Tastdrang

nathalie.le.blanc@knack.be

Stel: je mag maar een van je zintuigen houden. Welke kies je? Bij een volledig onwetenschappelijke rondvraag in mijn omgeving stemden de meeste mensen voor zicht. Een paar muziekliefhebbers wilden hun gehoor houden en twee gourmands kozen smaak. Ikzelf ging voor tast. Ik ben namelijk nogal een aanrakerig type. Blijf daar af, dat heb ik als kind duizenden keren gehoord, als ik weer eens met mijn vinger in de puree prikte of over boeken, net geverfde trapleuningen of hete kookplaten wreef. Vandaag tikt niemand me meer op de vingers voor mijn tastdrang, al kijken winkeljuffrouwen weleens raar als ik klerenstrelend door hun winkel struin. U begrijpt, ik moest niet lang nadenken toen neuroloog David J. Linden in zijn boek Touch die zintuigenvraag stelde.

Klanten die zacht aangeraakt worden door een ober geven meer fooi

Dat maar zo weinig bevraagden voor tast gaan, is vreemd, vindt Linden. “Wie blind of doof is vanaf de geboorte, zal een normale ontwikkeling van lichaam en brein hebben, en leeft waarschijnlijk een rijk, gevuld leven. Maar ontzeg een pasgeboren baby aanrakingen, zoals in die verschrikkelijke Roemeense weeshuizen in de jaren 80 en 90, en de gevolgen zijn dramatisch. Hun groei vertraagt, ze ontwikkelen zelftroostend gedrag zoals compulsief heen en weer wiegen en krijgen psychische problemen die hen ook als volwassenen parten spelen.” Vandaar dat ook premature baby’s vandaag best zo veel mogelijk knuffels en strelingen krijgen. Huid-op-huidcontact is cruciaal voor onze ontwikkeling.

Aanrakingen zijn ons hele leven cruciale sociale lijm, zowel bij romantische als andere relaties, stelt Linden. “De band tussen ouders en kinderen, broers en zussen wordt erdoor versterkt, en zelfs in de bredere gemeenschap zorgen aanrakingen voor gevoelens van dankbaarheid, sympathie en vertrouwen.” Klanten die zacht aangeraakt worden door een ober geven meer fooi, dokters die hun patiënten aanraken, scoren hoger als het op zorg en aandacht aankomt en hun patiënten hebben lagere hoeveelheden stresshormonen en een betere kans op genezing. Zelfs de verkopers die op straat een maandelijkse bijdrage aan een liefdadigheidsinstelling proberen te slijten, slagen vaker als ze even je arm aanraken. De emotionele impact van aanrakingen weerspiegelt zich zelfs in onze taal, schrijft Linden. We hebben ge-voel-ens, een mooi stuk muziek raakt ons en wie zich nergens iets van aantrekt, is onaantastbaar.

Wat tast zo’n interessant zintuig maakt voor neurologen als Linden, is zijn rommelige complexiteit. We blijken onder andere aparte sensoren te hebben voor ruwe texturen, vibratie, strelingen, jeuk en seksuele aanrakingen. Die worden gecombineerd met signalen over aandacht, omgeving, onze emotionele staat en onze levensgeschiedenis. “Tast bestaat niet in een pure vorm”, schrijft Linden. “Tegen dat we ons bewust zijn van wat we voelen, is de informatie al gemengd met andere zintuiglijke input, verwachtingen en een stevige dosis emotie.” Als je in een stevige pas over straat loopt, besteedt je brein geen aandacht aan de wrijving van je kleren tegen je lichaam, als je stilstaat roept dat identieke gevoel meteen vragen op, want waarschijnlijk is er dan iets raars aan de hand. Een koude munt op je voorhoofd voelt zwaarder aan dan een warme, pijn die we zelf veroorzaken, als we bijvoorbeeld een neushaar uittrekken, doet minder pijn dan als een schoonheidsspecialiste dat doet en een hand op je schouder voelt anders aan van je teerbeminde, beste vriendin of creepy baas. Bij dat laatste is de boodschap duidelijk: blijf daar af.

Touch. The Science of Hand, Heart and Mind, David J. Linden, Penguin Books.

Nathalie Le Blanc staat stil bij de frappante feiten die ze al lezend opmerkte.

nathalie.le.blanc@knack.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content