zijn woonkamer heeft hij als een van de weinige mensen in de Bay Area uitzicht over alle drie de bruggen die het achterland van San Francisco met elkaar verbinden, de Golden Gate Bridge, de Richmond San Rafael Bridge en de San Francisco Oakland Bay Bridge. ” A million dollar view“, noemt de bewoner dit panorama.

Als je het niet weet liggen, rij je zo aan het huis voorbij, zelfs aan de hele wijk. Verborgen achter struiken en bomen is het ook jarenlang onontdekt gebleven. Steve Cabella : “Een van de vrienden van Charles en Ray Eames, de architect William Wilson Wurster, kreeg hier een opdracht voor het bouwen van een weekendhuis voor het echtpaar Mathurin Dondo, een gezin met twee kinderen. De bouwkosten waren toen vijfduizend dollar.” Het duurde nog tot in de jaren vijftig voor ze buren kregen, toen streek hier een kolonie kunstenaars en creatieve jonge mensen neer, die de stad wilden ontvluchten. Voor hen was Richmond Shore, een vrijplaats voor hun ideeën, de beste plek voor hun woonhuizen, ateliers en werkplaatsen.

“Twee jaar na de bouw werd dit huis genomineerd door het tijdschrift House Beautiful voor de 10th Annual Competition for Weekend Houses. Het werd in het juryrapport omschreven als original, ingenious, practical and often playful. Helaas moest Wurster uiteindelijk de duimen leggen voor een project van Richard Neutra in Palm Springs”, zegt Cabella.

Steve Cabella, de middelste uit een gezin van zeventien kinderen uit San Anselmo (het gezin bewoonde twee huizen, één voor de jongens en één voor de dochters), startte al vroeg met het verzamelen van design. Als jongen van negentien jaar kocht hij voor één dollar zijn eerste Eames bij een rommelverkoop in Larksbury. “Het werk van de Eames blijft me mateloos interesseren, de kracht daarvan, de kwaliteit en de finesse. De ontwerpers vergelijk ik vaak met de beeldhouwers Henry Moore en Brancusi, ook in hun werk staat de kracht van de eenvoud voorop. Het is dan ook geen wonder dat meubelen van Charles en Ray Eames, maar ook van andere ontwerpers uit die periode, zoals George Nelson, krachtig zijn en blijven. Alle drie maakten zij deel uit van de brain trust van Herman Miller Inc. Het bedrijf uit Zeeland Michigan dat in de jaren vijftig furore maakte met moderne productietechnieken en designmeubels. In die adviesraad zaten behalve dat trio ook Bob Prost, Alexander Girard en DJ de Pree. Zij waren door Herman Miller aangesteld om met regelmaat nieuwe ontwerpen te bedenken en het bedrijf nieuwe impulsen voor de toekomst mee te geven, zij waren in feite het geweten van het bedrijf. Overduidelijk is te zien dat toen nog voor de consument en vanuit techniek werd ontworpen. Nu nemen media en marketing het te veel over en zijn designers veeleer tot ‘naam’ gedegradeerd en wordt design ‘de nieuwe kunst’ genoemd.”

In zijn zoektocht naar verhalen en ontwerpen van Charles en Ray Eames kwam Steve in contact met oude werknemers van Herman Miller Inc. “Het bleek dat de leden van die kerngroep geregeld prototypes bij de showroom afleverden. Gewoon om te zien hoe het publiek zou reageren”, vervolgt Steve. “Vaak bleven die prototypes daar achter omdat de ontwerpers ze vergeten hadden. Medewerkers namen ze dan mee of ze kochten de meubelen voor om en bij vijf dollar. Bij erfenissen kwamen die stukken pas weer tevoorschijn. Ik werd dan vaak benaderd als een huis werd leeggehaald. Uit bergingen en schuren kwamen soms de mooiste stukken. Op die manier heb ik een prototype van de DAR, uit 1949, in mijn bezit gekregen. En bij toeval vond ik een tweede bij een buurman hier iets verderop in de straat. Oorspronkelijk zijn er zes van gemaakt. Charles Eames wilde eens zien hoe die zes stoelen rond een tafel stonden. Van die twee heb ik er een verkocht aan een Japanse verzamelaar, omdat ik een renovatie van dit huis moest bekostigen. In Japan is dat meubel een van de topstukken geworden op een overzichtstentoonstelling van Eames. Het was merkwaardig om te zien dat Japanners echt ontzag hebben voor dat werk, de meubelen werden zachtjes gestreeld.”

Door Mark Heldens Foto’s Mark Seelen; . (JB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content