Een van de meest bejubelde collecties van het seizoen is die van Nina Ricci, voor het eerst getekend door het Brusselse wonderkind Olivier Theyskens. Toch blijft de jonge ontwerper er rustig bij : ‘Ik heb een hekel aan poses.’

Als vader of moeder Theyskens begin de jaren negentig op zondagochtend de jonge Olivier riepen, was dat niet omdat hun tienerzoon aan tafel moest. Wel omdat zijn lievelingsprogramma op televisie begon. Style was het modeprogramma van CNN, en werd gepresenteerd door de statige journaliste Elsa Klensch. “Ik was verslaafd aan dat programma”, herinnert Theyskens zich. “Klensch introduceerde me in de mode. Zo zag ik bij haar bijvoorbeeld de eerste collectie van Véronique Leroy. Klensch was een echte journaliste, die presenteerde en rapporteerde op een afstandelijke manier, zonder te oordelen over een collectie. Maar ze wist de invloeden altijd te duiden. Het was vreemd toen ik op een dag zelf door haar werd geïnterviewd. Ik was toch even de kluts kwijt.”

We zitten in Les Deux Abeilles, een schattig theehuis op de rive gauche in Parijs. Theyskens geniet van een stuk citroentaart (” Hmmm … C’est comme à la maison“) en thee, terwijl ik mezelf voorneem naar het merk van zijn conditioner te vragen. Modejournalisten schrijven voortdurend over zijn lange, donkere, glanzende haren, beschrijven hem als een wandelende reclame voor Pantene. Wat mij in eerste instantie idolatrie leek van meisjes die te veel met hun haar bezig zijn, blijkt bij nader inzien niet eens zo overdreven. In combinatie met zijn zachte bruine ogen en zijn veelvuldige gegniffel moet je al een harde zijn om Olivier Theyskens niet adorable te vinden.

Maar genoeg gedweept. We zijn hier om te praten over het werk van het modetalent. Sinds hij, na de sluiting van de modevleugel van Rochas, de artistieke teugels in handen nam bij Nina Ricci, tekende hij twee collecties voor het huis (de winter- en prevoorjaarscollectie), inclusief accessoires. Hij reisde de wereld rond, van New York naar Tokio en weer terug, en vond, na Madonna, een nieuwe fan in actrice Reese Witherspoon.

Theyskens toonde zijn eerste collectie voor Nina Ricci, die nu in de winkel ligt, begin maart in Parijs, in een feeërieke setting in de Jardin des Tuileries. De bomen van het park fungeerden als decor, met behulp van een eenvoudige rookmachine slaagde hij erin een mysterieus winterwonderland te creëren. Een mistige wereld, waaruit zijn schriele modellen, met hun door fijne struisvogelveertjes onscherp gemaakte silhouet, als bosnimfen leken voort te komen. Voorwaar een ander beeld dan zijn allereerste collecties, die eerder gothic oogden, en zijn werk voor Rochas, dat net uitblonk in de ultrascherpe belijning.

Hoe groot is het verschil tussen ontwerpen voor Rochas en voor Nina Ricci ?

Olivier Theyskens : Verschillen, gelijkenissen, verbanden … Ik ben daar niet zo mee bezig. Ik blijf op dezelfde manier ontwerpen, alleen evolueren mijn gedachten en gevoelens. Mijn werk weerspiegelt dat.

Het valt niet te ontkennen dat Nina-Ricci-door-Olivier-Theyskens meer jeugd uitstraalt dan Rochas-door-Olivier-Theyskens.

Ik probeer een paradijs voor Nina Riccimeisjes te creëren. Een collectie die aansluit bij hun levensstijl. Nina Ricci is geen label voor bijzondere gelegenheden, maar een totaalbeeld waar jonge vrouwen zich door aangesproken voelen. Een los T-shirt, bijvoorbeeld, een leuk jurkje, een jeans, een cardigan … Naar mijn gevoel steekt een nieuwe vorm van vrouwelijke identiteit de kop op. Jonge vrouwen zijn actief, voortdurend onderweg, wereldwijs. Hun stijl is hypervrouwelijk, maar ook een tikje androgyn. Ik zie dit soort meisjes overal, zowel in Tokio als in New York. Nonchalance, daar is het me om te doen. Niet de luie variant, maar de hypermoderne, coole en bij momenten grungy attitude.

U hebt er duidelijk over nagedacht.

Tijdens mijn werk probeer ik niet na te denken. Het is pas als een collectie klaar is en ik erover praat, dat bepaalde inzichten aan de oppervlakte komen. Maar eigenlijk wil ik mijn werk niet intellectualiseren. Voor het defilé wist ik één ding : dat ik ‘meisjes’ voelde. Ik wilde dat iedereen zag wie het nieuwe Nina Riccimeisje was. Vandaar ook dat ik met plezier Reese Witherspoon heb gekleed. Voor mij is zij een typisch Riccitype. Spontaan, modern, geraffineerd, met een sterke persoonlijkheid. Wat niet betekent dat ze mijn muze is. Ik werk nooit met muzes.

Hebt u ter inspiratie ook de archieven van het huis doorgeploegd ?

Nee. Ik hou mij aan de stijl van het huis, die fragiel, mistig, en geraffineerd is. Een beetje zoals lingerie. Maar de constante bij Nina Ricci is volgens mij ook dat men al 75 jaar lang vertaalt wat in de lucht hangt. Het is altijd een modern huis geweest. Het is dus mijn opdracht om de tijdgeest van vandaag te vertalen in mijn werk.

Niet toevallig heet het bekendste parfum van Nina Ricci, net als uw eerste collectie, L’Air du Temps.

Het is de enige referentie die ik heb gebruikt. Ten eerste vind ik de fles, met de dop in de vorm van een duif, subliem. Maar ook het verhaal achter het parfum is interessant. L’Air du temps was een van de eerste naoorlogse parfums. De luminositeit van de fles, het idee van liefde stond in schril contrast met het ruwe van de steden, het grijze, de somberheid. Die tegengestelde elementen vind je terug in de kleren, in de vorm en de kleur. Vrouwelijkheid met weerhaakjes, daar gaat het om.

De buitenlandse modepers is dol op u, noemt u een wonderkind.

(Giechelt) Ik krijg inderdaad veel mooie complimenten.

Drijven die de druk niet op ?

(Denkt na) Nee … Ik probeer daar zen bij te blijven. Anderzijds kan ik wel treurig worden van negatieve commentaren. Mij raakt het niet, mensen zeggen zoveel. Maar ik vind het wel erg voor mijn team, voor de mensen die me toegewijd zijn. Ik wil dat ze zich goed voelen.

Veel ontwerpers hebben vandaag de status van superster. U blijft behoorlijk in de luwte, lijkt geen behoefte te hebben aan een voortdurende stroom van aandacht.

Ik concentreer me liever op mijn werk. Niet dat ik niet graag naar feestjes ga, integendeel. Maar ik probeer mezelf te blijven. Zelfs tegenover mensen die débilement important zijn. Eerlijk gezegd heb ik lak aan poses.

U bent begonnen op uw 21ste, sindsdien is het razendsnel gegaan. Hebt u nooit getwijfeld ?

Nooit. Ik maak al kleren sinds mijn kindertijd. Het gebeurt wel dat ik niet tevreden ben over een bepaald stuk. Of dat ik mijn boodschap niet volledig vertaald krijg in mijn collecties. Zelfs als alles goed gaat, kan ik nog ontevreden zijn. Maar ik verlies er mijn hoofd niet bij. Het leven is te interessant om lang stil te staan bij dit soort zaken.

Kreten en gefluister

Hoe kijkt u terug op de drie jaar bij Rochas ?

Een buitengewone ervaring. Rochas was een prachtig merk, maar het behoorde tot de parfumindustrie, niet tot de modewereld. Er was een gebrek aan technische knowhow. Men wist er alles over scheikunde, maar weinig over textiel. Ik wist al langer dat de kans bestond dat de modelijn niet zou blijven bestaan. Erg vond ik dat niet. Het ligt niet in mijn aard om jarenlang op dezelfde plek te blijven.

Nochtans maakten veel mensen zich zorgen over uw toekomst toen het huis een einde maakte aan de modelijn.

Dat was niet nodig. De dag na mijn vertrek bij Rochas ben ik begonnen bij Nina Ricci. Ik ben nooit werkloos geweest. Maar dat mocht ik toen niet zeggen.

Hedi Slimane vindt sinds zijn vertrek bij Dior Homme geen modehuis of investeerder. Kwatongen beweren dat hij te duur is.

Het is complexer dan dat. Ik denk dat in het geval van Slimane zaken meespelen waar niemand iets van weet. Het spreekt voor zich dat Hedi niet in zijn kaarten laat kijken. Dat zou ik ook niet doen. Er hangt te veel van af. Je mag niet vergeten dat dit een industrie is waar je veel geld kunt verdienen, maar ook verliezen. De modewereld roddelt graag, men strooit verhalen rond waar weinig van klopt. Wie in de mode werkt, moet in staat zijn de geruchten van zich af te schudden om in alle vrijheid keuzes te kunnen maken.

Worden sommige geruchten niet zelf ge- creëerd ? Marc Jacobs heeft een alcoholprobleem en verschijnt na zijn ‘rehab’ als een ‘bionic man’-versie van zichzelf. Gespierd en gebronsd, met drie diamanten in zijn oor. Je zou je voor minder afvragen of het wel goed met hem gaat.

(Lacht) Ach, ja … Wie ben ik om daarover te oordelen ? Mensen veranderen nu eenmaal. Sommige ontwerpers hebben inderdaad de behoefte om zichzelf af en toe opnieuw uit te vinden. Misschien deed hij het wel opzettelijk, om te zien hoe men zou reageren. Ik begrijp niet altijd wat men daar interessant aan vindt, aan dat geklets. Behoren bepaalde zaken niet tot het privéleven ? Wat maakt het uit hoe oud iemand is, wat zijn geaardheid is, hoeveel hij drinkt ?

Benieuwd wat u van dit citaat vindt. In het modenaslagwerk ‘Fashion Now’ staat dat u macabere collecties maakt, en dat u op een giraf lijkt.

(Proest het uit) Dat had ik nog niet gelezen. Vreemd … Laat eens zien ? (leest) Mais alors … Al die nutteloze citaten, het is onbelangrijk. Voor hetzelfde geld schrijft men dat ik een walvis aan mijn plafond heb hangen (giechelt).

Kinderspel

Als kind maakte u al kleren, zei u.

Zo is dat. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets anders wilde doen. Als mij op school werd gevraagd wat ik later wilde worden, antwoordde ik steevast : ‘ Créateur de la haute couture. Geen idee waar ik het vandaan haalde, het was gewoon zo. Ik geloof dat wat je graag doet in je kindertijd, je toekomst bepaalt. Het komt erop aan kinderen te stimuleren in de dingen waar ze van nature goed in zijn. Mijn ouders hebben me bijvoorbeeld nooit gedwongen tot iets anders. Ze realiseerden zich al snel dat ik met mijn koppige karakter toch een manier zou vinden om mijn doel te bereiken.

U trok naar de Brusselse modeschool La Cambre, maar maakte uw studies niet af. Waarom niet ?

Ik had het gevoel dat ik er in een wachtzaal zat. Ik was 17 toen ik er begon, wilde liever meteen gaan werken, maar daar was ik nog te jong voor. De opleiding duurde me te lang. Ik kon naaien, ik wist wat ik wilde maken, dus ben ik vertrokken. Een opleiding is belangrijk voor mensen die hun talent nog moeten ontdekken, of om bepaalde evoluties te versnellen. Ik had geen behoefte aan idiote projecten om mijn creativiteit aan te wakkeren. Ik had het allemaal in me. Weet je, ik heb altijd respect gehad voor merken die lelijke kleren maken en toch overleven. Want je moet evenveel van mode kennen om massamode te maken. Met de creatieve extremen waar men je op de modeschool toe aanspoort, kun je toch niets, als je wilt dat men je kleren draagt. Ik begreep al heel vroeg dat kleren maken een vak is.

U zei ooit dat u muziek nodig hebt om te tekenen.

Niet meer. Als ik voel dat ik afhankelijk word van iets, stop ik er meteen mee. Of dat nu een sigaret is, een assistent of muziek tijdens het tekenen. Toen ik me realiseerde dat muziek te belangrijk werd, besloot ik naar niets meer te luisteren. Het resultaat was interessant, een tijdloze collectie, vrij van referenties.

Wat doet u als het u allemaal te veel wordt ?

Kunst en film ontspannen me, ik probeer ervan te genieten zonder aan mijn werk te denken. En ik reis graag. Ver of dichtbij, voor enkele dagen, het maakt niet uit. Al blijft mijn droombestemming een land waar mijn gsm en mijn BlackBerry niet werken (lacht).

Denkt u dat u ooit nog een eigen collectie uitbrengt ?

Dat weet ik niet. Ik heb het gevoel dat ik mijn verhaal maar op één manier kan vertellen. Ik heb geen zin om voor twee merken tegelijk te tekenen. Ik investeer mijn tijd liever in één project.

Voor uw eerste defilé van Nina Ricci werkte u met onbekende modellen.

Dat vond ik nodig om mijn beeld neer te zetten. Bij Rochas werkten we met topmodellen, en hoewel ik sommigen van hen echt bewonder, had ik een ‘pauze’ nodig van die bekende meisjes. Ze maken het leven soms zo moeilijk. Wie zich de ster van het seizoen waant, eist die plaats ook op, wil als eerste de catwalk op. Het is een attitude waar ik doodmoe van word. Dus heb ik gekozen voor een nieuwe golf van modellen. Onbekend, maar helemaal Nina Ricci.

Als ik een punt van kritiek mag geven : ik vond de meisjes uitzonderlijk mager.

Ze ogen fragiel, inderdaad. Dat komt door de kleren en de schoenen. Ze zijn niet slanker dan een ander model.

De discussie rond anorexia beheerst de modewereld. Kijkt u niet beter uit naar een iets gezonder profiel van modellen ?

Een delicaat thema, vind ik. De meisjes waar ik mee werk, zijn jong, maar solide en heel professioneel. Ik garandeer je dat je gezond moet zijn om dit werk te doen. Misschien kan ik topmodellen nog het best vergelijken met topatleten. Het is een feit dat beide categorieën hun lichaam overbelasten. Sommigen zijn gezond, anderen niet. En dat staat niet altijd op hun gezicht geschreven. Meer kan ik daar niet over zeggen.

Info : Nina Ricci wordt verkocht bij Houben,

Maria Theresialei 17, 2000 Antwerpen. 03 225 00 32. www.ninaricci.com

Door Cathérine Ongenae

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content