StudioSkoop is niet langer de plaats waar studenten met elkaar afspreken. Zij zijn de toekomst, we mogen die nieuwe generatie niet mislopen. Hen moet je aanspreken door ook op internet aanwezig te zijn. De mailing die Studio Skoop tot voor kort rondstuurde, bevatte een link met louter de titels van de films en de uren van vertoning. Anno 2009 is zoiets volstrekt onsexy. Als bioscoop moet je iets extra’s te bieden hebben : kwaliteit, service en beleving.

Op een gegeven moment word je blind voor de zwakten van je organisatie. Ik had járen mijn bureau in de Culture Club. Ik merkte niet meer dat het gebouw van een grens- verleggende lelijkheid was, ik was daar immuun voor geworden. Als je zoiets niet langer ziet, is het goed dat een buitenstaander er eens met de grove borstel door gaat en alles ter discussie stelt, zoals ik nu doe in Studio Skoop.

Ik had het wel gehad met de Culture Club. Ik had niet meteen frisse ideeën voor het nieuwe seizoen. De laatste twee jaar zat ik ’s nachts 90 procent van de tijd op mijn bureau. In de club zelf kwam ik nog nauwelijks. Deze zomer heb ik meegewerkt aan tv-opnamen voor het Elektropedia-project, over de geschiedenis van de Belgische dance. Mijn bijdragen over Teknoville, Ten Days Of Techno, Belmondo en Culture Club waren een mooie afsluiter van dit hoofdstuk. De cirkel was rond.

Net voor het nieuwe Studio Skoop Café zou opengaan, kreeg ik een paniekaanval. Die ene dag kon ik even niet functioneren. Maar voor de rest : nog geen seconde spijt gehad van mijn beslissing. Ik doe hier nu mee de bar, terwijl ik in al die jaren Culture Club misschien twee avonden pinten heb getapt. Hoewel ik au fond een heel asociale mens ben, bevalt het me wel om mensen te bedienen. Dat ik nu met een heel ander soort publiek geconfronteerd wordt, is een verademing. Ik kom hier mensen tegen die een kunstgalerie hebben of teksten voor theaterproducties vertalen. In de Culture Club waren de gespreksonderwerpen de laatste jaren van een ondraaglijke oppervlakkigheid : auto’s, geld, vrouwen.

Ik moet mijn ouders vaak slapeloze nachten bezorgd hebben. Zij zijn gezagsgetrouwe, brave en katholieke mensen. Ik heb altijd de ambitie gehad om de dingen anders aan te pakken en dat is niet altijd even goed afgelopen. Ondanks alle hype die rond de Culture Club werd gecreëerd, is dat voor mij een financiële nachtmerrie geworden, waar ik nog altijd de gevolgen van moet uitzweten. Los van het financiële, heb ik het ook altijd moeilijk gehad met de portierspolitiek en het idiote gedoe rond drugs. De glamour van het lijntje snuiven op het toilet heb ik nooit begrepen. Hoe vaak ik ook zei dat ik daar niet aan mee deed, niemand geloofde mij.

Ik haat mensen die half werk leveren. Onlangs was er op tv een reportage die wilde tonen dat het slecht ging met de clubs. De makers klutsten vlug wat interviews en beelden bij elkaar. Op die manier maak je er een karikatuur van. Even dieper op een onderwerp ingaan, is er tegenwoordig blijkbaar niet meer bij. Toen de VRT berichtte over de beleidsverklaring van de nieuwe Vlaamse regering, was dat item een halve minuut waard. Vervolgens werden vier minuten gewijd aan een non-event : een modereportage in een krant met minister Hilde Crevits. Die wanverhouding is hilarisch.

Het is een illusie om te denken dat je in het leven alles zelf in handen hebt. Het enige wat je kunt proberen, is alles zo goed mogelijk te doen. Toen ik voor Studio Brussel Teknoville maakte, stak ik daar driemaal meer uren in dan waar ik voor betaald werd. Zowel dat programma als de Culture Club heeft iets betekend voor een generatie, maar moet ik me daarvoor op de borst kloppen ?

Rudy Victor Ackaert (46) verliet eind september zijn geesteskind, discotheek Culture Club, om bij Studio Skoop in Gent verantwoordelijk te worden voor het café en de communicatie. In het verleden was hij ook bezieler van onder meer Teknoville op Studio Brussel en Ten Days Of Techno.

Door Peter Van Dyck / Foto Rob Walbers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content