Enkele jonge Vlamingen vinden de toekomst van design uit : ze experimenteren met hun eigen meubelateliers, met digitaal aangestuurde keramiekprinters, met objecten als puzzels én met loopbaan-onderbrekingen. All you need is You Tube.

N ever trust a hippie, krijg ik wel eens te horen als ik begin uit te leggen waar ik mee bezig ben”, zegt Thomas Lommée als we op zijn bank gaan zitten, voor het grote raam van zijn kleine bureau in Elsene. Hij behoort tot een idealistische, maar pragmatische jonge generatie Vlaamse designers die begint op te vallen met hun vrij radicale visie. In plaats van objecten een nieuwe vorm of functie te geven, gooien zij zich op het ontwerp van… het ontwerp. Met in de hoofdrol : de gebruikers. U en ik dus.

“Ik ben aan de Design Academy in Eindhoven afgestudeerd met een toekomstvisie, met een boek vol ideeën. Een onaf product was het, waarin de juryleden en lezers commentaar kunnen schrijven. Ik dacht, ik kan wel een object maken, maar ik moet eerst begrijpen wat de context is. Wat is er nodig nu ? En op welke manier kan dat best ? Pas als ik dat weet, kan ik iets maken…. Ik heb nog altijd niets gemaakt ( lacht). Maar ik begin wel beter te snappen wat er nodig is. En dat leg ik uit op tentoonstellingen. Ik ben geïnspireerd geweest door Massive Change van Bruce Mau. Ik ben een jaar bij zijn Institute without Boundaries gaan werken. Hij zegt : It’s not about the world of design, it’s about the design of the world.”

Waaraan heeft de wereld dringend nood ?

Thomas Lommée : Open design. Aangepast aan de maatschappij van nu. De hiërarchische maatschappij bestaat niet meer. Daarin introduceerde een bedrijf een nieuw product via gemanicuurde boodschappen langs de massamedia. De fabrikant bepaalde de volledige look en feel van het product. De eindgebruiker is een passieve consument, het product is statisch. Het is een monoloog.

Maar nu leven we in een horizontale wereld. Mensen zijn niet alleen onderling verbonden, maar ook met producenten en producten. Als een fabrikant een product lanceert, volgen er onmiddellijk reacties. Het is een dialoog. Iemand blogt erover, iemand anders leest die blog en ontwerpt er een nieuwe applicatie voor, iemand customiset het, of repareert het of kopieert het of hackt het of… ze doen er allemaal iets mee. En ze zetten het bovendien online. Het product evolueert zonder dat de producent er iets voor doet. Er ontstaat een soort van ecosysteem rond een product. In mijn nieuwe expo wil ik onderzoeken hoe een efficiënte dialoog eruit kan zien.”

Die expo heet “Yes ! We’re open” en u gebruikt als slagzin : beoordeel een object niet op wat het nu is, maar beeld je in wat het kan worden.

Precies dat is de grote switch die je in je hoofd moet maken. Nu zeggen we : “Ik vind die stoel mooi of lelijk, handig of onhandig.” Maar in de toekomst zullen we anders oordelen. We zullen mogelijkheden hebben om die stoel aan te passen en zullen dus kunnen nadenken over wat er aangepast moet worden opdat die stoel wel zou werken voor ons.

De gebruiker zal niet zomaar kopen wat de fabrikant voorschotelt, maar krijgt de mogelijkheid om te verpersoonlijken. Als ik iemand met een getunede bak zie rondrijden, vind ik dat niet per se mooi, maar het is wel authentiek, die gast heeft daar plezier in gehad. Maar daarvoor moeten we objecten bedenken die ons uitnodigen om eraan verder te bouwen, die zich meer gaan gedragen als dynamische puzzels. Een puzzel die kan groeien, een puzzel die kan krimpen, die zichzelf kan updaten. Het aspect tijd wordt geïntegreerd in het ontwerp.”

Welke objecten zijn goede voorbeelden van open design ?

Producten die inspelen op onze neiging om ons netwerk te gebruiken. Transparante, duidelijk bruikbare en gebruiksvriendelijke producten die kunnen leven. Open design gaat over alle stadia van een ontwerp : van de keuze van het materiaal tot de assemblagemogelijkheden tot de distributie, het verkoopproces, het eigenlijke gebruik, de afvalverwerking,… In al die stadia zijn nu al goede voorbeelden te vinden.

De motor van een Volkswagen Kever bijvoorbeeld is luchtgekoeld en is dus één volledig blok. Het hangt met vier bouten vast en kan er zo gemakkelijk uitgenomen worden dat er ontelbare toepassingen op verzonnen zijn. Van die motor zijn vliegtuigen gebouwd, transformators, er zijn skiliften mee aangedreven. Waarom ? Omdat die assemblage zo eenvoudig was en zo transparant.

Het is ook helemaal niet gek dat die trend van fixed gear-fietsen ( een doortrapper) zo snel boomt. Want ze zitten heel eenvoudig én transparant elkaar. De mechaniek werkt overal hetzelfde. Een fiets maakt gebruik van verschillende open standaarden, zoals vastgelegde diameters voor zadel- en stuurpennen. Je koopt gewoon het onderdeel dat jij nodig hebt, je kunt er je eigen stuur op monteren, je eigen wielen, je eigen trappers. Mensen puzzelen hun eigen fiets in elkaar die verschilt van elke andere fiets. Dat is de essentie van open design : dat je een andere relatie met uw product creëert. Geen passieve aankoop. En geen echt afval.”

Een verlengsnoer wordt niet beschouwd als een goed duurzaam ontworpen object. Maar door zijn functie en vorm is het dat wel omdat je het nooit weggooit. Altijd kun je dat in de toekomst nog wel eens gebruiken. Het voordeel van zo’n open standaard is dat iedereen daar op kan aansluiten. Dat je nieuwe puzzels kunt maken en de wereld inricht als een soort van meccano.

Street pages

“Als je dvd-speler kapot is, dan gooi je die weg omdat die compleet ontransparant en onbegrijpelijk is. Maar zou het niet geweldig zijn als die zo ontworpen was dat je die kon repareren en aanpassen ? Je moet alleen weten hoe het moet, maar er staan nu al duizenden handleidingen online. Zo wordt het voor de gebruiker super gemakkelijk om zelf iets te doen. Hoe moet ik de ketting van mijn fiets aanspannen bijvoorbeeld ? Hoe maak ik die los ? Je gaat op You Tube en er zijn vijf filmpjes die het je uitleggen. Het grote voordeel van internet is dat alle kennis accumuleert. Eens die erop staat, gaat het niet meer weg. Je kunt jezelf kleine dingen aanleren en daardoor kun je meer zélf doen. Helemaal op de manier waarop jij het wilt. Dat is toch veel plezanter dan alles de hele tijd aan iedereen te moeten vragen en bestellen en daarvoor ook nog te moeten betalen ?”

Is iedereen bereid om letterlijk de handen uit te mouwen te steken ?

Neen, natuurlijk niet. Maar het is wél zo dat we vandaag allemaal zeer gespecialiseerd zijn. Veel mensen werken zes dagen op de zeven. Ze doen hun job misschien graag en goed, maar zijn andere vaardigheden verleerd. Open design kan tot gevolg hebben dat je misschien parttime gaat werken en minder taken gaat uitbesteden ? Het is kwestie om daarvoor ook een infrastructuur te creëren. Ken je die street page sites waarin je kunt te weten komen wie uit je straat kan helpen bij wat ? Daar gaat het over, een infrastructuur die dat in de hand werkt. Waarin iedereen kan bijdragen op een eigen manier. Participeren in de netwerkmaatschappij is niet eens moeilijk. De meest actieve participatie is zelf op een 3D-printer je eigen ontwerpen uitprinten en eventueel verkopen online, wat nu ook al gebeurt. Wat ik interessant vind aan open design is de maatschappelijke dimensie ervan. Dat we evolueren naar een actievere, meer geëngageerde maatschappij, met meer initiatief van de gebruiker. Ik heb de expo dan ook opgevat als een How to… -handleiding om je weg te vinden in het open design.

Werkt open design ook economisch ?

“Wij zien open design als gedeeltelijk open. Er moet een evenwicht gezocht worden want het moet rendabel zijn. De expo is een onderzoek over waar dat evenwicht ligt. De iPhone vind ik een realistisch voorbeeld van open design, hoewel niet iedereen het daarmee eens is. In hun model wint zowel de gebruiker die een applicatie programmeert als fabrikant Apple op de verkoop ervan. Iemand anders verkoopt hoesjes of boxen. Ik denk dat de toekomst voor bedrijven en ontwerpers erin ligt om producten te maken die gedeeltelijk open en gedeeltelijk gesloten zijn.”

‘Yes ! We’re open’ : a vision on open design, 8 tot 25 oktober, telkens van 10 tot 21 u. in Budascoop. www.intrastructures.net.

De expo maakt deel uit van het Innovation Festival, www.innovationfestival-kortrijk.be

DOOR LEEN CREVE – PORTRET DIEGO FRANSSENS

“HET PRODUCT EVOLUEERT ZONDER DAT DE PRODUCENT ER IETS VOOR HOEFT TE DOEN.”

“DE WERELD ZIE IK ALS EEN SOORT MECCANO.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content