Het is geen toeval dat ik Vangheel heet en in Geel woon. Via mijn stamboom heb ik achterhaald dat mijn verre voorouders ook hier zijn geboren. Je weet toch dat Geel ‘barmhartige stede’ heet ? De stad is uniek in de wereld omdat geesteszieken er al eeuwenlang in gewone gezinnen worden opgenomen en verzorgd.

Geel is ook de bakermat van Cunina, mijn levenswerk. Ik ben zo gelukkig dat ik dit kan en mag doen. De dankbaarheid die ik ervoor terugkrijg is onbetaalbaar.

Cunina is de Romeinse godin van de wieg, want waar je wieg staat, bepaalt het verdere verloop van je leven, ten goede of ten kwade.

Van opleiding ben ik verpleegkundige, maar ik heb nooit buitenshuis gewerkt omdat mijn man liever had dat ik thuisbleef bij de kinderen. Maar omdat ik ook kansarme kinderen wilde helpen, sloot ik me aan bij een internationale organisatie.

In 1989 reisde ik voor het eerst naar Haïti en met de dag werd me duidelijker dat ik veel meer kon doen. Een jaar later stichtte ik Cunina, met Sabine De Vos als ambassadrice.

In die dagen heb ik zowat heel Vlaanderen afgeschuimd. Of ik in de kerk de homilie mocht doen en geld ophalen? Ik had destijds 160.000 frank nodig om een ziekenhuis in Haïti operationeel te maken, met een ploeg van twaalf Belgische vrijwilligers, van tandartsen tot verpleegkundigen. Dat ziekenhuis is nu in handen van Haïtianen, die dankzij Cunina konden studeren.

Een derdewereldkind dat zich vandaag kan ontplooien, zal morgen beter in zijn levensonderhoud en dat van zijn of haar familie kunnen voorzien : daar gaan we van uit. Op die manier lever je een concrete bijdrage aan de ontwikkeling van die gemeenschap.

Veel mensen willen helpen, maar ze zijn ook wantrouwig omdat ze niet weten hoeveel geld er terechtkomt waar het nodig is. Omdat Cunina werkt met individuele peterschappen weten ze dat wél. De maandelijkse schenking van één persoon wordt integraal besteed aan de onderwijskosten van één bepaald kind. Door briefwisseling kunnen peetouders een persoonlijke band opbouwen met hun petekind, en ze kunnen het kind ook bezoeken door deel te nemen aan een inleefreis.

Achttien jaar ben ik nu met Cunina bezig, en met de hulp van vrijwilligers heb ik de organisatie lang alleen gedragen. In 2005 kon ik twee medewerkers in dienst nemen, nu zijn dat er drie voltijdse en vier halftijdse. En verder zijn er meer dan driehonderd vrijwilligers in alle Vlaamse provincies.

Voor lezingen in scholen, bedrijven en serviceclubs willen ze mij, geen medewerker. Maar ik heb ook een man, kinderen en kleinkinderen die zorg en aandacht nodig hebben. Onlangs belde Michiel, mijn kleinzoon van negen, me op : “Mammie, neem asjeblief eens een weekje vakantie. Je werkt veel te hard en ik wil niet dat je er ziek door wordt.”

Cunina is mijn passie, ik sta ermee op en ik ga ermee slapen. Ik ben heel blij dat mijn man toestond dat ik dit deed. Ik verdiende niet alleen geen geld, door al mijn reizen koste ik hem handenvol geld.

Wereldwijd bezocht ik landen om er projecten uit de grond te stampen. Na Haïti volgden de Filippijnen, Brazilië, Congo, Zuid-Afrika… Via e-mail sta ik in contact met de hele wereld. Ik krijg gemiddeld honderdvijftig mails per dag.

Meer dan tienduizend kinderen hebben door onze organisatie kunnen studeren. Ze werden ingenieur, verpleegkundige, arts, maatschappelijk werker, onderwijzer, advocaat, of ze leerden in ieder geval een degelijk vak. We trachten bij alle petekinderen fundamenten te leggen voor een zelfstandig leven. We kunnen niet iedereen helpen, maar we proberen één kind per familie te laten doorstromen.

Het is een druppel op een hete plaat, ik weet het. Maar tienduizend druppeltjes koelen de plaat toch ook wat af, nee ?

In 1990 stichtte Sophie Vangheel (61) Cunina, dat in 2004 erkend werd als ngo. Ze startte ook meer dan 40 projecten op, van een hostel voor bergkinderen in Nepal die anders nooit naar school zouden kunnen gaan, tot woningen op de Filippijnen en in Zuid-Afrika. 014 58 01 01, www.cunina.org

Door Griet Schrauwen / Foto Ann Vallé

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content