De vertwijfelde uitspraak van Stijn Meuris dat hij niet zou gaan stemmen, is ondertussen tot in den treure geanalyseerd en wat u er ook van vindt, hij heeft wel een interessante discussie in de media op gang gebracht. Ook op Facebook hebben cybervrienden van uiteenlopende strekking mij al aangemaand om lid te worden van de groep “Ik ga zeker wel stemmen” of de groep “Wie niet gaat stemmen, moet achteraf niet komen zagen.” Nu de campagne op volle toeren draait, krijg ik zeer concreet stemadvies. Uitnodigingen voor groepen als “Ik stem op Frank Vandenbroucke” of “Ik stem voor een andere stijl. Ik stem vrouw. Ik stem Marie.”

Over dat op vrouwen stemmen wordt wel eens meewarig gedaan, vaak door vrouwen en nog vaker door vrouwen die het gemaakt hebben. Want hé, niemand wil voor excuustruus aangezien worden of maar een zweem van positieve discriminatie oproepen en dus is opgaan in het mannenclubje de veiligste keuze.

Daarom was het interview met Marianne Thyssen in de Morgen (van 15 mei) zo verrassend. Zij danste niet om de hete brij en zou het niet slecht vinden als een vrouw premier werd. “Een vrouwelijke touch kan zeker geen kwaad in het politieke spel van ons land, zeker niet zoals het er de laatste tijd aan toe ging.” En nee, ze wil niet veralgemenen, maar er is een verschil tussen hoe mannen en vrouwen het aanpakken in de politiek. Ze citeerde een treffend beeld uit Waarom vrouwen geen baas worden van Hedwige Nuyens over hoe vrouwen een lampje naar beneden laten schijnen, op hun werk. Mannen laten twee lampjes schijnen : één op hun werk, maar ook één naar boven, zodat iedereen ziet dat ze goed bezig zijn. Daar herkende ze wel wat mannelijke politici in en daar moest ze vaak om lachen “omdat ze dat haantjesgedrag zelf niet eens meer zien”. Als toetje somde ze, gevraagd naar haar lichtende politieke voorbeelden, een hele reeks vrouwen op.

Ik kan mij voorstellen dat een druk politiek leven – en het is natuurlijk een zware job – met een mens aan de haal gaat. Avondlijke en nachtelijke vergaderingen op geheime locaties, het door de chauffeur voorgereden worden, constant door de media gesolliciteerd worden, voortdurend omgeven zijn door medewerkers die alles voorbereiden en van elke stap een strategische zet proberen te maken. Ik kan me eveneens voorstellen dat vrouwen daar nuchterder onder blijven. Als ik in het avondnieuws drukke, blackberryende heren met dikke dossiers onder de arm zie voorbijflitsen, dan kan ik het soms niet laten om mij af te vragen hoe lang het geleden is dat ze nog uit hun bubble kwamen en pakweg in de Colruyt gingen winkelen of een eind met de stadsbus meegereden zijn.

In Groot-Brittannië likken vrouwen na de recentste verkiezingen hun wonden : in de Britse regering zitten 14 procent vrouwen, ondanks de beloften voor verandering. Daarmee behoren de Britten op dat vlak tot de slechtste leerlingen van Europa. België doet het heel beter met 33 procent (15 ministers, onder wie 5 vrouwen. Maar de 7 staatssecretarissen zijn allemaal mannen). Het zijn dus nog geen cijfers om thuis te blijven op 13 juni.

trui.moerkerke@knack.be

Trui Moerkerke

“Niemand wil voor excuustruus aangezien worden, dus is opgaan in het mannenclubje de veiligste keuze.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content