De Duitse horlogemaker Gerd-Rüdiger Lang koestert een passie voor Zwitserse kwaliteit. Toen hij in 1980 zonder werk viel, besliste hij vrijwel meteen om zijn eigen merk op de markt te brengen. Een blik op de geschiedenis van Chronoswiss.

De naam kan voor verwarring zorgen, de logica is duidelijk : de Duitse uurwerkenmaker Chronoswiss gebruikt uitsluitend in Zwitserland vervaardigde onderdelen maar hij assembleert ze zelf in een eigen vestiging in de buurt van München. Die watchfactory is een bezienswaardigheid op zich, met een bijzondere, weldoordachte lay-out. Het is een transparante constructie, met de workshop op de bel-etage en een ecologische energievoorziening, dankzij een pomp die de energie van het grondwater gebruikt om een comfortabele binnentemperatuur te garanderen. Centraal staat een wenteltrap waarvan de wanden dienst doen als museum. Daartoe werden ze uitgerust met zestig kleine etalages. Midden in de foyer van het nieuwe gebouw prijkt de staande klok van Riefler, een voorbeeld van technisch kunnen, met een afwijking van 1 tot 2 seconden per maand. In een hoek rust ’s wereld meest accurate uurwerk : een atoomklok uit Braunschweig, met een afwijking van één seconde op 30 miljoen jaar.

De man achter deze originele watch factory doorliep een bijzonder parcours. Gerd-Rüdiger Lang werd in 1943 in Braunschweig geboren. Op school voelde hij zich nooit echt goed in zijn vel. “Ik was alleen goed in gymnastiek, aardrijkskunde en godsdienst”, herinnert hij zich. Zijn vader vond voor hem een plaats als leerling-horlogemaker in de buurt van de stad. Toen hij afstudeerde kon hij gedurende anderhalf jaar aan de slag in de werkplaats van een landelijke horlogeverkoper op het eiland Fehmarn, in de Baltische Zee. Maar uiteindelijk vond hij dat horloges maken een Zwitserse bezigheid was en hij reisde met zijn kleine sportwagen en een kist vol zelfontworpen gereedschap naar het land van belofte. Hij werkte er een half jaar bij Hamilton en kon toen aan de slag bij Heuer, dat vooral stopwatches produceerde. Van 1968 tot 1974 werkte hij voor rekening van Heuer in Frankfurt, daarna verhuisde hij voor dezelfde firma naar München. Maar toen de Duitse dochter in 1980 de deuren sloot, stond de 37-jarige Lang op straat, terwijl thuis een gezin met twee kleine kinderen wachtte en hij zijn huis moest afbetalen.

Hij besliste om als zelfstandig reparateur aan de slag te gaan, in het bijzonder voor Heuerchronografen waarin hij zich gespecialiseerd had. Al snel kwamen klanten langs van andere merken, of verzamelaars die op zoek waren naar horloges met maanfases. Hij kocht dat soort horloges op bij Alfred Rochat, voorzag ze van een transparante rug en voegde aan de wijzerplaat de naam van zijn eigen, nieuwbakken firma toe : Chronoswiss. Alleen was hij niet helemaal tevreden met die eigen, kleine aanpak.

Voor kenners

Terwijl de kwartshorloges de markt veroverden, doken gelijk de verzamelaars van zeldzame mechanische uurwerken op. Zij wisten verfijning en eigenzinnigheid te appreciëren. Lang besefte dat als geen ander.

“Als je echt wil meespelen, moet je je eigen horloges maken”, zegt hij, terwijl we in de watch factory samen een glas drinken. “Alleen is daar een pak geld voor nodig. De banken waren niet bereid mij die te leveren. Ze begrepen niets van mijn verhaal. De mensen met wie ik onderhandelde droegen zelf kwartshorloges. Die geven zeer nauwkeurig de tijd aan en daar waren ze tevreden mee.”

Lang liet zich echter niet ontmoedigen. Hij begon in het klein, omdat hij geen andere keuze had. Hij knutselde wat met oude Valjoux 23- en 72-kalibers, luisterde aandachtig naar zijn klanten en ontdekte dat ze op zoek waren naar uitzonderlijke stukken. Hij trok meteen de aandacht van die kenners toen hij in 1987 de eerste Regulateur op de markt bracht. Gerd-Rüdiger Lang was nu een echte horlogebouwer. En niet de eerste de beste.

Hij steunde bij zijn ontwerpen wel op de gedegen, traditionele knowhow van ETA, ’s werelds grootste bouwer van binnenwerken, maar hij wist die op eigenzinnige manier aan te passen. Het succes van de Regulateur – waarbij de minutenwijzer centraal staat, de kleine wijzerplaat met de uurwijzer ter hoogte van de 12 en een tweede met de secondewijzer in de buurt van de 6 – is daar een goed voorbeeld van. Kenners wisten dat grote régulateur-klokken in elke horlogefabriek aanwezig waren om de werklui in staat te stellen er hun producten op af te stemmen. Zoals de fiere staande klok van Riefler in de Münchense fabriek van Lang. En dan kwam daar opeens een Duitser die zo’n régulateur voor de pols op de markt bracht.

Later maakte Lang ook een Regulateur automatique en een gelimiteerde versie van de Grand Regulateur die zowel als zakhorloge als om de pols gedragen kon worden. Hij liet ook het gebruik van de guilloché-techniek op de wijzerplaat herleven en gaf de bijna uitgestorven traditie van geëmailleerde wijzerplaten een nieuw elan. Hij bracht een originele sportswatch op de markt, de Timemaster, waarvan de automatische versie zowel met de kroon links als rechts verkrijgbaar is. Verder ontwikkelde hij de Digiteur , een polshorloge zonder wijzers, waarbij de tijd wordt afgelezen in drie venstertjes van verschillende vorm, en de Imperator en de Imperia, die hij omschrijft als een hommage aan vrouwen met zelfvertrouwen. Het zijn twee rechthoekige polshorloges, geïnspireerd op de kastvorm van de Digiteur en met cijfers die zo uit de belle époque lijken te komen. Bijzonder is dat beide types bovendien de kroon op twaalf uur dragen.

Inmiddels staat Langs dochter Natalie aan het hoofd van het bedrijf. Zelf blijft Gerd-Rüdiger echter onverdroten zoeken naar vernieuwing maar altijd met een klassieke achtergrond of inspiratie. Daarbij waakt hij er nauwlettend over dat hij zijn eigen bedrijfsmotto als leidraad voor ogen houdt : FaszinationderMechanik.

Door Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content