Wat bedoeld was als een gezellige familiemaaltijd groeit wel eens uit tot een zenuwoorlog. Want de oudste wil geen vlees meer eten, de middelste lust geen groenten en de jongste ziet het liefst elke dag macaroni op z’n bord. Een voedingsdeskundige brengt raad.

“Soms sta ik in de supermarkt voor de koeltoog en weet ik het echt niet meer. Alle dagen iets op tafel toveren dat iedereen lust, met mijn gezin is dat een bijna onmogelijke opdracht.” Karen zucht. Zelf is ze met ijzeren hand opgevoed. Geen trek in witloof ? Een hekel aan kalfslever ? Bon, dan maar met honger naar bed. “Nee, trauma’s heb ik daar niet aan overgehouden. Van witloof ben ik nog altijd geen grote fan, maar voor de rest lust ik zowat alles. Peter is daar iets moeilijker in : kippenboutjes, ribbetjes, alles waar ‘gepruts’ bij komt kijken, daarvoor trekt hij z’n neus op. En ik zou het nog vergeten : hij is allergisch voor mosselen. Sarah, onze oudste, tot voor kort nog wel in voor een big bacon bij de Quick, eet geen vlees meer. Wat wil je, haar beste vriendin is lid van Gaia. Als Peter ‘kookt’, dan staat er onveranderlijk wok op het menu, tot grote wanhoop van onze Tom, die bepaald geen ‘groenteboer’ is. Aan tafel eet hij sowieso weinig, wel des te meer zoetigheid tussendoor. Amber van vier is dan weer een eenzijdige eter : soms wil ze weken aan een stuk niets anders dan boterhammen met kaas, nu is ze in een macaroni-met-ham-en-kaasperiode. Maar ik vertik het om à la tête du client te koken. Soms is het echt ontmoedigend, je doet je best om gezonde, afwisselende en lekkere kost op tafel te zetten en er zit altijd wel iemand met een lang gezicht bij.”

Ir. Hilde De Geeter, voedingsdeskundige van NICE (Nutrition Information Center) van VLAM (Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing) en zelf moeder, weet uit ervaring dat het niet altijd simpel is om kinderen gezonde eetgewoonten aan te leren. Maar wel van cruciaal belang. “Een gezonde en evenwichtige voeding is van belang voor iedereen én van jongs af aan, ter voorkoming van overgewicht en zogenaamde welvaartsziekten als hart- en vaatziekten, diabetes en kanker. Daar komt bij dat kinderen nog groeien : tekorten in de voeding kunnen tot ondervoeding en een verstoorde ontwikkeling leiden, niet alleen puur lichamelijk, maar ook qua motorische en cognitieve vaardigheden. Ondervoeding is trouwens niet altijd een kwestie van te weinig energie opnemen. Wat we ook wel eens zien is dat kinderen of ook senioren te eenzijdig eten, waardoor vitaminetekorten ontstaan die niet meteen ontdekt worden, maar die wel een invloed kunnen hebben op de gezondheid.

Magere producten zijn niet aangewezen voor jonge kinderen ?

Hilde De Geeter : Omdat jonge kinderen een kleine maag hebben en ze geen grote hoeveelheden kunnen eten, hebben ze tot de leeftijd van vier à vijf jaar relatief meer vet nodig dan volwassenen. Wanneer ze te veel magere producten aangeboden krijgen, bestaat het gevaar dat ze te weinig energie binnenkrijgen. Ook als kinderen tot overgewicht neigen, mag je ze nooit zomaar op dieet zetten. De nadruk moet liggen op het aanleren van gezonde eetgewoonten, een energiebeperkt dieet kan alleen onder toezicht van een arts en diëtist.

Moet het bordje leeg ?

Eigenlijk is dat niet zo’n goede gewoonte. Baby’s voelen over het algemeen goed aan wat ze nodig hebben qua energie. Als ze genoeg hebben, stoppen ze met drinken. Kinderen die een groeispurt doormaken eten meer dan anders. Stimuleer je je kind telkens opnieuw om meer te eten dan het uit zichzelf zou doen, dan verliest het voeling met zijn interne signalen van honger en verzadiging en vergroot de kans op overgewicht. Een kleine eter kijkt op tegen een berg voedsel op zijn bord en begint er met tegenzin aan. Je start beter met een beetje ; vraagt het kind nog een schepje bij, reageer dan positief. Aanmoediging werkt altijd beter dan verwijten : ‘Is je bord weer niet leeg ?’ Ook belangrijk zijn de verhoudingen : het is niet goed als je kind alleen maar vlees bijvraagt en geen groenten. Kinderen koeken of snoep geven omdat ze aan tafel weinig gegeten hebben, is een slechte tactiek. Als ze weten dat ze altijd een tussendoortje krijgen als ze erom vragen, zijn ze niet gemotiveerd om aan tafel te eten. Vaak maken ouders zich te snel zorgen over kleine eters, een gezond kind zal zich niet gemakkelijk uithongeren. Anderzijds komen eetstoornissen op steeds jongere leeftijd voor, waakzaamheid is dus wel geboden.

Voedsel wordt vaak in verband gebracht met beloning, troost of straf.

Eten mag geen machtsmiddel zijn. Een beloning voor een leeg bord of dreigen met straf maken dat kinderen eten als iets lastigs en onaangenaams ervaren. Een toetje als beloning voor het opeten van groenten die niet in de smaak vallen, versterkt het idee dat zoetigheid lekker is en die groenten niet. In extreme gevallen kunnen die verkeerde associaties bijdragen tot eetstoornissen als anorexie, boulImie, stelselmatig overeten, eten als troost.

Je ziet het vaak in de supermarkt : kinderen die net zolang zeuren tot mama hun lievelingskostje koopt.

Kinderen moeten niet bepalen wat er op tafel komt. Een vraag als : ‘Wat zullen we vandaag eens eten ?’ is te vaag, zeker voor een klein kind. Beter is het duidelijke grenzen aan te geven : spinazie of spruitjes, varkenslapjes of kip ? Of geef zoon- of dochterlief inspraak in de bereidingswijze : groenten met of zonder witte saus ?

Hoe ga je het best om met fastfood ?

Fastfood, snoep, frisdrank… Totaal verbieden is nooit goed, het maakt de aantrekkingskracht alleen groter. Wat niet wil zeggen dat die producten elke dag en onbeperkt op het menu moeten staan, je moet kinderen leren ermee om te gaan. Ter gelegenheid van een verjaardag een keertje in een fastfoodketen gaan eten kan geen kwaad, je hebt daar tegenwoordig ook meer keuze, niets verplicht je het vettigste samen te eten. Het probleem is wel dat fastfood een grote aantrekkingskracht heeft op adolescenten die graag met vrienden afspreken in zo’n tent en na het eten thuis bij wijze van snack een hoeveelheid calorieën binnenspelen die gelijkstaat met een volledige maaltijd. Beter dan streng verbieden is uitleggen waarom te vaak fastfood eten ongezond is.

Moeten kinderen opeten wat ze niet lusten ?

Vroeger was dat zo : als je je spruitjes ’s middags niet opat, kreeg je ze ’s avonds opnieuw voorgeschoteld. Maar zo wordt de maaltijd een strijdtoneel waarbij je als ouder altijd verliest : ofwel omdat je uiteindelijk toch toegeeft of omdat je je kind met een levenslange afkeer voor een bepaald voedingsproduct opzadelt. Vanaf ongeveer twee jaar beslist een kind : dit lust ik wel, dat lust ik niet. Meestal krijgen zoete smaken de voorkeur, enigszins bittere groenten of sterk geurende, zoals spruitjes of kool, vallen minder in de smaak. Ook het mondgevoel is belangrijk : texturen als hard, zacht, knapperig, krokant, dat moet allemaal geëxploreerd worden. De smaak van kinderen is in volle ontwikkeling : pas na gemiddeld acht tot negen keer proeven herkennen en waarderen ze iets nieuws. Niet te snel opgeven dus. En je niet kwaad maken, dat zorgt maar voor spanningen aan tafel. Een truc is weinig geliefde producten te mengen met dingen die ze wel graag eten : een beetje witloof bij de spaghetti of op de pizza bijvoorbeeld. Veel hangt af van het individu : je hebt gemakkelijke en kieskeurige eters, wellicht speelt hier een genetische factor. Moeilijke eters zijn vaak kinderen met een sterk ontwikkeld reukvermogen of zogenaamde superproevers, die zeer goed verschillen in smaak detecteren.

Karens oudste dochter wil geen vlees meer eten. Hoe reageren ouders het best ?

Als jongeren voor vegetarisme kiezen is dat meestal vanuit hun zorg voor dierenwelzijn, bij de consequenties voor het evenwicht in hun voeding staan ze vaak niet stil. Afwijzen is niet de beste tactiek. Soms waait zoiets over, maar er zijn ook kinderen die bij hun beslissing blijven. En natuurlijk kun je perfect gezond vegetarisch eten, maar het is meer dan gewoon dat stukje vlees bij de aardappelen en groenten niet opeten. Het vraagt om een andere samenstelling van het menu, wat niet evident is als je zelf niet vegetarisch eet. Veel hangt natuurlijk af van de mate waarin dierlijke producten worden afgewezen : mag er nog vis op het menu, eieren of kaas ? Vooral in het geval van veganisme, waarbij totaal geen dierlijke producten gegeten worden, vraagt de samenstelling van het menu extra aandacht met volwaardige vervangproducten zoals peulvruchten en extra vitamine zoals vitamine B12-supplementen. Belangrijk is zich goed te documenteren.

Conclusie : ook op school is er als onderdeel van het gezondheidsbeleid meer aandacht voor gezonde voeding, maar de verantwoordelijkheid ligt toch grotendeels bij de ouders. Hoe pakken ze dat het best aan ?

Je kunt moeilijk van je kind verwachten dat het gezond eet, als je het zelf niet doet. De voorbeeldfunctie is dus heel belangrijk. Zelf water drinken in plaats van frisdrank en fruit eten als tussendoortje. Ideaal is het als mama en papa op dezelfde golflengte zitten. Als pa zijn neus optrekt voor wat er op tafel komt, waarom zouden de kinderen dan met smaak eten ? Kinderen hebben behoefte aan regelmaat, ook in verband met eten. Door in de mate van het mogelijke op vaste momenten met het hele gezin samen in een rustige sfeer te eten, leer je je kinderen die momenten te waarderen en dat ze niet de hele dag door kunnen eten. De ervaring leert dat ook wat eetgewoonten betreft een ‘authoratieve’ opvoedstijl de beste resultaten geeft. ‘Authoratieve’ ouders leggen net als autoritaire ouders regels op, maar ze motiveren ze en houden bovendien rekening met de eigenheid, smaak en voorkeur van de kinderen, zodat er een grote kans bestaat dat die zich deze regels ook eigen zullen maken.

www.nice-info.be

Door Linda Asselbergs Illustratie Sebastiaan Van Doninck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content